Gemeente Leiden
Geachte redactie,
Diverse media hebben de gemeente Leiden benaderd in verband met berichtgeving in de Telegraaf van hedenochtend (14 april 2005). Hieronder volgt de reactie van de gemeente Leiden.
Leiden heeft één van de grootste beschermde stadsgezichten van Nederland. Bezoekers van de stad waarderen de kwaliteit van het gevarieerde winkelaanbod gecombineerd met de kwaliteit van de historische omgeving. In 2002 stelde de gemeenteraad van Leiden regels vast voor gevelreclame. Deze regelgeving kwam voort uit de breed gekoesterde wens om wildgroei van reclame terug te dringen en de ruimtelijke en architectonische kwaliteit van het historische stadsbeeld te versterken. In 2004 werden de reclameregels opgenomen in de Welstandsnota.
Een kwalitatief hoogwaardig beeld breng je niet in een korte periode tot stand. Gekozen werd voor een langere overgangsperiode. De gemeente verwachtte niet van ondernemers dat ze reclame, die niet aan de regels voldeed, meteen zouden vervangen. Pas op het moment dat een ondernemer van plan was de reclame te wijzigen of een nieuwe reclame aan te brengen, moest dat overeenkomstig de nieuwe regels. Ook verandering van kleur of belettering van bestaande reclameborden, luifels of zonwering wordt hierbij gezien als wijziging, waarvoor vergunning moet worden aangevraagd op grond van de reclame-regels.
Als ondernemers zonder de vereiste vergunningen hun reclame wijzigen, wordt handhavend opgetreden. Dit ontmoet niet altijd het begrip van de betrokkenen. Vaak gaat het immers om reclame die al tientallen jaren aan de gevel is bevestigd en naar het idee van betrokken ondernemers 'opeens' wordt aangepakt, terwijl ze naar hun idee slechts een kleine wijziging aanbrengen. De gemeente Leiden onderkent dat de aanpak soms hard kan aankomen, zeker bij de kleine ondernemers.
Overigens kent het concrete geval, waarover geschreven wordt in de Telegraaf, een langere voorgeschiedenis. De door de ondernemer aangevraagde monumentenvergunning voor de reclamevoering en de zonwering aan zijn pand is in januari geweigerd, nadat de Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit op verschillende gronden negatief advies had uitgebracht. Het gaat hier om een rijksmonument met hoge monumentale waarde, waarvan de gevel naar het oordeel van de adviescommissie en het college ernstig werd verstoord door de zonwering en reclamevoering. Het was betrokken ondernemer dus bekend dat hij in strijd handelde met reclame- en monumentenregels.
Er is in Leiden breed draagvlak -ook bij ondernemers- voor het verhogen van de kwaliteit van het stadsbeeld. Daarbij hoort onder meer het stringente reclamebeleid. In delen van winkelstraten -zoals Breestraat en Haarlemmerstraat- is de aanpak al zichtbaar. Elders -bijvoorbeeld in de Steenstraat- moet nog veel gebeuren.
Het college van Burgemeester en Wethouders hecht aan bovengenoemde kwaliteitsslag. Daarnaast heeft het de overtuiging dat ook de ondernemers gebaat zijn bij een goed verzorgd stadsbeeld. Een blijvend breed draagvlak bij ondernemers is dus onmisbaar om het gewenste beeld te bereiken. Strenge handhaving van regels draagt in het algemeen niet bij aan het draagvlak. Daarom zullen de wethouders Economische zaken, Monumentenzorg en Ruimtelijke Ordening op de kortst mogelijke termijn de ondernemers uit de binnenstad uitnodigen voor een gesprek over de gewenste kwaliteit van de binnenstad. Daarbij zal ook aan de orde komen welke instrumenten denkbaar zijn, bijvoorbeeld stimuleringsregelingen, om het Leidse stadsgezicht het best tot haar recht te laten komen.
Nadere informatie bij Hette Quispel, afdeling Communicatie gemeetne Leiden, tel. (071) 5165008
---- --