Nivel
NIVEL international
Ergotherapie nuttig bij reuma en na beroerte
31 maart 2005
Mensen die door reuma of na een beroerte moeite hebben met gewone
dagelijkse handelingen, zoals zich aankleden, werken of hun hobby
beoefenen, hebben baat bij ergotherapie. Door die handelingen te
trainen, aan te passen of te vereenvoudigen, worden ze minder
afhankelijk van de hulp van anderen. Bovendien is de kans op
vereenzaming minder groot, doordat ze hun vroegere activiteiten weer
oppakken.
Dit blijkt uit het promotieonderzoek dat drs. Esther Steultjens op het
NIVEL uitvoerde gesubisidieerd door het Reumafonds en het College voor
Zorgverzekeringen (CvZ), en waarop zij op 6 april 2005 hoopt te
promoveren aan de Vrije Universiteit (VU) te Amsterdam.
Aan de hand van een literatuurstudie heeft Steultjens de effectiviteit
van ergotherapie onderzocht bij ouderen, bij reuma-patiënten, bij
mensen die een beroerte hebben gehad, en bij patiënten met een
progressieve neurologische aandoening (zoals Parkinson, multiple
sclerose, of de ziekte van Huntington) en kinderen met spasticiteit
(cerebrale parese).
Opnieuw een ei leren bakken
Ergotherapie wordt voorgeschreven bij patiënten die door een meestal
chronische aandoening moeite hebben met hun gewone dagelijkse
bezigheden. Van bijvoorbeeld de 32.000 mensen die jaarlijks in
Nederland een beroerte krijgen, heeft na een jaar 66% van de
overlevenden problemen met zelfstandig functioneren. Driekwart van de
overlevenden heeft problemen met een zinvolle tijdsbesteding.
De ergotherapeut kijkt dan wat de patiënt belangrijk vindt: wat wil
hij of zij weer kunnen doen? Samen met de patiënt wordt er gezocht
naar oplossingen om die alledaagse handeling weer mogelijk te maken.
De aanpak kan bestaan uit het opnieuw leren om iets te doen, leren om
iets op een andere manier te doen, of leren om hulpmiddelen erbij te
gebruiken. Wat mensen belangrijk vinden is uiteraard heel divers. Het
kan gebeuren dat je met iemand de keuken in gaat om ze opnieuw te
leren een ei te bakken, of dat je met iemand gaat oefenen hoe hij of
zij weer les kan gaan geven, vertelt Steultjens.
Nederland telt ongeveer 2.500 ergotherapeuten. Onbekend was echter
welke patiëntengroepen baat hebben bij hun werkzaamheden en welke
aanpak het meest effectief is. Uit het promotie-onderzoek van
Steultjens komt nu naar voren dat ergotherapie effectief blijkt te
zijn bij ouderen, bij reuma-patiënten, en bij mensen die een beroerte
hebben gehad. Meer in het bijzonder blijkt dat aanwijzingen voor het
zo min mogelijk belasten van gewrichten, zoals het met twee handen
optillen van een kopje, het meeste effect hebben bij reuma. Bij
dementie en na een beroerte blijkt vooral strategietraining effectief:
zorg er bijvoorbeeld voor dat je alles wat je voor een bepaalde
activiteit nodig hebt alvast op volgorde klaarlegt. Bij ouderen
blijken ook advies en instructie over het gebruik van hulpmiddelen,
zoals steunen op het toilet, en bewustmaking van onveilige situaties
erg belangrijk.
Er zijn nog geen uitspraken te doen over de effectiviteit van
ergotherapie bij patiënten met progressieve neurologische aandoeningen
en kinderen met spasticiteit. Daarvoor is er ofwel nog te weinig
onderzoek gedaan, of zijn de beschikbare studies van een te slechte
kwaliteit. De aanbeveling die uit het promotieonderzoek naar voren
komt is dan ook om te gaan bekijken welke specifieke aanpak het meest
effectief is bij die patiëntengroepen.
Subsidiënt en samenwerkingspartners
Bovengenoemd onderzoek is uitgevoerd door het NIVEL en gesubsidieerd
door het Reumafonds en het College voor Zorgverzekeringen (CVZ).
Zie ook
* het Nederlandstalige samenvattingshoofdstuk van bovengenoemd
proefschrift (8 pag. 98 kB PDF)
* het NIVEL onderzoeksprogramma Paramedische Zorg
* het NIVEL-dossier Paramedicus
* NIVEL rapporten bestellen