Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut

het weer nader verklaard

Onvoorstelbare groeisnelheid

(links/ tabel/ natuurkalender/ Klimaatverandering in eigen tuin zichtbaar in natuurkalendergids)

Na een echte warmtegolf, waarbij de temperatuur op veel plaatsen tot boven 20 graden opliep, hebben we te maken met een veel koudere periode. De snelle ontwikkeling in de natuur, aan de gang gebracht door de hoge temperaturen en later ook nog regen, gaat echter onverminderd door. Wat betreft de eerste bloei heeft de natuur dit voorjaar de zeer vroege lente van 2004 bijkans ingehaald.

De hoge nachttemperaturen en de regen aan het einde van de warme periode deed grassen en kruiden versneld groeien. Bij gunstige omstandigheden bedraagt de groei van plantendelen vaak vele centimeters tot een decimeter per dag en soms nog meer. De celdeling in de daarvoor aan de top van stengels en wortels aanwezige weefsels, de meristemen, gaat dan zo snel dat onder de microscoop de kerndeling, die aan de celdeling voorafgaat, is te volgen. De eigenlijke lengtegroei volgt door celstrekking van de nieuw gevormde cellen. De zeer snelle groei is bijvoorbeeld mooi te volgen bij fluitenkruid en bolgewassen als narcis en tulp.

Pinksterbloemen of paasbloemen?
De eerste dagen met het lenteweer waren droog met veel zon. De temperatuur was toen nog niet zo hoog. Het was uitstekend weer voor zogeheten bodembloeiers, zoals klein hoefblad, ereprijs, madelief, hondsdraf, speenkruid en paarse dovenetel. Deze planten kwamen massaal in bloei. Op de laatste warme dagen verschenen ook paardebloemen en pinksterbloemen. De pinksterbloemen bloeiden nog net niet met de paasdagen, maar Pasen was dit jaar ook zeer vroeg. Voordat er in Nederland duidelijk warmere lentes voorkwamen, bloeiden de Pinksterbloemen eveneens soms al ver voor Pinksteren, maar de laatste vijftien jaar is bloei op de paasdagen geen uitzondering meer. Omdat het weer nu veel kouder en wisselvalliger is zal er de eerste tijd nog geen sprake zijn van gele wegbermen (paardebloemen) of licht lila weilanden (pinksterbloemen), maar na het weekeinde zal dit niet lang meer op zich laten wachten.

De prachtige bloei van de vroege Prunussoorten en de sleedoorn, ook een Prunus, loopt ten einde, maar zodra het weer iets warmer volgt de bloei van krentenbomen wilde kers. In de tuinen staan de Magnolia's al vanaf eind maart in volle bloei. Het warme weer was niet alleen te veel voor krokussen, ook de narcissen gaan nu snel achteruit. Er voor in de plaats komen de tulpen. Tulpenbollen, die in de grond bleven, bloeien eerder dan nieuw geplante bollen, die na het planten eerst nog moeten wortelen.

Het uitlopen van de bomen gaat trager dan de groei van de kruiden. De sapstroom moet op gang komen door het ontstaan van de worteldruk. De temperatuur in de diepere bodem is na het smelten van de dikke sneeuwlaag nog aan de lage kant. De kastanjebomen komen geleidelijk in blad, sommige zijn al geheel groen en de kaarsen zichtbaar. Treurwilgen staan er ook al groen bij doordat tegelijk met de katjes de eerste blaadjes verschijnen. De katjes van de groene treurwilg (Salix babylonica) bevatten geen stuifmeel, de meeste stekken komen van vrouwelijke exemplaren De veel meer aangeplante gele treurwilg (Salix alba 'tristisis') is een cultuurproduct, een bastaard van de schietwilg (Salix alba) en kan mannelijk en/of vrouwelijk zijn. De gele kleur is karakteristiek voor de jonge twijgen. De iepen zijn ook al groen, niet vanwege het blad, maar omdat de twijgen beladen zijn met schijfvormige vruchten. Het uitlopen van de beuk wordt voor het midden van het land omstreeks half april verwacht. Beuken lopen na 1988 zo'n veertien dagen eerder uit dan in de jaren daarvoor. Spoedig volgen populieren en platanen, nog iets later essen, linden, esdoorns en berken. De allerlaatste in blad komende boom is de Acacia, meestal pas in mei.

