Ministerie van Algemene Zaken

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties
Persbericht ministerraad
8 april 2005

KABINET: MINDER REGELS EN MEER RUIMTE VOOR DIENSTVERLENERS

Het kabinet wil leraren, artsen en andere professionals in onderwijs, zorg, welzijn, arbeid en wonen méér ruimte geven om hun werk goed te kunnen doen. Minder regels en een eenvoudiger systeem van toezicht voor de instellingen en meer waardering voor de werkvloer. Dat is de kern van het kabinetsstandpunt over het rapport van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) 'Bewijzen van goede dienstverlening' waarmee de ministerraad op voorstel van minister Pechtold voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties heeft ingestemd.

Volgens het kabinet sluiten de analyse en aanbevelingen van de WRR goed aan bij het Programma Andere Overheid. De WRR constateert dat door de grote en onnodige regeldruk en vele rapportageverplichtingen een enorme bureaucratie in instellingen is ontstaan. Dit belemmert professionals op de werkvloer, maakt maatwerk onmogelijk en tast de kwaliteit van de dienstverlening aan. Er is een effectiever sturingsmodel nodig wat niet alles waterdicht regelt, maar juist ruimte laat aan professionals, zodat de dienstverlening weer centraal komt.

Analoog aan de grote dereguleringsoperaties voor bedrijfsleven en burgers wordt ook een project 'administratieve lasten instellingen' gestart. De regels voor instellingen worden kritisch tegen het licht gehouden om overbodige regels te schrappen en het aantal regels te verminderen. Daarnaast wordt het aantal toezichthouders beperkt en komen er experimenten om professionals op de werkvloer meer ruimte te geven, zoals 'regelarme en vrije experimenteerruimte' in het onderwijs, de arbeidsbemiddeling, de volkshuisvesting en de gezondheidszorg. Specifiek voor de welzijnssector wordt het beleid gericht op vergelijking van gemeentelijke prestaties.

Het kabinet benadrukt dat de nieuwe aanpak niet alleen gevolgen heeft voor beleidsmakers, uitvoerders en toezichthouders, maar ook voor de politieke aansturing. Zowel de regering als het parlement zal terughoudend moeten zijn met het invoeren van verdere regelgeving, toezicht en verantwoordingsplichten in de sectoren onderwijs, welzijn, zorg, arbeid en wonen.

Het kabinetsstandpunt wordt op korte termijn aan de Tweede Kamer gezonden. Aanvullende voorstellen over de uitvoering van dit kabinetsstandpunt kan de Kamer eveneens op korte termijn tegemoet zien.

RVD, 08.04.2005