Gemeente Heemstede
Koninklijke Onderscheiding de heer De Groot
De burgemeester van Heemstede heeft op woensdag 23 maart in de
Kathedraal van Haarlem na afloop van de oliewijding een koninklijke
onderscheidingen uitgereikt aan de heer mgr. drs. M.J. de Groot.
Onderstaand treft u in het kort enige informatie aan over de heer De
Groot.
De heer De Groot werd tot priester gewijd op 11 juni 1960. Na zijn
studies Theologie en Kerkelijk Recht te Rome (1960-1964) kwam hij op 1
september 1964 bij het bisdom Haarlem. Daar vervulde hij tot 1 oktober
1993 achtereenvolgens de functie van secretaris van de toenmalige
bisschop van Haarlem en kanselier. Op 4 augustus 1971 werd hij
officieel (hoofd) van de kerkelijke rechtbank van het bisdom, een
functie die hij tot op heden nog steeds uitoefent. Van 1 oktober-15
september 1998 was hij bisschoppelijk vicaris. Sindsdien is hij
vicaris-generaal van het bisdom. Uit hoofde van zijn functie als
vicaris-generaal houdt hij zich onder meer bezig met de pastorale
organisatie en kerkopbouw, kerk en samenleving en het categoriaal
pastoraat.
Van 1 oktober 1993 tot 2001 was de heer De Groot vice-voorzitter van
de raad van bestuur van de Katholieke Universiteit van Utrecht,
waarvan hij thans bestuurslid is. Daarnaast is hij sinds 1 oktober
1993 lid van het bestuur van het Schipholpastoraat, lid van de
Provinciale Raad van Kerken en lid van het Kathedraal Kapittel
(hoogste adviescollege bisdom). Bovendien is hij sinds 1 januari 1996
Lid van de bisschoppelijke beleidscommissie van de Nederlandse
Bisschoppenconferentie.
Op landelijk niveau is hij mede verantwoordelijk voor het
Migrantenpastoraat en onderhoudt hij contacten met de landelijke
overheid op het brede terrein van Kerk en Samenleving.
Vorig jaar september was de heer De Groot veertig jaar verbonden aan
het bisdom Haarlem. Enkele jaren geleden heeft de Paus hem benoemd tot
zijn erekapelaan.
De heer De Groot wordt alom gewaardeerd om zijn kennis en kunde, maar
ook om zijn persoonlijke inzet, visie en kwaliteiten. Hoewel hij de
leeftijd van zeventig jaar al gepasseerd is, heeft hij nog geen
behoefte om zijn taken neer te leggen.
De heer De Groot kan worden gekwalificeerd als "iemand die
werkzaamheden heeft verricht die voor de samenleving een bijzondere
waarde hebben". Op grond hiervan heeft het Hare Majesteit de Koningin
behaagd de heer De Groot te benoemen tot Ridder in de Orde van
Oranje-Nassau.