Opinie 13: "Voorschrijven medicijnen is in Nederland behoorlijk goed
georganiseerd"
In Groot-Brittannië is deze week commotie ontstaan over beïnvloeding
van artsen en apothekers door de farmaceutische industrie. Uit
onderzoek van een speciale commissie van het Britse Lagerhuis bleek
onder meer dat farmacie-giganten zorgverleners proberen te paaien met
cadeautjes. In Nederland loopt dat zo'n vaart niet, verwacht de
Groningse hoogleraar Farmaceutische Patiëntenzorg Han de Gier.
Apothekers die cadeautjes krijgen van de farmaceutische industrie.
Pillendraaiers die grote donaties doen aan patiëntenorganisaties en
artsen die betrokken worden bij onderzoek naar nieuwe medicijnen. In
het Verenigd Koninkrijk was de invloed van de farmaceutische industrie
op artsen en apothekers aanleiding tot een parlementair onderzoek. De
speciale commissie van het Lagerhuis sprak de afgelopen maanden met
onder meer wetenschappers, ambtenaren, artsen en vertegenwoordigers
van medicijnenfabrikanten. Uit het onderzoek bleek onder meer dat
vooral huisartsen door de industrie worden beïnvloed. Volgens één van
de parlementariërs gaat het om een internationaal probleem. Ook in
andere Europese landen zouden pillenfabrikanten met cadeautjes en
stevige promotiecampagnes proberen hun producten aan te prijzen.
In Nederland valt de beïnvloeding van artsen en apothekers wel mee,
zegt prof.dr. Han de Gier. Volgens de Gier, als bijzonder hoogleraar
Farmaceutische Patiëntenzorg verbonden aan de RUG, is de situatie in
Nederland in ieder geval beter dan in Groot-Brittannië. Dat komt door
de manier waarop zorgverleners beslissen over voor te schrijven
medicijnen. "Wij hebben in Nederland het zogeheten
Farmacotherapeutisch Overleg, kortweg het FTO", zegt hij, "Dat is een
lokaal overleg tussen artsen en apothekers waarin afspraken worden
gemaakt over geneesmiddelenkeuze, gesteund door zorgverzekeraars. Naar
mijn idee is de Nederlandse vorm een behoorlijk goede garantie voor
een onafhankelijk oordeel, omdat je de één-op-één beïnvloeding van
zorgverleners door de industrie niet hebt. In Groot-Brittannië kan
iedere fabrikant artsen en apothekers benaderen en beïnvloeden."
De Gier legt uit dat in Nederland, onder invloed van de overheid en
zorgverzekeraars, steeds vaker medicijnen worden voorgeschreven op
stofnaam in plaats van op merk. "De apotheker kan dan het goedkoopste
geneesmiddel afleveren, volgens de afspraken met de zorgverzekeraar.
Ik schat dat op dit moment bij zestig procent van de voorgeschreven
geneesmiddelen een dergelijke substitutie plaatsvindt. Bovendien
worden recepten steeds vaker met behulp van de computer uitgeschreven.
Dan ligt dit percentage nog hoger, op zo'n tachtig procent."
Volgens De Gier werkt het overleg tussen artsen en apothekers naar
behoren. "Maar het kan nog beter: het FTO is niet zo sterk gereguleerd
als het zou kunnen zijn. Het zou bijvoorbeeld goed zijn om te
verplichten dat alle deelnemers aan het overleg financieel
onafhankelijk zijn van de farmaceutische industrie. Dat zou je kunnen
vastleggen in een contract van een arts of een apotheker met een
verzekeraar. Ik zeg niet dat het op grote schaal voorkomt dat partijen
financiële belangen hebben, maar het is ook nergens verboden."
Ziekenhuisopnames
Een andere constatering uit het Britse onderzoek is dat vijf procent
van de ziekenhuisopnames in het Verenigd Koninkrijk het gevolg zijn
van verkeerde medicatie. Dat zal in Nederland niet veel anders zijn,
verwacht De Gier, al wordt op dit moment al veel gedaan om dergelijke
problemen te voorkomen. "Je hebt dikwijls te maken met verschillende
artsen, verschillende medicijnen en verschillende ziektebeelden.
Daarom is het goed om te werken aan `medicatiebewaking'. Huisarts en
apotheker kunnen gebruik maken van een computersysteem waarin
informatie over de patiënt is opgeslagen. Daardoor kun je bepaalde
combinaties van medicijnen en mogelijke wisselwerkingen detecteren. In
Nederland doen apothekers op dit moment gemiddeld 2700 interventies
per dag. Dus iedere dag wordt 2700 keer voorkomen dat een patiënt een
verkeerd medicijn krijgt."
Curriculum vitae
Prof.dr. Han de Gier is sinds november 2003 hoogleraar Farmaceutische
Patiëntenzorg aan de Rijksuniversiteit Groningen. De Gier studeerde
farmacie aan de Universiteit Utrecht. Aan diezelfde universiteit
promoveerde hij in 1980 op een onderzoek naar de invloed van
geneesmiddelengebruik op de rijvaardigheid. Op dat gebied is hij nog
steeds actief in verschillende werkgroepen en internationale
commissies. In de nabije toekomst begint hij met onderzoek naar
verkeersveilige alternatieven voor bepaalde medicijnen.
Daarnaast werkt hij als adviseur op het gebied van automatisering van
kennis over geneesmiddelen en is hij hoofdredacteur van "Commentaren
medicatiebewaking"
De Gier houdt op 12 april zijn oratie "Overtuigingen maken het
verschil". Plaats: Aula Academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen.
Tijd: 16.15 uur.
Informatie
prof.dr. J.J. de Gier, (050)363 25 87, j.j.de.gier@farm.rug.nl
Rijksuniversiteit Groningen