Persbericht
Georganiseerde autodiefstal - kenmerken en achtergronden van een
illegale branche in beeld gebracht
7 april 2005
Uit landelijk onderzoek naar georganiseerde autodiefstal komt naar
voren dat ruim tweederde van de onderzochte criminele groepen is te
typeren als internationaal georiënteerd waarbij Noord- en
West-Afrikaanse landen het meest voorkomen als de afzetgebieden voor
dure en luxe gestolen autos. Dit blijkt uit een onderzoek dat in
opdracht van het ministerie van Justitie door een onderzoeksteam van
Advies- en Onderzoeksgroep Beke is uitgevoerd. De ministers Donner
(Justitie) en Remkes (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties)
hebben het rapport naar de Tweede Kamer verzonden. In een reactie
geven de bewindspersonen aan dat het rapport enkele waardevolle
verbeterpunten voor de opsporing signaleert, maar dat deze geen
aanleiding vormen voor een herziening van de aanpak. Het aantal
autodiefstallen loopt al enkele jaren terug en met name preventieve
(technische) ontwikkelingen blijken waardevol.
De overheid voert, in samenwerking met private partners, al enkele
jaren een succesvolle aanpak van voertuigcriminaliteit. Het aantal
diefstallen is fors teruggelopen van meer dan 23.000 in 2002 naar
16.500 in 2004. Om meer zicht te krijgen op de georganiseerde misdaad
en voertuigcriminaliteit is het WODC (Wetenschappelijk Onderzoeks- en
Documentaticentrum) van het ministerie van Justitie in samenwerking
met Advies- en Onderzoeksgroep Beke een onderzoek gestart. Daartoe is
samen met rechercheteams in het hele land een analyse gemaakt van 25
opsporingsonderzoeken uit de afgelopen drie jaar. Deze analyse is
aangevuld met een literatuurstudie, het raadplegen van experts en
justitiële documentatie en het uitvoeren van een overall analyse van
de opsporingsonderzoeken.
Het rapport laat zien dat er binnen de georganiseerde autodiefstal
sprake is van een keten van functies en functiegroepen die dynamisch
samenwerken en die begint bij de diefstal en eindigt bij de afzet of
verkoop van de gestolen autos of auto-onderdelen. Gedacht moet worden
aan stelers, koeriers, omkatters, strippers, makelaars c.q. helers,
inpakkers c.q. stashers, documentenvervalsers, en opdrachtgevers c.q.
afnemers.
Uit het onderzoek komt verder naar voren dat de nationaal
georiënteerde groepen relatief klein zijn (tussen de 3 en 5 personen).
De leden van de groep zijn van Nederlandse afkomst en kennen elkaar
vaak al langere tijd. De internationaal georiënteerde groepen zijn
groter (tussen de 5 en 25 personen) en er is meer sprake van een
bepaalde vorm van regie waarbij één of meerdere personen de vraag en
aanbod van gestolen autos of onderdelen coördineren. De leden van de
internationaal georiënteerde groepen hebben uiteenlopende etnische
achtergronden. De relaties binnen deze groepen zijn vaak gebaseerd op
familieverbanden of hechte vriendschappen.
Binnen de nationaal georiënteerde groepen blijken dezelfde personen
vaak meerdere functies te vervullen terwijl binnen de internationaal
georiënteerde groepen er vooral aparte groepen bestaan met een
specifieke functie. Bepaalde functies of functiegroepen blijken
etnisch-specifiek te zijn; met name groepen (voormalig) Joegoslaven
komen naar voren als stelersgroepen. Wat betreft de functies blijkt
dan dat makelaars en helers de meest verbindende personen zijn binnen
de criminele groep en tussen criminele groepen die zich bezighouden
met autodiefstal. Ook stelers komen regelmatig in beeld als
verbindende schakels tussen verschillende criminele groepen. Groepen
waarbinnen verschillende functies te onderscheiden zijn, werken in
wisselende verbanden dynamisch samen. Men weet elkaar te vinden. Ook
nationaal georiënteerde groepen blijken indien nodig aan te sluiten
bij een internationaal georiënteerde groep.
Opbrengsten en schade
De hoofdmotivatie dat personen en groepen samen werken is het
financiële gewin. Het is lastig een beeld te krijgen van wat de
verdachten opstrijken met de criminele activiteiten. De meeste
verdachten laten geen extreem bestedingspatroon zien, terwijl de
financiële verdiensten per groep op kunnen lopen tot in de tonnen.
Naast de directe financiële schade en de impact voor de slachtoffers
is er ook sprake van andere vormen van schade. Te denken valt
bijvoorbeeld aan de verstoring van de legale markt, imagoschade voor
de autodealers, aan de schade ten gevolge van braak en ramkraken én
aan kosten die politie en justitie maken om deze vorm van
criminaliteit aan te pakken. Binnen vrijwel alle groepen blijkt op één
of andere wijze een relatie te bestaan met de legale branche.
Nieuwe markten
Wanneer gekeken wordt naar de ontwikkelingen op het gebied van
georganiseerde autodiefstal in de afgelopen 15 jaar blijkt dat er nog
steeds sprake is van groepen autochtone Nederlanders die lokaal en
regionaal opereren. Wel lijken ze steeds meer internationaal te zijn
gaan opereren en blijken ze in staat aan te haken bij andere
(internationale georiënteerde) criminele groepen. Waar dadergroepen
uit Oost-Europa in de jaren negentig een belangrijke rol vervulden bij
georganiseerde autodiefstal is er nu veel meer sprake van
internationaal georiënteerde groepen bestaande uit verscheidene
etniciteiten. Dit hangt wellicht samen met de nieuwe afzetmarkten in
met name Noord- en West-Afrika waar een grote vraag is naar dure autos
zoals de Sports Utility Vehicles. Er gaan dan ook meer gestolen autos
via de havens ons land uit. Daarnaast is er, terwijl midden jaren
negentig een duidelijke stroom van gestolen autos richting Oost-Europa
verdween, nu meer sprake van de afzet van auto-onderdelen in die
richting.
