1 april 2005
Ontwerpadvies biedt alternatief voor kabinetsplannen WW
De WW moet ook toegankelijk blijven voor jongeren en flexwerkers. Zij moeten gedurende maximaal drie maanden in aanmerking kunnen komen voor een loongerelateerde WW-uitkering. De maximumuitkeringsduur van de WW gaat omlaag van vijf jaar naar drie jaar en twee maanden. De ontslagvergoeding wordt niet gekort op de WW-uitkering.
Dat staat in een ontwerpadvies over de toekomstbestendigheid van de WW. Het biedt een alternatief voor de kabinetsvoornemens tot afschaffing van de kortdurende WW-uitkering, aanscherping van de referte-eis in de WW en tot verrekening van de ontslagvergoeding met een WW-uitkering. Het ontwerpadvies zal worden behandeld in de openbare raadsvergadering van vrijdag 15 april.
Huidige en toekomstige sociaal-economische ontwikkelingen vormen aanleiding tot een hervorming van de WW. Centraal hierbij staat het belang van een flexibele arbeidsmarkt, waarbij werknemers perioden van werkloosheid financieel kunnen overbruggen terwijl zij zich actief moeten richten op het vinden van ander werk. De maatregelen in de WW moeten nadrukkelijk gepaard gaan met inspanningen van werkgevers en werknemers voor preventie en reïntegratie.
Werkloosheidswet
Volgens het ontwerpadvies bestaat er recht op een WW-uitkering wanneer in de 39 weken direct voorafgaand aan de werkloosheid in ten minste 27 weken is gewerkt (referte-eis). Wie hieraan voldoet, heeft recht op een loongerelateerde WW-uitkering van in elk geval drie maanden.
Voldoet de werkloze bovendien aan de zogeheten jareneis (in de vijf jaar voorafgaand aan de werkloosheid is in ten minste vier jaar gewerkt) dan neemt de maximale uitkeringsduur met één maand per gewerkt jaar toe, waarbij een maximum van 38 maanden geldt. Wie vier jaar heeft gewerkt, heeft dus recht op maximaal vier maanden WW-uitkering en wie 38 jaren of meer heeft gewerkt op maximaal 38 maanden (= drie jaar en twee maanden).
In de eerste twee maanden bedraagt de uitkering 75 procent van het laatstverdiende loon, daarna is dat 70 procent.
Het kabinet wil de kortdurende uitkering afschaffen en de referte-eis aanscherpen. De voorstellen in het ontwerpadvies pakken aanzienlijk beter uit voor jongeren, starters, flexwerkers en herintreders. Zij blijven in aanmerking komen voor een uitkering en kunnen zo hun inspanningen zoveel mogelijk richten op het vinden van ander werk.
Oudere werklozen
Het ontwerpadvies bevat voorstellen voor een afzonderlijke inkomensvoorziening voor ouderen (IOW), gezien hun relatief zwakke arbeidsmarktpositie. Daarbij gaat het om werknemers die werkloos worden wanneer zij 50 jaar of ouder zijn en die bovendien langer dan 6 maanden recht op een WW-uitkering hebben gehad. Het ontwerpadvies maakt onderscheid tussen personen die bij aanvang van de werkloosheid 50 jaar of ouder waren en personen die bij aanvang van de werkloosheid 60 jaar of ouder waren.
Voor de categorie 50+ voorziet het voorstel in een aanvulling van het gezinsinkomen tot het relevante sociale minimum, met partnerinkomenstoets maar zonder vermogenstoets. Betrokkene dient beschikbaar te zijn voor algemeen geaccepteerde arbeid.
Voor de categorie 60+ bepleit het ontwerpadvies een uitkering op het niveau van het individueel sociaal minimum (70 procent van het minimumloon), waarbij niet wordt getoetst op vermogen of partnerinkomen. Ook voor deze groep geldt een sollicitatieplicht, maar gemeenten kunnen hiervan in individuele gevallen vrijstelling verlenen en betrokkenen in plaats daarvan stimuleren tot maatschappelijke participatie. In het licht van de komende ontwikkelingen op de arbeidsmarkt moet de regeling omstreeks 2010 geëvalueerd worden.
