De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
ons kenmerk: TRCJZ/2005/1085
datum: 12-04-2005
onderwerp: Voorhangprocedure artikel 110, eerste lid, Gezondheids- en
welzijnswet voor dieren
Bijlagen: 1
Geachte Voorzitter,
Hierbij doe ik u, overeenkomstig artikel 110, eerste lid, van de
Gezondheids- en welzijnswet voor dieren een algemene maatregel van
bestuur toekomen houdende wijziging van het Varkensbesluit en het
Ingrepenbesluit. Het besluit strekt ter uitvoering van de richtlijnen
nr. 2001/88/EG (PbEG L 316) en nr. 2001/93/EG (PbEG L 316) houdende
wijziging van richtlijn nr. 91/630/EEG tot vaststelling van
minimumnormen ter bescherming van varkens.
Het Besluit houdende wijziging van het Varkensbesluit en
Ingrepenbesluit omvat een wijziging op een aantal punten van het
welzijnsregime voor het houden van varkens. De wijzigingen betreffen
de bepaling van het tijdstip waarop aan een deel van de eindnormen uit
het Varkensbesluit voldaan moet zijn, de vaststelling dat het aandeel
dichte vloer - in de gevallen dat sprake is van een roostervloer -
40% van het totale vloeroppervlak moet betreffen, het verkleinen van
de oppervlaktenorm voor groepen van varkens groter dan 40 dieren en
het splitsen van de categorie varkens tot 30 kilogram in twee
categorieën. Het Varkensbesluit is eveneens aangepast om
overeenkomstig de wens van de Kamer het individueel huisvesten van
gelten en zeugen langer mogelijk te maken. Het Ingrepenbesluit is
daarnaast zo aangepast dat verkleinen van de hoektanden alleen mag
worden uitgevoerd wanneer bepaalde kwetsuren van spenen bij zeugen of
van oren of staarten bij andere varkens zijn geconstateerd.
De minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit,
dr. C.P. Veerman
Bijlagen
Besluit van 3 maart 2005, houdende wijziging van het Varkensbesluit en
het Ingrepenbesluit
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit