12 april 2005
NIGZ voor trendbreuk drinken van alcohol onder de zestien
Het NIGZ juicht toe dat het kabinet werk gaat maken van de aanpak van
de alcoholproblematiek onder jongeren. De Tweede Kamer spreekt hier op
14 april a.s. over. De voorstellen van het kabinet en de reactie
daarop van de alcoholbranche zijn een eerste stap. Het NIGZ pleit
daarnaast voor nog krachtiger maatregelen. Het NIGZ wil een algemene
gezondheidsbelasting op alcoholische dranken en derhalve niet de door
het kabinet voorgestelde prijsverlaging voor sterke drank. Een
dergelijk signaal zou het zelfmixen van dranken bij de jeugd in de
hand werken. Het NIGZ wil dat uiterlijk in 2010 elke gemeente in
Nederland beschikt over een alcoholbeleid.
Jongeren beginnen te jong met het drinken van alcohol; sommigen
drinken al vanaf 10-11 jaar. Er is geen onderscheid tussen het aantal
meisjes dat drinkt en jongens. Eén op de zeven drinkende jongeren van
13 jaar drinkt wekelijks gemiddeld 6 glazen; op 15-jarige leeftijd
drinkt één op de drie jongeren wekelijks gemiddeld 12 glazen.
Ondanks het verbod op verkoop aan jongeren onder de 16 jaar komen
velen van hen toch wel aan hun drankje. Ouders spelen hierin een
belangrijke rol, omdat veel jongeren de drank thuis aangereikt
krijgen. Dit zijn belangrijke conclusies uit het onderzoek van het IVO
(Instituut voor Onderzoek naar Leefwijzen & Verslaving) onder bijna
4000 jongeren, uitgevoerd in opdracht van het NIGZ. Het onderzoek zal
direct na de zomer volledig worden gepubliceerd, nadat ook een
deelstudie onder ouders is voltooid.
Trendbreuk
Het kabinet heeft besloten een samenhangend pakket van maatregelen in
de sfeer van reclamebeperking, prijsverhoging en voorlichting te
treffen. De voorlichting dient zowel gericht te zijn op de jongeren
zelf als op de ouders. Het NIGZ heeft waardering voor de breedte van
de kabinetsvoorstellen. Het instituut is bovendien tevreden dat het
kabinet de voorstellen omarmt die het NIGZ samen met een aantal andere
organisaties heeft gedaan om het drinken onder de 16 jaar te gaan
ontraden. Het voorstel van de alcoholbranche om aan alcoholreclame een
ontmoedigende slogan toe te voegen past in deze plannen.
Het NIGZ ziet dit echter pas als een eerste (noodzakelijke) stap op
weg naar een mentaliteitsverandering in de Nederlandse samenleving en
vindt dat er nog meer moet gebeuren om een definitieve trendbreuk met
het verleden te bewerkstelligen. Gezien het feit dat drank in onze
(jongeren)cultuur diep geworteld is, past hierin een lange adem en een
meerjarig programma.
Gezondheidsbelasting
Het kabinet stelt prijsverhogingen voor door op een aantal dranken de
accijnzen te verhogen. Het NIGZ is voor het invoeren van een
gezondheidsbelasting, waarvan de opbrengst gericht wordt aangewend
voor preventieve maatregelen ten behoeve van het terugdringen van het
(overmatig) alcoholgebruik onder jongeren. Naast de door het kabinet
voorgestelde maatregelen denkt het NIGZ hierbij aan een beleid waarin
elke gemeente in 2010 beschikt over een alcoholbeleid. In een
dergelijk beleid moet in ieder geval aandacht zijn voor versterkte
handhaving van leeftijdsgrenzen, een regulerend vergunningenstelsel,
voorlichting aan jongeren op scholen en in het uitgaansleven en aan
voorlichting aan ouders. Bij het opstellen van een integrale aanpak
dient de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) betrokken te
worden.
Prijsverlaging speelt in op nieuwe trend
Tot de voorstellen van het kabinet behoort ook een verlaging van de
accijnzen op gedistilleerde dranken met 15 %. Het kabinet onderbouwt
deze maatregel met de opmerking dat deze dranken toch niet populair
zijn bij de jeugd. De ervaring van het NIGZ is dat dit niet zonder
meer gesteld kan worden. Uit het IVO-onderzoek blijkt inderdaad dat
premix bij de leeftijdscategorie 12-13 jaar de meest gedronken
alcoholische drank is (zowel thuis als buitenshuis). Omdat dit dus als
een 'startersdrank' gezien mag worden, rechtvaardigt dit in de ogen
van het NIGZ de voorstellen van het kabinet voor een extra hoge
belasting op dit artikel. Er is echter nog geen duidelijke aanwijzing
voor specifieke drankvoorkeuren in de leeftijdscategorie boven 13
jaar. Dit wordt pas duidelijk als het volledige onderzoek na de zomer
is afgerond. De ervaring is dat voorkeuren van jongeren even snel
wisselen als de seizoenen en de praktijk is dat door hen snel
ingehaakt wordt op ontwikkelingen en trends.
Nu het kabinet voorstelt de accijnzen op sterke drank te gaan
verlagen, bestaat de kans dat jongeren zelf nog meer frisdranken en
sappen met sterke drank zullen gaan mixen. Dit blijkt ook uit de
publieke reacties op de voorstellen van het kabinet, waarin door
jongeren zelf wordt gesproken van een nieuwe trend. Het NIGZ ontraadt
dan ook een verlaging van de accijnzen op sterke drank en pleit voor
het invoeren van eerder genoemde gezondheidsbelasting in de volle
breedte.
---
Nationaal Instituut voor Gezondheidsbevordering en Ziektepreventie