---
Brieven aan de Kamer
---
De opheffing van het noodhulpverkenningsteam
8-4-2005 15:57:00
Hiermee informeer ik u, mede namens de minister van Buitenlandse Zaken, over de opheffing van het noodhulpverkenningsteam, oftewel het ´Disaster Assistance Response Team´ (DART).
Het noodhulpverkenningsteam (´Disaster Assistance Response Team´ DART) is in 1996 opgericht met als doel in een rampgebied te inventariseren welke opvolgende militaire eenheden voor noodhulpverlening benodigd zouden kunnen zijn. Een noodhulpverken-ningsteam bestond uit maximaal tien leden, afkomstig van de verschillende delen van de krijgsmacht. Onder hen bevinden zich specialisten op het gebied van medische zorg, infrastructuur en transport, maar ook op het gebied van communicatie, voorlichting, veiligheid en juridische zaken. Na aankomst in een rampgebied kon een noodhulpverkenningsteam de situatie inventariseren, en coördineren met lokale overheid en/of andere hulpverlenings-instanties en VN-organisaties om de totale behoefte aan noodhulp te inventariseren en een mogelijke Nederlandse bijdrage te identificeren. Daarnaast diende het DART-team de coördinatie en aansturing van eventuele Nederlandse militairen en/of hulpeenheden ter hand te nemen.
Het team is tussen 1998 en 2000 vier keer ingezet bij orkanen in de Nederlandse Antillen en een keer bij overstromingen in Mozambique. Ook zijn een aantal leden van het team ingezet om de Cimic-capaciteit in Irak tijdelijk te versterken. In maart 2003 heeft de VN nieuwe richtlijnen vastgelegd voor het verlenen van noodhulp. Onder meer vanwege het risico dat de neutraliteit van de hulporganisaties in conflictgebieden in gevaar komt, koos de VN ervoor pas tot een verzoek tot militaire inzet over te gaan wanneer civiele organisaties niet aanwezig zijn of wanneer zij ondersteuning vragen. Door de toenemende civiele noodhulpverkennings-capaciteit is het inmiddels steeds minder waarschijnlijk dat een beroep wordt gedaan op het militaire noodhulpverkenningsteam. Nederland levert actief een bijdrage aan de civiele rampenverkenningscapaciteit van de Verenigde Naties, het "UN Disaster Assessment and Coordination systeem" (UNDAC). De UNDAC-leden worden door de ministeries van BZ, BZK, VenW, VROM en Defensie ter beschikking gesteld.
Opheffing van DART betekent overigens niet dat Nederland geen militaire capaciteit bij internationale rampenbestrijding meer ter beschikking zal stellen. In die gevallen waar in de toekomst een beroep wordt gedaan op militaire bijstand bij rampenbestrijding in andere landen, zal ik de Chef Defensiestaf verzoeken die te verlenen. Het is echter niet langer nodig daarvoor een apart verkenningsteam achter de hand te houden.
De minister van Defensie
H.G.J. Kamp