Een ontwikkeling van een andere aard is dat de georganiseerde
autodiefstal van een objectmisdrijf richting een persoonmisdrijf aan
het verschuiven is omdat de autos steeds beter beveiligd zijn en er
veelal aan de diefstal van een dure auto een woninginbraak voorafgaat.
Bij de woninginbraak gaat het de dieven om de originele sleutels
waarmee de beveiligde autos te stelen zijn. Met name experts
waarschuwen voor het risico van een toename van home- en carjackings.
Handreikingen voor een aanpak
In het rapport worden verschillende handreikingen gedaan voor de
aanpak van het fenomeen georganiseerde autodiefstal. De onderzoekers
concluderen dat (georganiseerde) autodiefstal intensievere aandacht
dient te krijgen van politie en justitie omdat blijkt dat aan vele
vormen van ernstige criminaliteit een autodiefstal voorafgaat. Hierbij
valt te denken liquidaties en overvallen. Met een verbeterde aanpak
van het fenomeen zouden ook andere ernstige misdrijven voorkomen of
opgelost kunnen worden. Andere aandachtspunten zijn onder andere:
* Het professionaliseren van het opsporingsproces, waarbij er meer
aandacht dient te zijn voor het regio- en grensoverschrijdende
karakter van het fenomeen.
* Het Openbaar Ministerie zou rechercheteams de mogelijkheid moeten
geven om vaker door te rechercheren waardoor naast de meer
inwisselbare stelersgroepen ook andere essentiëlere en minder
inwisselbare functies ontmanteld kunnen worden.
* Het bevorderen van technische preventiemiddelen die
persoonsonafhankelijk zijn. Bijvoorbeeld wel het gebruik van
zogenoemde Micro-dots, maar geen beveiliging waarbij een
vinger(afdruk) noodzakelijk is voor het starten van de auto.
* Het duidelijker afspreken van procedures met betrekking tot het
scheiden van kentekenpapieren bij schadevoertuigen waardoor
omkatten van autos moeilijker wordt.
* Het intensiveren van interdisciplinaire controle- en
handhavingsacties bij gevoelige bedrijven binnen de georganiseerde
autodiefstal. Te denken valt aan gecombineerde politie-, milieu-,
belasting- en/of douanecontroles.
In Nederland zijn in de afgelopen jaren successen geboekt in de
bestrijding van autodiefstal. Het is dan ook de verwachting dat door
de diverse partijen die bij het fenomeen georganiseerde autodiefstal
betrokken zijn en die met elkaar in gesprek zijn uitvoering gegeven
kan worden aan de voorgestelde maatregelen. Vanzelfsprekend dienen
overheid, autobranche en verzekeringsmaatschappijen daarbij vanuit hun
eigen specifieke verantwoordelijkheid te handelen.
Reactie Justitie/BZK
De ministers Donner en Remkes geven in een reactie aan dat het rapport
duidelijk maakt dat de aanpak succesvol is maar dat er nadere accenten
gelegd kunnen worden in de opsporing. Voertuigcriminaliteit is al
enkele jaren een belangrijk aandachtspunt. Het aantal diefstallen
daalt en zowel nationaal als regionaal lopen er diverse
opsporingsonderzoeken. Binnen de 6 Bovenregionale rechercheteams zijn
duidelijke aanspreekpunten voor de aanpak van voertuigcriminaliteit.
Ook het gebruik van technische middelen om gestolen voertuigen te
traceren blijkt effectief. Zoals bijvoorbeeld het installeren van
Global Posititioning System (GPS), het gebruik van micro-dots op
diverse onderdelen en de ontwikkeling van Electronic Vehicle
Identification (EVI) waarbij in aangebrachte microchips de identiteit
van de auto is vastgelegd. Ook internationaal is er aandacht voor deze
vorm van criminaliteit onder meer via Europol en Interpol. Deze
laatste beheert onder meer het gestolen voertuigregister.
De bewindspersonen sporen de gemeenten aan door te gaan met de aanpak
van zogenoemde vrijplaatsen waar malafide handel in voertuigen en
onderdelen plaatsvindt. De ministers wijzen hierbij op de mogelijkheid
om daarvoor ook de wet Bestuurlijke Integriteitbeoordeling Openbaar
Bestuur (BIBOB) te benutten. Hierdoor kunnen gemeenten controles
uitvoeren op basis van de verlening voor milieuvergunning. Ook willen
de bewindspersonen dat in alle situaties van zware schade aan het
voertuig de documenten worden ingenomen om misbruik van
voertuigregistratie te voorkomen. Tevens wordt de Raad van
Hoofdcommissarissen verzocht nog dit jaar te rapporteren over de wijze
waarop er een centrale coördinatie plaats kan vinden op
bovenregionale, nationale en internationale onderzoeken. Tevens dient
er aandacht besteed te worden aan het uitwisselen van informatie in
algemene zin en het borgen van deskundigheid. Verder komt er, ter
uitvoering van een onder het Nederlandse voorzitterschap van de
Europese Unie tot stand gekomen Raadsbesluit, een internationaal
contactpunt bij het Korps Landelijke Politiediensten.
Ministerie van Justitie