Onderhandelingen CAO Metalektro: bonden lopen weg voor overleg
Zoetermeer, 30 maart 2005 - Gisteren zijn vakbonden en FME-CWM
overeengekomen de formele onderhandelingen over de CAOs in de
Metalektro te verdagen naar vandaag, 30 maart 2005, om 13.30 uur.
Partijen hadden namelijk behoefte aan nadere technische informatie
over het onderwerp pensioen. Voorafgaand aan de hervatting van het
formele overleg vandaag heeft de directie van het pensioenfonds voor
de Metalektro (PME) die nadere technische informatie gepresenteerd.
Bij de bespreking daarvan hebben de vakverenigingen besloten om het
formele overleg niet in te gaan. De stand van zaken bij het verdagen
van het overleg was als volgt:
Pensioen
Volgens FME-CWM kan niet worden volstaan met een technische omzetting
van de bestaande pensioenregelingen naar de nieuwe fiscale kaders,
zoals die per 1 januari aanstaande zullen gelden. In het bijzonder de
financiering van de overgangsregeling voor 55-plussers baart zorgen.
Een verhoging van de ingangsleeftijd van 62 jaar voor de structurele
pensioenregeling was voor de bonden onbespreekbaar. Dat zo zijnde
heeft FME-CWM daar niet meer op aangedrongen.
Daarom heeft FME-CWM bij wijze van compromis ten slotte voorgesteld om
de ingangsleeftijd van de overgangsregeling voor 55-plussers
geleidelijk te verhogen met 2 maanden per jaar en dat voor het eerst
in 2007. Dat komt er op neer dat in 2007 de ingangsleeftijd 61 jaar en
2 maanden wordt, in 2008 61 jaar en 4 maanden en zo verder tot 62
jaar. Op dit voorstel is formeel nog niet gereageerd.
Arbeidsduur
Overeenstemming bestaat er over dat de werkgever in overleg met de
ondernemingsraad voor een kalenderjaar het aantal roostervrije uren
voor de onderneming of groepen werknemers op 80 kan vaststellen in
plaats van het in de CAO vastgelegde aantal van 104. Ook over de
betaling van de meergewerkte uren zijn partijen het eens. De werknemer
die niet langer wil werken, kan dat weigeren.
Loonaanvulling bij ziekte
FME-CWM heeft voorgesteld om in lijn met het Centraal akkoord in het
eerste ziektejaar 100% van het (maximum)dagloon te blijven betalen en
in het tweede ziektejaar 70%. Op ondernemingsniveau kan de werkgever
in overleg met vakverenigingen een andere verdeling van de 170% over
de eerste twee ziektejaren afspreken. Tevens is de bereidheid
uitgesproken om bij werkhervatting in passende arbeid gedurende twee
jaren aanvullingen te geven en wel tot 100% in het eerste en 90% in
het tweede jaar van de werkhervatting.
Lonen
Uitgaande van een looptijd van de CAO tot en met 2006 heeft FME-CWM
als tweede loonbod voorgesteld dat de medewerker een eenmalige
uitkering van 0,75% wordt uitbetaald in september 2005. De medewerker
die in 2006 24 uren langer gaat werken, ontvangt voor dat jaar een
structurele loonsverhoging van 2% per 1 januari 2006. De medewerker
die er voor kiest om niet langer te werken, ontvangt per 1 januari
2006 een structurele loonsverhoging van 0,85%.
Vereniging FME-CWM, mevrouw S. de Jongh, 079 - 353 11 99, 06 - 52 362
345, sjo@fme.nl
Vereniging FME-CWM