Stadsdeel ZuiderAmstel Amsterdam


ZuiderAmstel wil restauratie monumentale synagoge Lekstraat

Het dagelijks bestuur van ZuiderAmstel wil de monumentale synagoge in de Lekstraat (waarvan het stadsdeel eigenaar is) zoveel mogelijk terugbrengen in de oorspronkelijke staat. Een uitgewerkt restauratieplan hiervoor is gemaakt; het dagelijks bestuur stuurt nu een kredietvoorstel naar de stadsdeelraad voor de financiering van de restauratie. Op 14 april wordt dit voorstel besproken in raadscommissie II, de finale besluitvorming vindt plaats in de stadsdeelraadvergadering van 17 mei.

Rijksmonument

De synagoge is gebouwd in 1937 naar een ontwerp van architect A. Elzas. Het geldt als een treffend voorbeeld van de stijl van het Nieuwe Bouwen. Er is veel aandacht besteed aan afwerking, detaillering en materiaalgebruik van zowel de buitengevels als van het interieur. Het witte vierkante gebouw vormt een uitzondering tussen het grotendeels door Berlage ontworpen deel van Amsterdam. In 2002 werd de synagoge aangewezen als Rijksmonument.

Verzetsmuseum

Na de Tweede Wereldoorlog was het voor de Amsterdamse Joodse Gemeente steeds lastiger om de synagoge financieel rendabel te beheren. In 1985 werd het grootste deel van het gebouw noodgedwongen verhuurd aan het verzetsmuseum; een belangrijk gedeelte van het karakteristieke interieur ging hiermee verloren. Een kleiner deel van het gebouw behield de functie van synagoge, maar door verbouwing en uitbreiding is ook hier de oorspronkelijke architectuur deels verloren gegaan. In 1998 werd het toenmalige stadsdeel Rivierenbuurt eigenaar van het gebouw. Veilinghuis Glerum kwam toen in de plaats van het verzetsmuseum. Bij de restauratie zal het deel dat de Joodse Gemeente nu als sjoel gebruikt, vrijwel geheel in de oorspronkelijke staat worden teruggebracht. Door ramen en lichtkoepels te plaatsen krijgt de studieruimte van de synagoge weer als `vanouds' ruim daglicht. De bestaande kantoorcellen op de galerijen worden verwijderd, daarvoor in plaats komt kantoorruimte voor het veilinghuis.

Door de aanwijzing tot Rijksmonument kwam een subsidie van bijna EUR 370.000 beschikbaar van de gemeente Amsterdam. In totaal is EUR 950.000 nodig voor de restauratie. In zijn voorstel aan de raad stelt het dagelijks bestuur voor het resterende deel met een krediet te financieren.