Socialistische Partij

JSF: de vliegende Betuwelijn?

30-03-2005 * "De regering ziet ze vliegen!" stelde SP-Kamerlid Harry van Bommel vandaag in een overleg over de voortgang van het project. "Een andere conclusie is nauwelijks denkbaar als je het rapport van de Amerikaanse rekenkamer over de ontwikkeling van de JSF leest. Hier dringt zich een vergelijking op met de aanleg van de Betuwelijn."
---

Lees hier de bijdrage van Harry van Bommel aan de eerste termijn van het debat.

Harry van Bommel Mijnheer de voorzitter, De regering ziet ze vliegen! Een andere conclusie is nauwelijks denkbaar als je het rapport van de Amerikaanse rekenkamer over de ontwikkeling van de JSF leest. Hier dringt zich een vergelijking op met de aanleg van de Betuwelijn. De Nederlandse deelname aan de JSF dreigt een debacle te worden met Betuwelijn proporties.

In de bijna drie jaar van de ontwikkeling van de JSF zijn er problemen geweest van technologische aard. Het eerste, al bekende, gevolg van de technische problemen was een vertraagde ontwikkelingsperiode van 1 tot
1,5 jaar. Vooral het gewicht van het toestel en moeilijkheden bij de ontwikkeling van de software. Uit de laatste brieven van de regering rees al het vage beeld dat deze problemen nog niet definitief zijn opgelost. Dat staat er niet erg duidelijk en de regering wekt de indruk dat de problemen onder de knie zijn. Uit de rapportage van de Amerikaanse Rekenkamer komt een veel schrijnender beeld naar voren. Die stelt voor om de hele zaak te heroverzien en met de gewonnen tijd een goed geregisseerd project op te zetten. Met andere woorden, de Amerikaanse rekenkamer twijfelt aan het welslagen van het project als niet wordt halt gehouden. Dat punt wordt door de regering in de brief van donderdag 24 maart j.l. stilletjes in het midden gehouden. De regering bagatelliseert de situatie en hoopt dat de Amerikanen de problemen oplossen. Voorzitter, dat komt mij voor als onbehoorlijk bestuur.

Het is noodzakelijk dat voor de Nederlandse business case ook fundamentele vragen worden gesteld. Deze vragen zijn niet beantwoord door de regering in de wat zij een nieuwe business case noemt. Slechts één variabele is in de Nederlandse beschouwing opgenomen en dat is de hoogte van de dollarkoers. De overige elementen blijken nu door de kritische aanpak van de Amerikaanse Rekenkamer eveneens van bijzonder groot belang. De regering heeft daarom maar half werk geleverd. Het is duidelijk dat in heel het Pentagon en bij Lockheed Martin in 2004 officials hebben gerekend en gerekend en de regering zich tevreden heeft laten stellen in een paar brieven. Nu komt de Amerikaanse Rekenkamer met heel andere vragen. Vragen die aansluiten bij de bevindingen en twijfels van de SP. Het is daarom onontkoombaar dat er een nieuw actualisatierapport komt; de Algemene Rekenkamer of het CPB zou dat wat ons betreft moeten doen.

Ik neem twee belangrijke factoren bij de kop. Eerst de productieverwachtingen. Amerika verwacht op dit moment 4685 toestellen te produceren, waarvan er 1500 naar exportlanden gaan. Dat wil zeggen landen die niet aan de ontwikkeling deelnemen. Eerder, in 2002, was deze prognose hoger. In drie jaar tijd is de reëel waarschijnlijke behoefte gezakt van 5123 naar 4685. Dat is 438 in drie jaar tijd. Een gemiddelde van zo'n 146 per jaar. Dat betekent dat als deze ontwikkeling rechtlijnig geëxtrapoleerd wordt, volgend jaar in de zomer ten tijde van het regeringsbesluit de prognose gezakt kan zijn tot 4535, net nog boven het break even punt van 4500 toestellen waarop de business case is berekend. Maar in 2007 of in 2008 als de business-case moet worden herberekend zou dat wel eens onder de 4500 kunnen zitten. Op dat moment zit Nederland krachtens het voorgenomen MOU van 2006 vast aan de JSF, terwijl die alleen maar duurder wordt. De regering schrijft dat de berekening "dus nog steeds behoudend" is, "zij het minder behoudend dan bedoeld in de brief van 8 april 2002". Wat is het commentaar van de regering op deze trend?

Ten tweede, de kansen van het Nederlandse bedrijfsleven. Inmiddels is voor 212 miljoen dollars aan orders in de SDD fase binnengehaald. Dat zou neerkomen op orders tijdens de productiefase à raison de 5,5 miljard dollar. Op dit moment zijn er 20 bedrijven daadwerkelijk betrokken bij de ontwikkelingsfase. Is het juist dat het vooral Stork is dat het leeuwendeel van de orders heeft binnengehaald? En welke bedrijven hebben nog geen succes geboekt? Thales was in maart 2004 de klagende partij die er op wees dat Amerikanen technologieën niet met Europese bedrijven wilde delen. Maar Thales is vooral een Frans bedrijf.