Berkenstuifmeel moet nog komen
Op het ogenblik is er niet veel stuifmeel in de lucht. De weersomstandigheden dragen hiertor bij en bovendien is het stuifmeel dat geen allergische reacties bij daarvoor gevoelige personen veroorzaakt. Sterke reacties geeft het stuifmeel van grassen en berken. De bloei van beide planten is nog niet begonnen. Matige reacties veroorzaakt het stuifmeel van hazelaar en els. Die zijn echter vrijwel uitgestoven. Stuifmeel van de els was er al eind december, begin januari, maar daarna verdween het weer uit de atmosfeer. De stuifmeelproductie kwam weer op gang in februari, maar de bulk kwam pas omstreeks half maart toen het niet alleen droog was maar ook belangrijk warmer. De elzen stoven eigenlijk twee keer. Andere windbestuivers als de iep, de wilg en de populier zijn vrijwel uitgestoven. Essen zijn nu de stuifmeel producerende bomen, de mannelijke populieren zijn hun katjes al kwijt geraakt. Het wachten is op de berk, waarvan het begin van de stuifmeelproductie in de komende week verwacht kan worden. Knol- en bolgewassen als krokus, tulp en narcis produceren ook veel stuifmeel, maar bij die planten is het een kleverige substantie, die door insecten wordt verzameld en zodoende verspreid. Het komt niet in grote hoeveelheden voor in de atmosfeer.

door Baltus Zwart, oud- meteoroloog KNMI

Bomen, struiken en kruiden illustreren vervroeging van de lente na 1987

(bron: B. Zwart, Meteorologica, 1-2000 en recente waarnemingen)

 Begin bladontplooiing of       Gemiddelde datum Gemiddelde datum  Verschil in
 bloei                                                             dagen
                                1975-1988        1988-2002
 Van boom en plant



 Oude beuken KNMI-park          1 mei            22 april          9 dagen

 Eiken KNMI-park                3 mei            24 april          9 dagen

 Vroegste kastanje KNMI-park*   7 april          19 maart          19 dagen

 Idem (begin bloei)*            4 mei            15 april          19 dagen

 Appel                          7 mei            23 april          14 dagen

 Peer                           22 april         11 april          11 dagen

 Prunus serrulata (Oosterse     25 april         17 april          8 dagen
 Kers)

 Magnolia ("Tulpenboom")        18 april         3 april           15 dagen

 Hamamelis                      14 januari       4 januari         10 dagen

 Forsythia                      25 maart         5 maart           20 dagen

 Cornus mas (Gele Kornoelje)    1 maart          10 februari       19 dagen

 Hazelaar (begin stuiven)       7 februari       19 januari        19 dagen

 Zwarte Els (begin stuiven)     2 maart          13 februari       17 dagen

 Crocussen KNMI-park            7 maart          19 februari       14 dagen

 Gele Trompetnarcis (Dutch      30 maart         11 maart          19 dagen
 Master)

 Speenkruid                     29 maart         2 maart           27 dagen

 Fluitenkruid                   25 april         8 april           17 dagen

 Klein Hoefblad                 24 maart         26 februari       26 dagen

 Paardebloem                    15 april         13 maart          33 dagen

* Gekapt in 2000
Bron: Baltus Zwart. Wat doet de natuur als het klimaat verandert. Meteorologica, maart 2000.

Baltus Zwart volgt de ontwikkelingen in de natuur en schreef daarover een aantal bijdragen in Weermagazine en Meteorologica.

Literatuur:

J.P.M. Woudenberg. Geschiedenis van de Landbouwmeteorologie in Nederland tot 1972. Technisch rapport KNMI, TR 116, De Bilt 1989.

Overeem, Aart en Arnold J.H. van Vliet en Rudolf de Groot (Wageningen Universiteit). Vervroeging van het hooikoortsseizoen in een warmer klimaat? Meteorologica 1-2003.

Natuurkalender: klimaatverandering in je achtertuin

Het VARA-programma "Vroege Vogels", zondagochtend tussen 8 en 10 uur op radio 1, besteedt onder de naam "De Natuurkalender" , aandacht aan het uitlopen van de bloeiende natuur en het verschijnen van vlinders en vogels. Het project, dat vorig jaar startte is een groot succes; talloze natuurliefhebbers volgen de ontwikkelingen in hun tuin en geven de informatie trouw door. De opzet is om met hulp van Nederlanders gestructureerd fenologische waarnemingen uit Nederland te verzamelen en analyseren. Door oude en nieuwe gegevens te vergelijken kan inzicht worden verkregen in het verband tussen de fenologie en het klimaat en of de fenologie al is veranderd door de temperatuurstijging. U kunt zelf uw eigen natuurkalender bijhouden en uw waarnemingen doorgeven via internet of de fenolijn (035 67 11 338). De gegevens komen van pas bij een internationaal onderzoek van de Wageningen Universiteit.

Te laat opgestaan? Luister Vroege Vogels in Real Audio

Lente in het weer nader verklaard

Index het weer nader verklaard

Laatste wijziging: 8 april 2005

Harry Geurts, PR & Voorlichting KNMI
Copyright © KNMI