Exploitatie Betuweroute tijdelijk naar ProRail
Minister Karla Peijs van Verkeer en Waterstaat is van plan om voor een
aanloopperiode van drie à vijf jaar ProRail opdracht te geven voor de
exploitatie van de Betuweroute. ProRail en Havenbedrijf Rotterdam
hebben aangegeven graag te willen samenwerken bij de uitvoering van
deze opdracht. Ze hebben hierbij de mogelijkheid om ook andere
marktpartijen te betrekken. De minister heeft het voornemen na deze
aanloopperiode de exploitatie aan te besteden. Op korte termijn worden
gesprekken gevoerd met TowRail en eventuele andere geïnteresseerde
marktpartijen om ook hun voorstellen te betrekken bij de vormgeving
van een toekomstige aanbesteding.
De minister heeft in 2004 Havenbedrijf Rotterdam en ProRail gevraagd
een business case uit te werken voor een kostendekkende exploitatie
van de Betuweroute. De afgelopen maanden heeft het ministerie deze
business case inhoudelijk beoordeeld, onder andere aan de hand van een
referentiecasus van het ministerie. Daarnaast heeft een onafhankelijke
adviesgroep onder leiding van de heer H. Benjamins (voorzitter Raad
van Bestuur van de Frans Maas Groep) de minister geadviseerd over de
business case.
Met de business case is een vernieuwend concept voor de exploitatie
van de Betuweroute neergelegd. Voorbeelden hiervan zijn ketenregie,
een internetportaal en een organisatie die de bedrijfsprocessen
integreert. De business case is echter geen goede basis voor een
langdurige beheerconcessie, aangezien de exploitatie van de
Betuweroute in de eerste jaren na openstelling omgeven wordt door een
aantal serieuze onzekerheden. Deze onzekerheden zijn waar mogelijk in
financiële zin uitgewerkt in zowel de referentiecasus als in de
business case. Er zijn technische onzekerheden zoals het risico op
kinderziektes bij het gebruik van nieuwe technologie en een tijdige
aanpassing van materiaal van vervoerders hieraan. De bereidheid van de
markt om substantieel hogere gebruiksvergoedingen te betalen, terwijl
het logistiek product Betuweroute zich nog moet bewijzen, is een
andere onzekerheid.
Indien de Staat deze onzekerheden overdraagt aan een exploitant, dan
moet daar op dit moment een forse prijs voor worden betaald door de
overheid. Havenbedrijf Rotterdam en ProRail zijn in hun voorstel
slechts in beperkte mate bereid risico's te dragen. De business case,
de referentiecasus en de visie van de externe adviesgroep leiden tot
de conclusie dat het nu niet opportuun is om langjarige afspraken te
maken voor een kostendekkende exploitatie met risico-overdracht. Dit
betekent dat de ingediende business case niet kan leiden tot een
langjarige beheerconcessie voor de exploitatie van de Betuweroute.
De komende jaren legt de minister de nadruk op het wegnemen van
onzekerheden. Hiermee moet de Betuweroute in een zodanige
uitgangspositie worden gebracht dat op een later tijdstip onder
gunstigere condities wel over kan worden gegaan tot langjarige
afspraken. Te verwachten valt dat na een aanloopperiode van drie à
vijf jaar de onzekerheden grotendeels zijn weggenomen. Voor de
aanloopperiode worden afspraken gemaakt om vernieuwende en positieve
punten uit de business case te realiseren, inclusief het inrichten van
de commerciële functies.
Ministerie van Verkeer en Waterstaat