Preventie en reïntegratie
De voorgestelde hervorming van het wettelijke uitkeringsregime moet gepaard gaan met een beleid gericht op preventie van werkloosheid en op reïntegratie. Waar dat mogelijk is, moet via preventie een beroep op de WW worden voorkomen. Het ontwerpadvies bevat daartoe diverse voorstellen, vooral gericht op werkgevers en werknemers in de sectoren en in de bedrijven. Daarnaast worden reïntegratievoorstellen gedaan. Zo moeten de huidige reïntegratie-instrumenten beter en effectiever worden gebruikt. Daarbij is maatwerk het sleutelwoord. Voor de financiering moeten zowel publieke als private middelen kunnen worden ingezet.
De Stichting van de Arbeid bereidt op dit moment een aanbeveling voor ter bevordering van preventie en reïntegratie.
Ontslagpraktijk en WW
Het ontwerpadvies wijst het kabinetsvoornemen af om de ontslagvergoeding te verrekenen met de WW-uitkering, omdat ontslagprocedures dan moeizamer zullen worden waardoor de ontslagpraktijk minder flexibel wordt. Dit is niet bevorderlijk voor de dynamiek op de arbeidsmarkt.
Het ontwerpadvies stemt in met een beperking van de toets in de WW op de verwijtbaarheid van de werkloosheid. Deze maatregel is juist wel bevorderlijk voor de arbeidsmarktdynamiek, doordat de pro forma ontslagprocedures bij de rechter en de CWI sterk worden teruggedrongen. Dit leidt tot een aanzienlijke versoepeling van de ontslagpraktijk en ook vereenvoudigt deze maatregel de uitvoering van de WW.
Volume-effecten
Het Centraal Planbureau (CPB) heeft de effecten berekend van de voorstellen in het ontwerpadvies. Het CPB heeft dit gedaan op basis van een concept van het ontwerpadvies dat later door de SER-commissie beperkt is bijgesteld.
Berekeningen van het CPB leiden tot de conclusie in het ontwerpadvies dat de voorstellen tot hervorming van de WW een structurele initiële afname van het beroep op de WW met 43.000 uitkeringsjaren tot gevolg hebben. Daarnaast blijkt uit de berekeningen dat als gevolg van beperkte gedragseffecten en door de introductie van nieuwe regelingen voor oudere werklozen het totale uitkeringsvolume met 38.000 uitkeringsjaren zou dalen. Het ontwerpadvies geeft aan dat niet voor alle voorstellen effecten konden worden berekend omdat deze nog nadere invulling behoeven. Verondersteld mag worden dat zij zullen leiden tot een veminderd beroep op de WW.
De conclusie in het ontwerpadvies is dat de voorstellen tot wijziging van de WW, die leiden tot een reductie van het WW-volume met 43.000 uitkeringsjaren, voldoen aan de afspraak in het Sociaal Akkoord 2004, namelijk dat deze leiden tot eenzelfde reductie van het WW-volume als de kabinetsvoornemens tot aanpassing van de WW. Het kabinet heeft aangegeven dat een advies dat leidt tot de beoogde volumereductie zeer zwaarwegend zal zijn.
Het ontwerpadvies kondigt aan dat in het advies over het sociaal-economisch beleid op middellange termijn zal worden ingaan op de toekomstige inrichting van de sociale zekerheid, waarbij ook meer fundamentele aanpassingen van de WW aan de orde kunnen komen. Ook het ontslagrecht zal hierbij worden betrokken.
Het ontwerpadvies over de toekomstbestendigheid van de WW is opgesteld door de Commissie Sociale Zekerheid onder voorzitterschap van prof.dr. A.H.J. Kolnaar. Het wordt nu besproken in de achterbannen van de centrale organisaties van werkgevers en van werknemers.
In het afzonderlijke ontwerpadvies over ontslagpraktijk en Werkloosheidswet, dat eveneens is geagendeerd voor de raadsvergadering van 15 april, komt de afwijzing van het kabinetsvoornemen tot verrekening van de ontslagvergoeding met de WW-uitkering meer uitgebreid aan de orde. Dit geldt ook voor het wel onderschreven kabinetsvoorstel voor een beperking van de toets op verwijtbaarheid van de werkloosheid.
Sociaal-Economische Raad