Raad voor het Landelijk Gebied

8 april 2005
Vitale glastuinbouw vraagt om gericht rijksbeleid

De Nederlandse glastuinbouw heeft zich de laatste jaren krachtig ontwikkeld tot een economisch cluster van wereldbetekenis. Wil de glastuinbouw deze positie behouden en verder uitbouwen, dan zal het rijk haar huidige beleid moeten bijstellen. Dit concludeert de Raad voor het Landelijk Gebied in zijn advies over de ruimtelijke ontwikkeling van de glastuinbouw in Nederland getiteld 'Plankgas voor glas' dat op 8 april 2005 is aangeboden aan minister Veerman (LNV). De raad adviseert het rijk en de provincies de glastuinbouw de ruimte te geven zich duurzaam verder te ontwikkelen. Met de Greenports Westland, Oostland, Aalsmeer en omstreken en Venlo sluit de Nota Ruimte goed aan op de daadwerkelijke ontwikkelingen in de glastuinbouwsector. Maar voor de langere termijn acht de raad het gewenst dat de glastuinbouw, naast de Greenports, ook ruimte krijgt voor verdere ontwikkeling in de zuidwest as (Zuid-Hollandse eilanden, West Brabant, Zeeland en - onder voorwaarde - noordrand Hoeksche Waard) en rond Schiphol en in Zuidelijk Flevoland. De raad acht de bestaande budgetten voldoende en adviseert deze geconcentreerd in te zetten.

Inpassing taak provincies en gemeenten

De raad adviseert rijk en provincies de glastuinbouw de ruimte te geven om zich duurzaam verder te ontwikkelen. Uitgaande van een glasareaal van ruim 10.500 ha in 2003 zal voor een duurzame ontwikkeling in 2020 een areaal benodigd zijn dat ligt tussen de 12.500 en 14.000 ha. Bij het bieden van ruimte aan de glastuinbouw is het de taak van provincies en gemeenten om behoud van de ruimtelijke, landschappelijke en omgevingskwaliteit van het landelijk gebied te garanderen door concentratie van glastuinbouwvestigingen; tegengaan van verspreiding en versnippering elders en door een goede inpassing en vormgeving van dit nieuwe kassenlandschap'. De raad vindt het onvermijdelijk om ten behoeve van een duurzame ontwikkeling van de glastuinbouw op de ene plaats landschapskwaliteit op te offeren om daarmee op de andere plaats landschappen van glastuinbouw te vrijwaren

Geen extra financiële steun nodig

De raad acht de bestaande budgetten voldoende en adviseert voor de kortere termijn de bestaande budgetten geconcentreerd in te zetten op de Greenports Westland, Oostland, Aalsmeer en omstreken en Venlo. Voor de langere termijn adviseert de raad om in overleg met de provincies een verkenning uit te voeren voor een optie waarbij naast deze geconcentreerde inzet van budgetten op de Greenports ook sprake is van inzet voor ontwikkelingsmogelijkheden in de Zuidwest as (noordrand Hoeksche Waard, Zuid-Hollandse eilanden, West Brabant en Zeeland), rond Schiphol en in Zuidelijk Flevoland. De Hoeksche Waard is als zoeklocatie aan de orde indien ten behoeve van de Rotterdamse haven besloten wordt tot aanleg van een bedrijventerrein in de noordrand.

Ontwikkelingen buiten de kansrijke gebieden

De rijksinspanningen voor de vestigingslocaties buiten deze gebieden: Grootslag, Bergerden, Luttelgeest, Berlikum, Emmen en IJsselmuiden dienen vervolgens op bestuurlijk zorgvuldige wijze te worden beëindigd. Dit betekent geen afbouw van deze locaties; de verdere ontwikkeling valt onder verantwoordelijkheid van provincie en sector en is geen rijksdoel meer vanuit nationaal belang. Uitbreiding van het glasareaal in de desbetreffende provincies kan binnen of aansluitend op deze locaties plaatsvinden.
Voor meer informatie over het advies kunt u contact opnemen met drs. P. Levelink, projectleider, tel. 033 461 9948, e-mail p.levelink@minlnv.nl