TNS NIPO

8 april 2005
Forse daling ziekteverzuim door antidepressiva
Circa 850.000 Nederlanders gebruiken momenteel antidepressiva. Door het slikken van de middelen daalt het ziekteverzuim onder de werkenden in deze groep van circa 31 tot acht dagen per jaar. Deze forse daling in ziekteverzuim resulteert (gerelateerd aan een modaal inkomen) in een besparing op ziektekosten van 1,25 miljard euro. Dit blijkt uit een onderzoek onder psychiaters, huisartsen, patiënten en hun levenspartners. De Utrechtse hoogleraar en psychiater René Kahn: "Dit onderzoek toont aan dat in de dagelijkse praktijk antidepressiva van grote waarde zijn voor zowel patiënt als behandelaar. Het gebruik van antidepressiva leidt tot aanzienlijk beter functioneren van depressieve patiënten in de samenleving. Huisartsen en psychiaters zien dat in hun praktijk. Partners vinden dat de patiënt zienderogen opknapt. En hoewel er bijwerkingen worden ervaren, zouden patiënt en arts deze middelen niet kunnen en willen missen." Uit het onderzoek blijkt verder dat huisartsen terughoudend zijn bij het voorschrijven van antidepressiva. Dit geldt ook voor psychiaters. Echter, tien procent van de psychiaters vindt wel dat andere artsen deze middelen vaak lichtvaardig voorschrijven. Hoewel bijna de helft van de psychiaters vindt dat alleen zij antidepressiva zouden mogen voorschrijven, zijn huisartsen het daarmee absoluut niet eens, omdat zij deze middelen onmisbaar achten in hun dagelijkse praktijk. Verschillende media suggereerden recentelijk dat artsen antidepressiva als 'aspirientjes' voorschrijven. Artsen werpen deze aantijging verre van zich. Hun terughoudendheid wordt geïllustreerd door het feit dat artsen niet snel toegeven aan de wens van patiënten om voor lichte klachten antidepressiva voor te schrijven. Patiënten deinzen er overigens vaak zelf voor terug om antidepressiva te gebruiken. Gebruikers van de middelen bevestigen dit: slechts 30 procent was opgelucht toen de arts antidepressiva voorschreef. Niet de patiënt vraagt om de middelen, maar de arts adviseert ze (78%), in verreweg de meeste gevallen in combinatie met een andere therapie (zoals psychotherapie). Volgens de artsen hebben verreweg de meeste gebruikers baat bij de middelen (72% volgens huisartsen, 63% volgens psychiaters). Gebruikers (en hun partners) geven aan dat ze tevreden over de middelen zijn. Meer dan 90 procent vindt de middelen effectief en 85 procent vindt dat de kwaliteit van leven verbeterd is. In meer dan de helft van de gevallen is de relatie met de partner door het gebruik van de middelen verbeterd. 92 procent van de patiënten met kinderen vindt zichzelf een betere vader of moeder geworden. Wanneer de middelen er niet zouden zijn, zou het leven van patiënt en partner vaak veel moeilijker zijn, ondanks het feit dat het merendeel van de patiënten bijwerkingen heeft ondervonden, die niet zelden als tamelijk ernstig worden omschreven. Het ziekteverzuim onder de patiënten daalt spectaculair nadat men de middelen is gaan gebruiken (van circa 31 dagen naar 8 dagen per jaar). Psychiaters en huisartsen worden als gevolg van de negatieve berichtgeving rond antidepressiva regelmatig geconfronteerd met patiënten die bezorgd zijn geraakt over het eigen gebruik. Een grote meerderheid van de behandelaren (77%) verwijt deze nieuwsbronnen dan ook dat zij veel ongerustheid veroorzaken bij een groep patiënten die toch al kwetsbaar en onzeker is. Bovendien zegt vier procent van de patiënten vanwege de berichtgeving te zijn gestopt met het nemen van antidepressiva. Het bestuur van de Nederlandse Vereniging van Psychiatrie (NVVP) vindt dit een zeer verontrustende ontwikkeling. Dr Christina van der Feltz, psychiater en bestuurslid van de NVVP: "lDoor deze negatieve berichtgeving ontzegt een groep kwetsbare, ernstig zieke mensen zichzelf een effectieve behandeling." B9694 | Methode: schriftelijke vragenlijst, voorgelegd aan een representatieve steekproef onder psychiaters, en elektronische vragenlijst, voorgelegd aan huisartsenpanel en personen geselecteerd uit TNS NIPObase | Het veldwerk heeft plaatsgevonden van 21 maart tot 2 april 2005. Hierbij zijn 273 psychiaters, 154 huisartsen, 301 gebruikers van antidepressiva en 316 levenspartners van gebruikers van antidepressiva ondervraagd. Bij publicatie of verspreiding graag de bron TNS NIPO vermelden. Voor eventuele vragen kunt u contact opnemen met Henk Foekema (tel: 020 522 54 72) van TNS NIPO, of met Christina van der Feltz (tel: 06 110 443 91) van de NVVP.