Overheidstekort daalt naar 2,3 procent
Het EMU-saldo van de overheid over 2004 is uitgekomen op -2,3 procent van het BBP. Daarmee ligt het tekort weer onder de Europese norm van 3 procent. In 2003 was het tekort nog 3,2 procent. De daling van het overheidstekort is voornamelijk toe te schrijven aan het Rijk. De EMU-schuld van de overheid is in 2004 verder opgelopen en bedroeg 55,2 procent van het BBP. Dit blijkt uit voorlopige cijfers van het CBS.
Tekort Rijk sterk afgenomen
Het totale tekort van de overheid over 2004 was 10,7 miljard euro. Het grootste deel daarvan, 8,4 miljard euro, kwam voor rekening van het Rijk. In 2003 bedroeg het tekort daarvan nog 13,4 miljard euro. De forse daling is voornamelijk te danken aan hogere belastinginkomsten. Daarnaast zijn de uitgaven iets afgenomen.
De lokale overheid had in 2004 een tekort van 2,8 miljard euro. Het tekort van de lokale overheid blijft relatief hoog. Dit komt door hoge investeringen en een stagnatie bij de grondverkopen. De sociale fondsen kenden een gering overschot van 0,5 miljard euro. Dit is fractioneel hoger dan in 2003.
EMU-schuldquote loopt verder op
Na jaren van daling is de EMU-schuldquote in 2004 voor het tweede opeenvolgende jaar toegenomen. De schuld groeide vorig jaar met 10,8 miljard euro. Dat is ongeveer evenveel als het overheidstekort in 2004. Het tekort werd voornamelijk gefinancierd door de uitgifte van staatsobligaties. De langlopende schulden zijn per saldo toegenomen, terwijl de kortlopende schulden juist iets afnamen. De toename van de schuld werd enigszins beperkt door de verkoop van een deel van het belang van de overheid in KPN.
Technische toelichting
Methode
De gepubliceerde cijfers vormen de eerste ramingen van het CBS van de
belangrijkste inkomsten en uitgaven alsmede het saldo hiervan voor de sector
overheid over 2004. De cijfers kunnen later nog worden aangepast, met name bij de reguliere jaarlijkse aanpassing van de Nationale rekeningen, die voor het eerst weer plaatsvindt in juli 2005.
De overheid omvat de centrale overheid (voornamelijk het Rijk), de lokale overheid (gemeenten, provincies, e.d.) en de sociale fondsen. Het CBS verzamelt voor de samenstelling van de cijfers gegevens bij de belangrijkste overheden en completeert deze met aanvullende ramingen voor de ontbrekende instellingen.
In 2003 werd bij de lokale overheid het BTW-compensatiefonds ingevoerd. Door de wijze van boeken in de Nationale rekeningen leverde dit de lokale overheid in 2003 een eenmalig voordeel op van 1,6 miljard euro. Voor de centrale overheid betekende dit juist een eenmalig nadeel van 1,6 miljard euro. Als gecorrigeerd wordt voor dit eenmalige voordeel bij de lokale overheid, komt het tekort voor de lokale overheid in 2003 uit op 3,1 miljard euro. Voor de centrale overheid wordt het gecorrigeerde tekort in 2003 dan 11,9 miljard.
Maartnotificatie
De cijfers worden ook naar Eurostat, het statistisch bureau van de EU, gestuurd. De levering vindt plaats eind maart van elk jaar en heeft betrekking op de gegevens van het jaar ervoor. De cijfers van 2000 tot en met 2003 sluiten aan bij de maartnotificatie van Nederland aan de Europese Commissie van begin maart 2005. De gegevens over 2004 wijken af van de maartnotificatie door het beschikbaar komen van nieuwe informatie. De grootste afwijking doet zich voor bij het EMU-saldo van de lokale overheid. Het tekort van de lokale overheid komt vergeleken met de maartnotificatie 0,9 miljard euro (0,2 procent BBP) lager uit. Het tekort van de gehele overheid komt navenant lager uit.
PB05-038
31 maart 2005
9.30 uur
Centraal Bureau voor de Statistiek
Persbericht
CBS