Den Haag, 1 april 2005

Vragen van de leden Bussemaker en Van Dijken (beiden PvdA) aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de minister van Volksgezondheid Welzijn en Sport

over het feit dat pijn en vermoeidheid bij de WAO-keuring niet meetellen

1. Bent u op de hoogte van rapport van de Stichting de ombudsman en Breed Platvorm Verzekerden Meer confrontatie en minder begrip waarin wordt geconcludeerd dat klachten als pijn en vermoeidheid bij mensen met moeilijk objectiveerbare klachten voor de keuring van de WAO nauwelijks een rol spelen ?

2. Heeft u andere signalen dat mensen met moeilijk objectiveerbare klachten zich vaak niet serieus genomen voelen?

3. Welke conclusies trekt de minister uit het feit dat uit het onderzoek blijkt dat in de praktijk de richtlijnen voor verzekeringsartsen weinig worden gebruikt?

4. Is de minister bereid de aanbeveling dat het UWV meer onderzoek doet naar het opstellen en implementeren van heldere, actuele en in de praktijk werkzame richtlijnen voor verzekeringsartsen. En dat er ook meer aandacht komt voor het ontwikkelen van instrumenten die de gevolgen van moeilijk objectiveerbare aandoeningen als pijn en vermoeidheid kunnen meten over te nemen?

5. Kunt u aangeven of de aanbeveling dat de verzekeringsarts meer kan worden aangespoord om gebruik te maken van de mogelijkheden die de wet biedt, zoals het instellen van een arbeidsduurbeperking ook binnen de WIA kan worden uitgevoerd?

6. Kunt u aangeven hoe de communicatie en samenwerking tussen huisarts, behandelaar,

bedrijfsarts en verzekeringsarts thans verloopt? Welke belemmeringen voor goede samenwerking ziet u in wetten en regelgeving en in culturele omgangsvormen?

Zie persbericht op www.stichtingsnationaleombudsman.nl