ChristenUnie
Verslag Ontwerpbesluit Zorgverzekeringswet Woensdag 30 Maart 2005 -
10:45
Door: André Rouvoet
1. p.16 ev. Het pakket zoals geformuleerd in het ontwerp-Besluit
Zorgverzekering voor de Zorgverzekeringswet is gebaseerd op het
ziekenfondspakket en gericht op de op genezing gerichte zorg en
getoetst aan de uitgangspunten zoals in de memorie van toe-ichting
op de Zorgverzekeringswet zijn beschreven. Het moet gaan om
noodzakelijke zorg, getoetst aan aantoonbare werking,
kosteneffectiviteit en de noodzaak tot collectieve financiering.
Hoe verhoudt zich dit tot het op financiële gronden schrappen van
noodzakelijke zorg, zoals fysiotherapie, zelfzorgmedicijnen en
zittend ziekenvervoer voor chronisch zieken en gehandicapten?
2. p.16 ev. Op welke wijze is in het conceptbesluit invulling gegeven
aan de toezegging in de nota naar aanleiding van het verslag dat
het criterium medisch noodzakelijke zorg en andere objectieve
criteria in het Besluit Zorgverzekering zouden worden opgenomen?
3. p. 29. art 2.2. In hoeverre biedt dit artikel ruimte om gebruik te
maken van het persoonsgebonden budget voor onder andere de
kortdurende en extramurale op genezing gerichte ggz?
4. p. 29. art. 2.2. Op welke wijze wordt gewaarborgd dat langdurige
ambulante ggz-behandeling wordt vergoed?
5. p.29. art. 2.2. Abortussen die in het ziekenhuis worden
uitgevoerd, vallen niet onder de subsidieregeling, maar onder de
aanspraak geneeskundige zorg. Het gaat om
zwangerschapsonderbreking op medische indicatie. Kan de minister
de aard en inhoud van deze medische indicatie toelichten?
6. p.30. art. 2.4. Dit artikel biedt ruimte voor zorgverlening door
andere beroepsbeoefenaren dan de in het eerste lid genoemde. Wordt
de door deze beroepsbeoefenaren verleende zorg getoetst op
kwaliteit? Zo ja, op welke wijze?
7. p.32. ev. art. 2.8. In hoeverre verwacht de minister dat door de
formulering van artikel 2.8. lid 4 ontwerp-besluit
Zorgverzekering, ten opzichte van de formulering in het
verstrekkingenbesluit ziekenfondsverzekering artikel 9a lid 1,
zorgverzekeraars vaker gebruik zullen maken van de mogelijkheid
geneesmiddelen uit te sluiten?
8. p. 33. ev. art. 2.8. In welke mate wordt de parlementaire
betrokkenheid bij de aanwijzing van geneesmiddelen gewijzigd door
het vervallen van de aanduiding van een aantal categorieën die de
minister niet mag aanwijzen?
9. p. 34. art. 2.9. Op termijn zal worden bezien of tot een globalere
omschrijving met als aangrijpingspunt de te corrigeren
aandoening/handicap, kan worden overgegaan, zodat er meer ruimte
is voor innovatie. Wat is de reden dat de minister dit wil
overwegen? Biedt de huidige mogelijkheid van wijziging bij
ministeriële regeling niet al voldoende ruimte voor innovatie en
flexibiliteit?
10. p. 37. art. 2.18 lid 3. In hoeverre is de minister bereid om de
termijn van artikel 2.18 lid 3 te verkorten tot één kalenderjaar,
om daarmee meer druk uit te kunnen oefenen op een tijdige
afhandeling van de administratie?
---