In totaal zou een twintigtal bedrijven contracten hebben gekregen. Het is waarschijnlijk duidelijk welke bedrijven nu kans maken op omzetorders, andere bedrijven die tot nu toe niets hebben gekregen kunnen het waarschijnlijk wel vergeten. Deze 20 gelukkigen moeten gaan concurreren met bedrijven uit andere SDD landen. Waarschijnlijk zijn er voor elk deelproduct wel een paar concurrenten te vinden. Duidelijk moet zijn dat indien, nu na drie jaar sommige deelnemende bedrijven nog geen kans tot ontwikkeling van onderdelen heeft gekregen, de kans dat dat nog gaat gebeuren klein is. Deelt de regering deze analyse?

Dit leidt tot een aantal vragen. Als de Nederlandse bedrijven er in de laatste negen maanden amper of niet in zijn geslaagd nieuwe contracten binnen te halen, wat is er dan aan de hand? Gaat het hier om het instorten van het lobbywerk; een andere wind uit Amerika of het bereiken van het maximaal mogelijke? Als 20 bedrijven een graantje hebben mee weten te pikken, wat betekent dat voor de andere bedrijven. Wie gaat hun bijdrage in de business case opbrengen? Komt dat allemaal voor rekening van de Nederlandse staat in 2008? Dit gecombineerd met het risico dat veel minder toestellen in productie zullen worden genomen, en dus een lagere opbrengst voor Nederlandse bedrijven plus de kans van een veel hogere stuksprijs geeft een beeld van het wankele geheel van het hele JSF-project.

Opvallend is dat in de antwoorden van 24 februari hetzelfde bedrag wordt genoemd dat door Nederlandse bedrijven aan contracten is gesloten dan in mei/juni 2004: 212 miljoen dollar. Dat zou betekenen dat in negen maanden niets meer is binnen gehaald. In het antwoord op vraag 40 van 24 februari wordt gemeld dat de Nederlandse industrie een goede kans heeft op productiecontracten ter waarde van 2,3 miljard dollar. In juni echter wordt een veel hoger bedrag genoemd, nl 5,5 miljard. Als dat zo is, hoe moet dat verschil worden verklaard en hoe komt het dat sinds het voorjaar van 2004 geen contract meer is bemachtigd?

In de CPB-actualisatie van maart 2002 stelde het CPB al dat er geen extra werkgelegenheid te verwachten was van de JSF. Graag zouden we dit punt in het licht van het voorgaande ook in de nieuwe actualisatie of in een onderzoek door derden opgenomen zien. En kunnen daarbij misschien ook de vooruitzichten van het Midden en Klein Bedrijf worden betrokken?

De algemene conclusie luidt dat het JSF-project gaat om het insnoeren van Nederland in Amerikaans politiek militaire strategie. De regering geeft dat zonder meer toe door te stellen dat het gaat om een "de facto keuze" voor de JSF. Onder tal van uitzonderlijke omstandigheden kan dit nog ongedaan worden gemaakt, maar op dit moment is er een duidelijk kritisch punt aan te wijzen, om -behalve principiële- redenen, af te zien van verdere deelname van het JSF ontwikkelingsavontuur.

De regering is nog steeds van plan om in 2006 een Memorandum of Understanding op te stellen waarin staat dat Nederland JSF-toestellen zal aanschaffen, zonder duidelijkheid over het precieze aantal en de uiteindelijke verkoopprijs. De regering zwemt in de fuik naar de beslissing. De Kamer moet haar tegenhouden, want de ontwikkelingsfase heeft een vertraging opgelopen van één tot anderhalf jaar, maar de schema's om te komen tot een bindend Memorandum of Understanding (MOU) in 2006 zijn niet opgeschort. Dit jaar beginnen formele onderhandelingen met het doel midden 2006 een dergelijke overeenkomst te sluiten, schrijft de regering. Ondertekening van het MOU houdt in dat Nederland zich definitief vastlegt op een aantal af te nemen vliegtuigen. Waarom zouden we nu al met die onderhandelingen beginnen als de boel anderhalf jaar vertraagd is en de Amerikaanse Rekenkamer een pas op de plaats wil? Daarom is de conclusie gerechtvaardigd om ook de beslissing over de MOU uit te stellen. Hoe staat de regering daar tegenover? Geldt uitstel van de technische ontwikkeling ook voor het beslismoment?

Mijnheer de voorzitter. De regering ziet ze graag vliegen, die JSF-gevechtsvliegtuigen. De SP blijft liever met beide benen op de grond.