Ministerie van Verkeer en Waterstaat

Contactpersoon

-
Datum
11 april 2005
Ons kenmerk
DGL05.U00564
Doorkiesnummer

-
Bijlage(n)

-
Uw kenmerk
2040509750
Onderwerp
Belevingsonderzoek Schiphol door GroenLinks

Geachte voorzitter,

Hierbij ontvangt u de antwoorden op vragen van het lid Duyvendak aan de staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat over het belevingsonderzoek van GroenLinks.

Bent u bekend met het onderzoek van GroenLinks onder bewoners waaruit blijkt dat in de meeste gebieden rondom Schiphol geen vermindering van de vliegoverlast wordt ervaren sinds de opening van de Polderbaan?


1. Ja. Ik heb op 1 maart 2005 een interview gegeven over het onderzoek aan RTV Noord-Holland.
Zoals ik ook in dat interview heb aangegeven, acht ik het onderzoek naar de beleving van het vliegverkeer van groot belang. Het gaat bij vliegtuiggeluid natuurlijk om de beleving van de omwonenden en niet alleen om de hoeveelheid geluid.
Ook in eerdere onderzoeken is al gebleken dat er in sommige gebieden veel meer overlast wordt beleefd na de ingebruikname van de Polderbaan. Dat is logisch, aangezien in die gebieden eerst geen of veel minder vliegverkeer te horen was. Daarnaast was verwacht dat in andere gebieden, waar de meeste mensen wonen, zoals Amsterdam en omgeving, de overlast zou afnemen, omdat daar nu veel minder verkeer overheen vliegt. Bij de evaluatie van het Schipholbeleid is, zoals ook in 2004 door de Kamer is verzocht, uitgebreid aandacht besteed aan belevingsonderzoek. In de eerste voortgangsrapportage van de evaluatie die u recent heeft ontvangen, is het belevingsonderzoek dat wordt uitgevoerd beschreven. Hoe beoordeelt u het resultaat van het bewonersonderzoek dat in bijna alle gemeentes rondom Schiphol aangeeft sinds de opening van de Polderbaan niet minder, zoals beloofd, maar juist meer geluidshinder te ervaren?


2. Ik doe over de resultaten van het onderzoek geen uitspraken, aangezien het onderzoek van GroenLinks niet representatief is en derhalve niet bruikbaar is voor de evaluatie. Overigens wil ik er graag op wijzen dat er geen beloftes zijn gedaan over de afname van de ervaren geluidshinder. De normen zijn uitgedrukt in de objectief vast te stellen hoeveelheid geluidbelasting. Er is geen norm voor de ervaren geluidsbelasting.

Hoe beoordeelt u het resultaat van dit onderzoek dat slechts door 13% van de omwonenden de beloofde vermindering van de geluidsoverlast daadwerkelijk wordt ervaren?


3. Ik doe zoals in het antwoord op vraag 2 aangegeven geen uitspraken over de resultaten van het onderzoek. De vraag is overigens wat Groen Links verstaat onder de beloofde vermindering van de geluidsoverlast. Daarover verwijs ik graag naar het antwoord op vraag 5.

Hoe beoordeelt u het resultaat van dit onderzoek dat juist in de vroege ochtend door relatief veel mensen overlast wordt ervaren?


4. Ik verwijs hier graag naar het antwoord op vraag 2.

Deelt u de mening dat dit grootschalige bewonersonderzoek een hele sterke indicatie is dat er een groot verschil bestaat tussen de voorgenomen vermindering van de overlast door de ingebruikname van de Polderbaan en de daadwerkelijk ervaren overlast door omwonenden?


5. Nee, deze mening deel ik niet. Om te beginnen is de wettelijk vastgelegde vermindering van de overlast uitgedrukt in geluidbelasting en niet in de beleving ervan. Bovendien gaat het om een vermindering ten opzichte van de situatie in 1990. In de periode tussen 1990 en 2002 is de hoeveelheid geluid fors afgenomen. Over een vermindering na 2002 bestaan geen afspraken.
Overigens ben ik zeker geĂŻnteresseerd in de verschillen tussen ervaren geluidshinder en de hinder zoals die op basis van de meest recente wetenschappelijke inzichten wordt verwacht. Inzicht in die verschillen kan worden gebruik om het beleid te verbeteren, zodat de overlast beter kan worden beperkt. In de evaluatie zullen deze verschillen dan ook worden onderzocht.

Bent u bereid om analoog aan en in vervolg op het onderzoek van GroenLinks grootschalig onderzoek te doen naar de ervaren toe- dan wel afname van de geluidshinder sinds de opening van de Polderbaan en de resultaten hiervan te betrekken bij de evaluatie van de Luchtvaartwet? Zo ja, op welke termijn? Zo neen, waarom niet?


6. Zoals in 2004 in de Kamer afgesproken staat het onderwerp op de onderzoeksagenda van de evaluatie van het Schipholbeleid. De onderzoeksagenda van de evaluatie van het Schipholbeleid ontvangt u in april. Begin 2006 moeten alle feiten op tafel liggen. Dan kan de Tweede Kamer zich een afgewogen oordeel vormen over het Schipholbeleid.

Hoogachtend,

DE STAATSSECRETARIS VAN VERKEER EN WATERSTAAT,

mw drs M.H. Schultz van Haegen

-----------------------
www.groenlinks.nl