De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
ons kenmerk: DK. 2005/141
datum: 07-04-2005
onderwerp: Terugvordering onrechtmatig bestede middelen en toekomstige
positionering stichting STOAS. TRC 2005/1912
Bijlagen:
Geachte Voorzitter,
Bij deze brief informeer ik u, in vervolg op mijn brief van 9 februari
2004, over de terugvordering van de door stichting STOAS onrechtmatig
bestede publieke middelen alsmede over de toekomstige positionering
van het onderwijs van de stichting STOAS. Ook bij de beantwoording van
vragen van uw Kamer met betrekking tot de ontwikkelingen aangaande
STOAS (28 248 nr. 62 d.d. 20 september 2004) heb ik toegezegd u
hierover nader te zullen informeren.
Met betrekking tot de bij de stichting STOAS ontstane financiële
problematiek heeft feitenonderzoek door Ernst & Young Accountants
plaatsgevonden en heeft de Landsadvocaat advies uitgebracht. De
desbetreffende documenten zijn bij brief 28 248 nr. 62 van 20
september 2004 ter vertrouwelijke kennisneming aan uw Kamer
aangeboden. Op grond van genoemd onderzoek en advies heb ik met de
stichting STOAS afgesproken, dat deze stichting de betrokkenen
aansprakelijk stelt ten einde een zo groot mogelijk deel van de
onrechtmatig bestede publieke middelen terug te krijgen. Inmiddels is
dit gebeurd. De Staat kan de betrokkenen zelf niet aansprakelijk
stellen, omdat deze juridisch gezien in de onderhavige zaak geen
belanghebbende is. Omdat deze procedures in het algemeen langdurig
zijn, kan het enige tijd duren voordat duidelijk wordt in welke mate
hiermee succes zal worden geboekt. Een deel van de desbetreffende
middelen is reeds terugontvangen doordat stichting STOAS een
overeenkomst heeft gesloten met de Rabobank, met als inhoud dat de
Rabobank de vordering van stichting STOAS op STOAS Holding b.v.
overneemt. Het onrechtmatig bestede bedrag vermindert daardoor tot EUR
3,4 mln.
Om de kansen tot terugwinning niet te verminderen, ga ik hier niet
verder in op de details van de verschillende acties. Over de
resultaten ervan zal ik u te zijner tijd informeren.
De stichting STOAS verzorgt de enige lerarenopleiding in het groene
onderwijs. Daarmee vormt het een onmisbare schakel in het stelsel. Om
de toekomst hiervan veilig te stellen is onderbrenging in een
stabieler bestuurlijk geheel nodig.
In verband daarmee is een proces op gang gebracht dat heeft geleid tot
een voorstel tot een fusie tussen stichting STOAS en CAH Dronten
(onderdeel van de Aeres groep), waarbij de zo ontstane nieuwe
instelling een strategische alliantie aangaat met HAS Den Bosch. De
intentieverklaringen hiertoe zijn onlangs door de besturen van de
betrokken instellingen getekend. Naar mijn mening leidt dit tot een
voldoende robuuste organisatie, die in staat is de opleiding van
leerkrachten voor het groene onderwijs ook in de toekomst te
verzorgen.
Een voorwaarde voor de genoemde fusie én strategische alliantie is,
dat de financiële situatie van de Stichting STOAS op orde wordt
gebracht. Op dit moment heeft de stichting STOAS een negatief vermogen
en een acuut tekort aan liquiditeiten. Met het oog hierop heb ik
besloten een eenmalige extra bijdrage ter grootte van EUR 1,4 mln. aan
de stichting STOAS te verstrekken. Dit is bedoeld om de instelling van
voldoende werkkapitaal te voorzien ten einde - in het licht van de
voorgenomen fusie - de continuïteit voor de komende jaren veilig te
stellen. Deze extra bijdrage wordt verstrekt onder de voorwaarde dat
stichting STOAS, dan wel haar rechtsopvolgers, aan LNV alle middelen
terugbetaalt die ontvangen worden als gevolg van de eerdergenoemde
juridische procedures alsmede als gevolg van extra opbrengsten van de
verkoop van de vordering op STOAS Holding b.v., tot een maximum van
EUR 3,4 mln. Op deze manier vorder ik, op termijn en gekoppeld aan de
mogelijkheden tot verhaal, de onrechtmatig bestede publieke middelen
terug.
De minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit,
dr. C.P. Veerman
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit