Ministerie van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801
2509 LV Den Haag
Der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4
Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44
2513 AA 's-GRAVENHAGE Telefax (070) 333 40 33
Uw brief Ons kenmerk Doorkiesnummer
56 05 SZW W&B/SFI/05/22142
Onderwerp Datum Contactpersoon
Informatie over bijstandsvolume 2004 12 april 2005
Op 23 maart jl. stelde uw vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid mij de vraag
of zij een analyse zal ontvangen van het lager uitvallen van het bijstandsvolume in 2004 dan bij de
vaststelling van het voorlopig budget werd verwacht.
Bij de vaststelling van het definitieve budget voor de verlening van bijstandsuitkeringen voor 2004
(begin oktober 2004) heb ik mij gebaseerd op de raming die het Centraal Planbureau (CPB) ten
tijde van de Macro-Economische Verkenning 2005 heeft gemaakt. Daaruit bleek dat de
economische conjunctuur zich in 2004 minder ongunstig heeft ontwikkeld dan eerder verwacht.
Bovendien heb ik de raming bijgesteld op grond van een aantal wijzigingen van effecten van
rijksbeleid. In totaal werd de raming van het aantal bijstandsontvangers jonger dan 65 jaar
bijgesteld van 399.000 naar 362.000. Conform de ramingsmethodiek heeft de feitelijke
ontwikkeling van het bijstandsvolume in 2004 geen rol gespeeld bij de bepaling van het definitieve
budget 2004. Ondanks de bijstelling bleek het uiteindelijke aantal bijstandsuitkeringen in 2004 nog
lager, namelijk 337.000, dan bij deze bepaling van het definitieve budget voor 2004 werd
aangenomen.
Conform de procesbeschrijving over de raming van het macrobudget I-deel WWB
(Kamerstukken II, 28 870, nr. 117) zal ik nog met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten
(VNG) aan de hand van de voorlopige VODU's (verslag over de uitvoering) terugblikken of het
macrobudget in het voorgaande jaar toereikend is geweest. Bij deze terugblik zal ik ook de
informatie betrekken die het CPB heeft gepubliceerd. Op 6 april jl. verscheen het Centraal
Economisch Plan 2005 van het CPB. Op die datum heeft het CPB eveneens een memorandum
gepubliceerd over het bijstandsvolume (CPB memorandum nr. 113, bijgaand). Daarin schrijft het
CPB: "Het aantal personen met een bijstandsuitkering is in 2004 slechts gestegen met 9 000,
ondanks de sterke stijging van de werkloze beroepsbevolking in de periode 2002 - 2004. Door
de nieuwe budgetteringssystematiek hebben gemeenten een groter financieel belang gekregen bij
het beperken van het aantal bijstandsuitkeringen. De meevallende volumestijging kan mede worden
2
veroorzaakt door de inzet van tot dan toe onbenutte gemeentelijke mogelijkheden op gebied van
activering en rechtmatigheidcontrole."
Er zijn dus indicaties dat de WWB een positieve invloed heeft gehad op de bijstandsontwikkeling
in 2004. Voor een grondiger analyse van de invloed van de WWB op het bijstandsvolume is
meerjarig inzicht nodig in de werking van de WWB. De evaluatie van de WWB voorziet hierin.
Volgens het plan van aanpak van de evaluatie wordt in een zogenoemde causale analyse nagegaan
of de systeemwijziging heeft geleid tot reductie van de bijstandsuitgaven met 5% in 2006 ten
opzichte van de situatie zonder de WWB. Op dit moment wordt reeds een kwalitatief onderzoek
uitgevoerd naar de wijze waarop de WWB bijdraagt aan veranderingen in de beleidsvorming, -
realisatie en de uitvoeringsorganisatie van de gemeenten en in hoeverre die bijdragen aan het
bereiken van het doel "werk boven inkomen".
De Staatssecretaris van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
(H.A.L. van Hoof)
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid