Gemeente Winterswijk
29 maart 2005
Gemeenteraad bespreekt jaarverslag en jaarrekening 2004
Winterswijk - Op donderdag 31 maart aanstaande vergadert de
gemeenteraad onder andere over het jaarverslag en de jaarrekening over
2004. In deze stukken wordt verantwoording afgelegd over de
doelstellingen en de daaraan gekoppelde inkomsten en uitgaven van de
gemeente in 2004. De raad wordt gevraagd de jaarrekening en het
jaarverslag te accorderen. Als de raad de stukken vaststelt is de
gemeente Winterswijk de eerste gemeente in Nederland met een
vastgestelde jaarrekening 2004 die voldoet aan de veranderde
richtlijnen over de verslaggeving. De vergadering is openbaar en
begint om 19.30 uur in de vergaderzaal aan het Handelscentrum 12.
Net zoals in de afgelopen jaren heeft de accountant weer een
goedkeurende verklaring gegeven over de verantwoording van alle
financiële baten en lasten. Een nieuw aspect is de rechtmatigheid. Dit
geeft aan of alle inkomsten en uitgaven volgens de juiste procedures
tot stand zijn gekomen.De accountant kan hierover geen oordeel geven.
Dit komt enerzijds omdat wij intern nog niet voor alle uitgaven
toetsen of aan alle geldende wet- en regelgeving is voldaan en de
juiste procedure is gevolgd. Anderzijds is de concrete uitwerking van
de regelgeving over de rechtmatigheid nog steeds zodanig onduidelijk,
dat het voor de gemeente en de accountant onmogelijk is om vast te
stellen of wij nu wel of niet aan deze regelgeving voldoen. De
Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) en het Ministerie van
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) zijn hierover nog
diepgaand in discussie.
De jaarrekening laat zien dat op een totale exploitatie van 62
miljoen, een klein negatief resultaat (inkomsten - uitgaven) van
230.000 is gerealiseerd. Ten opzichte van vorig jaar is dit een
behoorlijke teruggang, want in 2003 was nog sprake van een positief
resultaat van 2,2 miljoen. Doordat we per saldo zo'n 1,6 miljoen aan
de reserves hebben toegevoegd sluiten we 2004 uiteindelijk af met een
tekort van bijna 1,9 miljoen. Dit tekort wordt gedekt vanuit de
algemene reserve, die daarmee tot een minimum niveau van 1,8 miljoen
daalt. Het totaal aan reserves daalt mede hierdoor van 30,2 naar 30,0
miljoen. Al deze reserves zijn bestemd voor de financiering van
toekomstige projecten waaronder onderwijshuisvesting,
landschapsontwikkeling, riolering en andere investering ten behoeve
van het waterbeheer.