Universiteit Maastricht

Universiteit Maastricht

Persbericht

4 april 2005

Afname luchtwegklachten bij kinderen in Westelijke Mijnstreek

Trend mogelijk te verklaren door betere behandeling

Het percentage kinderen met de luchtwegklacht piepende ademhaling is in de periode 1989-2001 gedaald van 13% naar 9%. Dit blijkt uit het promotie-onderzoek van Monique Mommers, dat in samenwerking met de GGD Westelijke Mijnstreek bij 8-9 jaar oude kinderen uit deze regio werd uitgevoerd. Door de toename in de afgelopen decennia zijn luchtwegklachten momenteel de meest voorkomende aandoening bij jonge kinderen in Westerse landen. Volgens zeer recente berichten uit verschillende landen lijkt deze stijging nu ten einde te komen. De metingen in de Westelijke Mijnstreek sluiten bij deze bevindingen aan. Omdat in dezelfde periode het medicijngebruik bij kinderen met een piepende ademhaling is toegenomen van 39% naar 56%, zou verbeterde behandeling bij deze kinderen een deel van de afname kunnen verklaren.

Daarnaast werd een vragenlijst-onderzoek uitgevoerd onder ruim 1.100 Duitse en Nederlandse kinderen in samenwerking met Nederlandse (GGD Westelijke Mijnstreek en GGD Midden-Limburg) en Duitse (Gesundheitsamt Kreis Heinsberg) GGD en en het Institut für Hygiene und Umweltmedizin van de RWTH-Aken. Uit dit onderzoek blijkt dat er verschillen bestaan in diagnose en behandeling tussen Duitse en Nederlandse kinderen met astmatische klachten (piepende ademhaling in combinatie met kortademigheid). Bij bijna 60% van de Nederlandse kinderen met astmatische klachten wordt astma als diagnose gesteld. Bij Duitse kinderen met astmatische klachten ligt dit percentage beduidend lager (37%). Bij Duitse kinderen werd de diagnose bronchitis vaker gesteld. Ook kregen Nederlandse kinderen veel vaker dan Duitse kinderen ontstekingsremmers voorgeschreven.

In de Duits-Nederlandse studie werd ook onderzocht welke factoren van invloed zijn op het voorkomen van luchtwegklachten bij deze kinderen. Vroeg in het leven doorgemaakte infecties en vaccinaties blijken geen risico voor luchtwegklachten op 7-8 jarige leeftijd. Dit zijn opmerkelijke bevindingen die de tegenwoordig populaire hygiëne hypothese niet lijken te ondersteunen. In deze hypothese wordt er van uitgegaan dat bij kinderen die in hun eerste levensfase vaker infecties hebben gehad, de kans op ontwikkeling van allergie en/of astma minder groot is. Vervolgonderzoek is wel nodig om deze bevindingen te verifieren.

Noot voor de pers:

Voor meer informatie over de inhoud van dit persbericht kunt u terecht bij drs. Monique Mommers of prof. C.P. van Schayck, tel. 043-3882314 (secr. prof. van Schayck), fax 043-3619344, e-mail Monique.Mommers@epid.unimaas.nl.

Titel van het proefschrift: Childhood Respiratory Health in the Dutch-German borderland.


Promotie 14 april, promotor prof. dr C.P. van Schayck, co-promotoren dr. G.M.H. Swaen en dr. M. Weishoff-Houben.

De afdeling Communicatie van de UM is bereikbaar via 043 388 5222, e-mail pers@bu.unimaas.nl. Voor urgente zaken buiten kantooruren: 06 4602 4992. De persberichten van de Universiteit Maastricht staan op internet: http://www.pers.unimaas.nl/

Zie ook het Research Magazine voor meer interessant onderzoek aan de UM: http://www.unimaas.nl/researchmagazine