CDA Rotterdam

PERSBERICHT

CDA: Verkeerssituatie Nesselande kan zo niet langer

CDA gemeenteraadslid Frans Jozef van der Heijden vindt dat de verkeerssituatie in de wijk Nesselande te onveilig is. In schriftelijke vragen die Frans Jozef van der Heijden het College vandaag stelt, vraagt hij het College een einde te maken aan onveilige en onwenselijke situaties.

Frans Jozef van der Heijden stelt het College de volgende vragen:


1. Weet het college dat volgens de dienst dS+V in Nesselande aan en op de Brandingdijk een verkeerssituatie is ontstaan, die als onwenselijk moet worden beschouwd.


2. Heeft het college kennis genomen van de argumentatie van de dienst die luidt, dat als gevolg van een te smalle stoep samen met een krappe manoeuvreerruimte die meebrengt, dat auto s vanuit het garagepad niet op een verantwoorde wijze op de rijweg kunnen komen kans op belemmering van de doorstroming van verkeer ontstaat.


3. Heeft het college zich gerealiseerd, dat deze ambtelijke formulering betekent dat het zeer gevaarlijk is om met een personenauto de rijweg op te rijden, waar formeel 50 km mag worden gereden, maar in de praktijk deze snelheidslimiet voortdurende wordt overschreden.


4. Heeft het college inmiddels kennis genomen van het feit, dat het busverkeer op deze smalle weg (waar overigens twee elkaar tegemoet rijdende bussen elkaar niet kunnen passeren) een gevaar oplevert voor kinderen op de veel te smalle stoep als gevolg van de zuigkracht, die deze overigens veel te hard rijdende bussen ontwikkelen.


5. Weet het college dat het gevaar voor kinderen op de stoep nog is toegenomen als gevolg van weggebruikers die over de stoep hun weg vervolgen omdat ze zelfs niet even willen wachten op achteruitstekende personenauto s die op de rijweg trachten te komen.


6. Kan het college zich voorstellen, dat de bewoners de ontstane verkeerssituatie, die zij zich niet hebben kunnen voorstellen aan de hand van een onvoldoende werktekening, die dan ook bij uitvoering in de praktijk gebaseerd lijkt te zijn op onjuiste beoordeling van de verkeerssituatie, absoluut onacceptabel vinden.


7. Heeft ook de verkeerspolitie in Rotterdam, die deze opvatting deelt, daarvan al mededeling gedaan.


8. Zo niet is het college dan bereid om uitdrukkelijk naar de opvatting van de politie te informeren.


9. Weet het college inmiddels dat er naar aanleiding van ernstige klachten van de bewoners van de Brandingdijk, die zich minder zorgen maken over de belemmering in de doorstroming van het verkeer zoals dS+V aangeeft, maar meer over de onhoudbare verkeerssituatie waarmee ze dagelijks worden geconfronteerd er verschillende oplossingen zijn bestudeerd.


10. Weet het college, dat de bewoners in overleg zijn met het dagelijks bestuur van de deelgemeente Alexander, maar dat het feit, dat OBR de wijk formeel nog onder haar beheer heeft, de oplossing van het probleem op zijn zachts gezegd bemoeilijkt.


11. Zou het college willen bevorderen, dat het alternatief dat de bewoners voorstaan (een ventweg lang de huizen met de ongelukkig gesitueerde garagepaden en een nieuwe rijbaan, welke laatste zowel de belemmeringen waarvan dS+v spreekt als de gevaarlijke verkeerssituatie voor met name de kinderen opheft.


12. Kan het college zich indenken, dat de bezwaren die van ambtelijke zijde tegen deze oplossing zijn ingebracht bij de bewoners geen enkel begrip ontmoeten omdat zijn voornamelijk zijn gebaseerd op hoge kosten (minimaal 235.000 euro), het aantasten van de groenstrook die voor poepende honden is bedoeld en mogelijk een wandelpad langs het water.


13. Kan het college begrijpen, dat ook geen enkel begrip bestaat voor argumenten tegen de aanleg van een ventweg en een aparte rijbaan omdat thans in feite deze situatie bestaat dankzij het feit, dat thans naast de gewraakte rijweg ook een bouwweg bestaat, die minstens nog drie jaar zal moeten functioneren en in feite als basis gebruikt kan worden voor de oplossing, die de bewoners voorstaan.


14. Is het college bereid om op de kortst mogelijke termijn te rapporteren hoe het (in samenwerking met de deelgemeente Alexander) een einde wil maken aan een gevaarlijke situatie, die vooral is toe te schrijven aan onjuiste taxaties van gemeentelijke zijde en onnauwkeurige omschrijvingen van de feitelijk optredende verkeerssituatie.

Rotterdam, 13 april 2005


------


Noot voor de redactie/