Ministerie van Onderwijs blijft een Doofpot Departement
29-03-2005 * Volgens de SP is het onterecht dat minister Van der
Hoeven geen reconstructie laat uitvoeren naar onterechte beschuldiging
aan het adres van drie voormalige ambtenaren. De rechter sprak de drie
vrij van onrechtmatige (frauduleuze) handelingen in de Jamby-zaak en
constateerde dat het ministerie haar invloed had aangewend om de
verantwoordelijke oud directeur-generaal Vrolijk, buiten schot te
houden.
Afgelopen zomer sprak de rechter drie ambtenaren van het ministerie
van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap vrij van de beschuldiging van
fraude. De aanklacht was door de Secretaris Generaal van het
ministerie OCW ingediend. De hoogste ambtenaar had aangifte gedaan van
het onrechtmatig antedateren van rekeningen, op grond waarvan het
bedrijf Jamby werd betaald. Jamby verrichtte ICT-aanloopwerkzaamheden
in de veronderstelling dat dit bedrijf een order zou krijgen. De
rechter oordeelde dat de facturen te goeder trouw waren opgemaakt.
In de Tweede Kamer zei minister Van der Hoeven dat de zaak met Jamby
"geschikt" had moeten worden. Dat was precies wat directeur-generaal
Vrolijk niet wilde. Om dit te voorkomen moesten de drie ambtenaren de
facturen opstellen en antedateren. Nu blijkt dat de
verantwoordelijkheid dus bij de heer Vrolijk ligt, wil de SP dat Van
der Hoeven haar afkeuring uitspreekt over de gang van zaken. Ook dient
zij de bemoeienissen van haar ministerie met de inhoud van het
accountantsrapport van Deloitte en Touche te veroordelen. Na contact
met de opdrachtgever schrapte Deloitte en Touche belastende passages
over Vrolijk.
Ten slotte gaf Van der Hoeven aan dat haar voorganger, VVD-minister
Hermans, niets in het overdrachtsdossier had vermeld, terwijl er al
aangifte was gedaan. Toen zij hem een half jaar later opbelde over de
kwestie, gaf hij alleen aan dat er een "administratieve oplossing"
voor de Jamby-rekening werd gezocht. De SP vindt dat Van der Hoeven
dit gedrag van haar voorganger moet afkeuren.
Socialistische Partij