Ministerie van Financiën


http://www.minfin.nl

Gezamenlijk persbericht ministerie van Buitenlandse Zaken en Financiën

Van Ardenne en Zalm: meer schuldverlichting armste landen

De ministers Van Ardenne (Ontwikkelingssamenwerking) en Zalm (Financiën) zijn voorstander van meer schuldverlichting voor de armste landen, mits voldaan wordt aan een aantal voorwaarden. Arme landen krijgen meer financiële armslag om hun Millennium Ontwikkelingsdoelen te halen, als zij tot 2015 worden verlost van het betalen van rente en aflossing aan de internationale financiële instellingen Wereldbank, Afrikaanse Ontwikkelingsbank, en IMF. Nederland stelt als voorwaarden dat schuldverlichting alleen gegeven wordt aan landen die een gezond begrotingsbeleid voeren en die discipline tonen in het aangaan van nieuwe schulden, in lijn met het nieuwe schuldhoudbaarheidsraamwerk van IMF en Wereldbank. Bovendien moeten rijke landen in navolging van Nederland serieus werk maken van het vergroten van de toegang van arme landen tot westerse markten en het afschaffen van handelsverstorende subsidies, waardoor de financiële positie van arme landen verbetert. Doen alle rijke landen mee aan een dergelijk initiatief, dan kan de extra schuldverlichting in de komende tien jaar oplopen tot 25 miljard dollar wereldwijd. Schuldverlichting zal een belangrijk onderwerp zijn tijdens de komende Voorjaarsvergaderingen van IMF en Wereldbank, waarvoor gisteren de agenda naar de Tweede Kamer is verzonden.

Nederland acht het cruciaal dat middelen die vrijkomen als gevolg van schuldverlichting verantwoord worden gebruikt voor economische groei en armoedebestrijding. Daarom zal de schuldverlichting alleen verstrekt mogen worden aan landen die een gezond begrotingsbeleid voeren. Als een land op enig moment niet meer aan deze eis voldoet, dan zal de donorfinanciering van de schuldendienst worden stopgezet. Ten tweede wil Nederland voorkomen dat landen die schuldverlichting krijgen, tegelijkertijd te veel nieuwe dure leningen aangaan. Om deze reden zal als voorwaarde moeten gelden dat landen alleen hulp krijgen als ze een verantwoord schuldenbeleid voeren. Het IMF en de Wereldbank kunnen erop toezien of de landen zich aan deze twee voorwaarden houden. Ook vindt Nederland dat voor schuldverlichting meer nodig is dan alleen ontwikkelingshulp; er moet ook voortgang worden geboekt in het vergroten van de toegang van arme landen tot westerse markten en in de afschaffing van handelsbelemmerende subsidies. Immers, meer export betekent een betere financiële positie. Nederland wil daarom dat de rijke landen serieus werk maken van een goede afronding van de WTO/Doha-onderhandelingen eind van dit jaar in Hong Kong.

Nederland zal zijn financiële bijdrage richten op de landen waarmee het reeds een langdurige ontwikkelingsrelatie heeft. Nederland betaalt dan tot 2015 de rente en aflossing die arme landen schuldig zijn aan de Wereldbank en de Afrikaanse Ontwikkelingsbank. De bijdrage is gebaseerd op het Nederlandse aandeel in de Wereldbank. Nederland hoopt dat naast het Verenigd Koninkrijk en Canada ook andere landen zich bereid verklaren mee te werken aan meer schuldverlichting en dat een breed gesteund, definitief plan voor schuldverlichting tijdens de VN-top in september kan worden gepresenteerd. Dan wordt de voortgang in de realisatie van de Millennium Ontwikkelingsdoelen besproken.

Wat de verlichting van IMF-schulden betreft, kan Nederland instemmen met de beperkte inzet van IMF-goud. Wel moet de financiële positie van het IMF gezond blijven en mag de goudmarkt niet verstoord worden. Nederland vindt daarom dat de opbrengst van de goudverkoop in een investeringsfonds gestort moet worden waarvan alleen de beleggingsopbrengsten gebruikt worden. Ook moet de goudverkoop passen binnen de plannen die de centrale banken hebben voor de verkoop van hun goud in de komende jaren. Het IMF bekijkt momenteel deze voorstellen. Nederland zal geen middelen voor zuivere ontwikkelingshulp (ODA) inzetten voor de kwijtschelding van IMF-schulden.

Van Ardenne en Zalm hopen dat hun steun een aanmoediging is voor andere donoren om op deze wijze hun budget voor ontwikkelingshulp te verhogen in de richting van de internationale norm van 0,7% van het nationaal inkomen. Het Nederlandse ontwikkelingsbudget bedraagt 0,8% van het nationaal inkomen. Door de steun willen ze een nieuwe impuls geven aan de discussie over schuldverlichting voor de armste landen. Worden de Nederlandse ideeën overgenomen, dan zal Nederland ook bijdragen aan de financiering van deze vorm van schuldverlichting.

Voor meer informatie, zie de geannoteerde agenda van de voorjaarsvergadering:
http://www.minfin.nl/BFB05-688.doc

Woordvoerders:
William Lelieveldt, Ministerie van Financiën
Tel. 070-3428236, mobiel 06-22929252 of email
w.f.lelieveldt@minfin.nl
Marie-Christine Lanser, Ministerie van Buitenlandse Zaken Tel. 070-3484167, mobiel 06-53180757 of email mc.lanser@minbuza.nl

08 apr 05 11:31