Programma Elektronische Provincies

Leergang e-Provincies Interprovinciaal Overleg

Overijssel lanceert als eerste provincie nieuw model risicokaart (31 maart 2005)

laatste item

De provincie Overijssel heeft vandaag, 31 maart, als eerste provincie een digitale risicokaart gepresenteerd volgens een nieuw, gezamenlijk model van alle overheden dat is ontwikkeld in opdracht van het IPO. De kaart is voor iedereen te raadplegen via internet. Op de kaart kunnen bezoekers zien of er in hun directe leefomgeving risico's zijn en hoe de overheid deze controleert. Op de kaart staan verschillende soorten risico's, zoals ongevallen met brandbare, explosieve en giftige stoffen, grote branden of verstoring van de openbare orde. Op de risicokaart worden dertien soorten rampen weergegeven. Alle provincies stappen de komende tijd over op deze uniforme risicokaart.

Om de samenhang van de afzonderlijke kaarten te vergroten is er een centrale internetsite die algemene uitleg geeft over de risicokaarten en toegang geeft tot de twaalf provinciale kaarten, www.risicokaart.nl. Ook deze site, die door het IPO is gemaakt, is vandaag operationeel geworden. Binnenkort zijn de risicokaarten gereed van de provincies Drenthe, Noord-Brabant en Zuid-Holland. Naar verwachting hebben alle provincies medio 2006 hun eigen risicokaart klaar.

Risico's
In onze directe leefomgeving vormen allerlei (bedrijfs-)activiteiten in meer of mindere mate een risico voor onze gezondheid. Dat kan een gevaarlijke wegsituatie zijn, een transport van gevaarlijke stoffen of een fabriek die chemicaliën gebruikt in zijn productieproces. De overheid controleert deze activiteiten via toezicht op bouwplannen en via de uitgifte van diverse soorten vergunningen. Daarin staat bijvoorbeeld wat bedrijven wel of niet mogen produceren, wie wat mag vervoeren, via welke weg en aan welke eisen dat transport moet voldoen. Welke risico's op de kaart zichtbaar zijn is afhankelijk van het mogelijk aantal slachtoffers dat er kan vallen. Zo zijn bijvoorbeeld de risico's met betrekking tot gevaarlijke stoffen opgenomen. Als deze gevaarlijke stoffen bij een ongeval mogelijk meerdere slachtoffers maken komen ze op de risicokaart. Gevaarlijke kruispunten en sociaal onveilige situaties daarentegen staan niet op de risicokaart.
Vooral voorkomen
Op een topografische kaart worden de locaties van risico's weergegeven. Hierdoor is te zien of straten of gebouwen zich in een zogenoemde risicocontour (denkbeeldige cirkel rondom een risico) bevinden. Daarbij wordt in één oogopslag duidelijk of daar gebouwen bij zijn waarin zich veel mensen bevinden die bij een ramp hulp nodig hebben. Te denken valt aan zorginstellingen en scholen. Op deze manier kunnen overheden en hulpdiensten inschatten wat het effect van een mogelijke ramp of zwaar ongeval is. Het gaat trouwens altijd om schattingen, want de precieze gevolgen van een calamiteit zijn nooit vooraf aan te geven. Het gaat daarbij overigens in eerste instantie niet om de meest effectieve manier om een ramp te bestrijden, maar vooral om deze zo goed mogelijk te voorkomen. De overheid zelf maakt daarom gebruik van deze gegevens bij bijvoorbeeld de planning van nieuwe woonwijken of bedrijventerreinen.

Gezamenlijk
De digitale risicokaarten zijn een samenwerkingsproject van Rijk, provincies en gemeenten. De provincies hebben de wettelijke plicht (op basis van de Wet rampen en zware ongevallen) een uniform model te ontwikkelen dat gebruikt kan worden voor uniforme weergave van allerlei soorten risico's. De informatie die daarvoor nodig is voeren gemeenten, provincies en Rijk afzonderlijk in. De bronnen voor de risicokaarten bestaan uit de gegevens uit het Registratie Risicovolle Gevaarlijke Stoffen (RRGS) van het ministerie van VROM en uit de landelijke database ISOR (gegevens over andere risico's dan die samenhangen met gevaarlijke stoffen) die het IPO heeft laten ontwikkelen. De risicokaarten zijn voor gemeenten een hulpmiddel om over de risico's te communiceren.

Voor meer informatie over de centrale internetsite www.risicokaart.nl kunt u contact opnemen met Hens Meengs van het Interprovinciaal Overleg, telefoon 070 888 12 36 / 06 28 901 236.