Algemene Rekenkamer
- 7 april 2005 -
Oude knelpunten gelden nog steeds
Kustwacht geen samenhangend geheel van diensten
Ministeries nemen niet altijd de verantwoordelijkheden die ze wel in het samenwerkingsverband Kustwacht voor de uitvoering van de taken van de Kustwacht zijn aangegaan. Het gaat hierbij vooral om het beschikbaar stellen van het benodigde personeel en materieel. Hoewel de verschillenden partijen zich positief uitspreken over de samenwerking op de werkvloer, prevaleert het departementale beleid vaak boven het gezamenlijke Kustwachtbelang. Er zijn geen (meetbare) doelstellingen voor de Kustwacht geformuleerd. De aansturing van de Kustwacht gebeurt vooral door het specificeren van vaar- en vlieguren. De behoefte hieraan wordt echter niet goed onderbouwd. Hierdoor is ook niet duidelijk welke risico s ontstaan als de Kustwacht taken niet of in mindere mate uitvoert. Dit staat in het rapport Functioneren Kustwacht Nederland dat de Algemene Rekenkamer vandaag publiceert.
De Kustwacht is een samenwerkingsverband tussen de Ministeries van VenW, Financiën (Douane), LNV (Algemene Inspectiedienst), Justitie, BZK (KLPD) en Defensie (Koninklijke Marine en Koninklijke Marechaussee). De dagelijkse operationele leiding is neergelegd bij de Directeur Kustwacht. Deze functie wordt altijd vervuld door een marineofficier.
De Kustwacht is belast met zeven handhavingstaken: een algemene politietaak, milieuwetgeving, visserijwetgeving, douanetoezicht, grensbewaking en wetgeving rond scheepvaartverkeer en de uitrusting van schepen. Daarnaast heeft de Kustwacht zes dienstverlenende taken: verkeersbegeleiding, vaarwegmarkering, zeeverkeersonderzoek, nood-, spoed- en veiligheidscommunicatie, hulpverlening en redding (Search and Rescue, SAR), rampen- en incidentenbestrijding.
Realisatie planning Kustwacht afhankelijk van ministeries
De Directeur Kustwacht is voor de uitvoering van de taken afhankelijk van de feitelijke medewerking van de diensten. Hij kan niet ingrijpen als schepen, vliegtuigen of het personeel van de diensten niet op het afgesproken moment beschikbaar zijn. Dit kan ertoe leiden dat geplande patrouilles niet doorgaan. De Algemene Rekenkamer constateert dat er met name bij de handhavingstaken sprake is van te weinig beschikbare vaar- en vlieguren.
Dit heeft verschillende oorzaken. Zo trekken departementen middelen soms terug als die niet meer nodig zijn voor de eigen beleidsrealisatie of als gevolg van bezuinigingen.
De Algemene Rekenkamer beveelt in dit verband aan waarborgen te creëren, zodat de Kustwacht kan beschikken over de personele en materiële middelen die nodig zijn voor het leveren van de gevraagde prestaties.
Formele beperkingen bij inzet personeel bij uitvoering van taken
De Kustwacht heeft geen eigen uitvoerend personeel. Uit het onderzoek blijkt dat het aantal beschikbare bemanningen en inspecteurs voor de vaar- en vliegtuigen te laag is om de capaciteit daarvan optimaal te benutten. Ook heeft de Kustwacht te maken met formele beperkingen (rechtspositie, opsporingsbevoegdheden) bij de inzet van personeel. Dit betekent dat voor een gezamenlijke handhavingsactie op zee medewerkers van meer disciplines nodig zijn, omdat de verschillende betrokken diensten verschillende (opsporings)bevoegdheden hebben. Ook de verschillende rechtsposities van de ambtenaren van de ministeries hebben gevolgen voor de planning en uitvoering van gezamenlijke acties. Zo is de geplande samenwerking van de Douane met het KLPD niet gerealiseerd omdat het KLPD een rust- en werktijdenregeling heeft die minder vaaruren op zee toelaat dan in dit geval de Douane. Om de doelmatigheid van de Kustwacht te vergroten beveelt de Algemene Rekenkamer onder andere aan om de rechtspositie van het personeel dat voor de Kustwacht wordt ingezet te harmoniseren en ook de opsporingsbevoegdheden ruimer te maken dan voor de eigen specifieke taak.
Knelpunten worden in interdepartementale discussie meegenomen
De Algemene Rekenkamer heeft in 1998 een vergelijkbaar onderzoek gepubliceerd. Veel van de toen gesignaleerde knelpunten bleken ook nu nog te bestaan. Wel hebben de ministeries in 2004 belangrijke initiatieven genomen om nu tot verbeteringen te komen. Uit de reacties van de betrokken ministers op het onderzoek blijkt dat zij zich kunnen vinden in de meeste conclusies en aanbevelingen. Niet alle ministers herkennen zich echter in de conclusie dat departementale belangen boven kustwachtbelangen gaan. De conclusies en aanbevelingen van de Algemene Rekenkamer zullen worden gebruikt bij het al lopende interdepartementale proces ter voorbereiding van het kabinetsstandpunt over de Kustwacht.
Algemene Rekenkamer