ProRail
Persbericht
11-04-2005
ProRail en Havenbedrijf kunnen zich vinden in kortlopende concessie
Betuweroute
De Minister van Verkeer en Waterstaat heeft besloten dat commerciële
exploitatie van de Betuweroute op dit moment prematuur is. Gevolg is
dat de Minister voorstelt om te kiezen voor een tussenoplossing door
de lijn de eerste jaren in beheer te geven aan ProRail en een
concessie te verlenen voor de relatief korte duur van 3 tot 5 jaar. De
business case van ProRail en Havenbedrijf ging, op verzoek van de
Minister uit van een langjarige concessie. Het Havenbedrijf kan door
nauwe samenwerking met ProRail betrokken blijven bij de Betuweroute.
ProRail en Havenbedrijf kunnen zich vinden in deze tussenoplossing van
de Minister.
In februari 2004 kregen Havenbedrijf en ProRail het verzoek van de
Minister van Verkeer en Waterstaat om een business case voor
exploitatie van de Betuweroute voor een periode van 15 jaar te maken.
Havenbedrijf en ProRail streefden in hun voorstel naar een hoge mate
van dekking van de exploitatielasten én naar het genereren van een
flink volume, door snel een groot aantal vervoerders en verladers van
de lijn gebruik te laten maken. Daarmee wilden zij er ook voor zorgen
dat het bestaande net, met name de Brabantroute door een aantal
steden, ontlast wordt. Gevolg hiervan was de keuze voor een
concurrerende, realistische tariefstelling waardoor pas op langere
termijn volledige dekking van de exploitatiekosten ontstaat.
Uit de businesscase van Havenbedrijf en ProRail komt naar voren â en
dit wordt eveneens vermeld in de Kamerbrief van de Minister â dat de
exploitatie van de Betuweroute in de eerste jaren een aantal
serieuze onzekerheden kent. Denk aan de beschikbaarheid van
internationale treinpaden, de Europese liberalisering van het
spoorvervoer, eventuele kinderziektes van de Betuweroute en de
daadwerkelijke bereidheid van de markt om een bepaalde
gebruikers-heffing te betalen. De Minister is vanwege deze
onzekerheden van mening dat de uitgifte van een 15-jarige concessie
voor de commerciële exploitatie op dit moment prematuur is. Wel
onderschrijft de Minister de innovatieve benadering door Havenbedrijf
en ProRail in de aange-boden business case. Want in de Business case
zijn een aantal belangrijk kostenbesparende maatregelen opgenomen en
wordt de rol van ketenregisseur door het dochterbedrijf ingevuld.
Havenbedrijf en ProRail zijn van mening dat door de nu gekozen
tussenoplossing van de Minister binnen enkele jaren meer duidelijk zal
zijn en welke risicoâs zich daadwerkelijk gaan voordoen bij de
exploitatie. Ondertussen wil ProRail de voorgenomen innovaties op het
gebied van railgoederenvervoer zoals voorgesteld in de businesscase
doorvoeren. Het gaat daarbij onder andere om introductie van een
systeem met reserveringstoeslagen en vroegboek- en
annuleringskortingen, integratie van alle operationele activiteiten en
een internetportal voor informatieuitwisseling. Ook het Havenbedrijf
ziet voordelen in de nu gekozen werkwijze: door nauwe samenwerking met
ProRail kan het Havenbedrijf betrokken blijven bij de ontwikkeling van
de Betuweroute tot een belangrijke achterlandverbinding voor de
Rotterdamse haven. Dit is van belang voor de concurrentiepositie van
de haven.
Belangrijkste doelen voor ProRail en Havenbedrijf zijn een intensief
en kostendekkend gebruik van de Betuweroute en het introduceren van
een aantal vernieuwende elementen voor het goederenvervoer. Het gaat
hierbij onder meer om de wens van vervoerders om zaken te doen met
een slagvaardige, marktgerichte organisatie waarbij online capaciteit
kan worden geboekt. Met deze aanpak willen Havenbedrijf en ProRail een
aantal innovaties in het railgoederenvervoer realiseren die leiden tot
efficiënt gebruik met een perspectief op kostendekking van de lijn.
De eerste aanzet daartoe kan ook in de nu door de Minister gekozen
tussenoplossing.
ProRail en Havenbedrijf kijken uit naar het op korte termijn maken van
afspraken met de Minister over de komende concessie. Zodat tevens
vanaf 1 januari 2007 afspraken zijn gemaakt met vervoerders en
spooraannemers over vervoer en onderhoud van de lijn. En afspraken in
internationaal verband over het aanbieden van doorgaande
internationale treinroutes. Tevens moet worden gezorgd voor voldoende
locomotieven die zijn uitgerust met het nieuwe beveiligingssyteem
ERTMS.