De Nederlandse Bank
DNB publiceert Statistisch Bulletin maart 2005
Persbericht
Datum 30 maart 2005
Organisatie leeg DNB
In dit nummer: Beleggingsinstellingen minder in trek; Omzet
geldtransfers gestegen; Ontwikkeling pensioenpremie en indexatie in
2005; Huishoudens op zoek naar meer rendement; Spaargeld huishoudens
ruim 200 miljard euro; Spaargeld huishoudens ruim 200 miljard euro.
Beleggingsinstellingen minder in trek
De netto-inleg in Nederlandse beleggingsinstellingen nam in 2004 af:
op jaarbasis heeft er een onttrekking plaatsgevonden van EUR 1,9
miljard. Indien gecorrigeerd wordt voor het effect van de verplaatsing
van veelal kleinere, gespecialiseerde fondsen naar Luxemburg resteert
nog wel een positieve inleg, maar lager dan het (bescheiden) niveau
van de drie voorafgaande jaren. De tegenvallende rendementen die
beleggingsinstellingen tussen 2000 en 2003 hebben geboekt misten hun
uitwerking blijkbaar niet op de beslissingen van beleggers: voor
beleggingsinstellingen bestond in 2004 weinig animo. Niettemin
realiseerden beleggingsinstellingen over 2004 een rendement van 7,1%.
Omzet geldtransfers gestegen
Geldovermakingen via geregistreerde geldtransactiekantoren naar het
buitenland hebben in 2004 een hoge vlucht genomen. De omzet van
geldtransfers uitgevoerd door geldtransactiekantoren in Nederland
steeg in 2004 met 27% tot EUR 325 miljoen. Ook het aantal transacties
dat geldtransactiekantoren in 2004 verrichtten nam toe (plus 41 % tot
618.000). Daarentegen stonden de wisselactiviteiten van
geldtransactiekantoren in 2004 onder druk. De omzetten uit hoofde van
het wisselen van vreemde valuta's naar euro's en vice versa, het
verzilveren van cheques en het laten uitbetalen van rentecoupons zijn
het afgelopen jaar in absolute zin gedaald.
Ontwikkeling pensioenpremie en indexatie in 2005
Uit gegevens van de 25 grootste pensioenfondsen van Nederland (gemeten
naar balanstotaal samen ruim 74% van de sector) blijkt dat het
merendeel van de ondernemingspensioenfondsen zich heeft aangepast aan
de veranderde omstandigheden. Hierdoor blijft hun premieniveau in 2005
constant en in enkele gevallen zelfs lager. Bedrijfstakpensioenfondsen
hebben 2005 nodig om zich aan te passen en te herstellen, zo blijkt
uit de premieverhoging in 2005.
Iets meer dan de helft van de fondsen heeft in 2004 niet volledig
volgens de loon- of prijsontwikkeling geïndexeerd, in 2005 indexeert
de helft van de ondervraagde fondsen niet volledig. De negatieve
effecten hiervan voor belanghebbenden blijven in 2005 beperkt omdat in
dit jaar ook de prijsinflatie en de loongroei gering zijn.
Huishoudens op zoek naar meer rendement
Garantieproducten vertonen verwantschap met een vorm van sparen, zowel
wat betreft hoofdsomgarantie als renteopbrengst. Gezien deze aspecten
vinden die garantieproducten veel aftrek. Voor de drie grote
Nederlandse banken is onderzocht om wat voor bedragen het gaat. Dit is
gedaan voor 2004; dergelijke garantieproducten werden al eerder op de
markt gebracht, maar de indruk bestaat dat ze in het afgelopen jaar en
duidelijk aan gewicht hebben gewonnen. Schattingen wijzen uit dat in
2004 door die banken voor bijna EUR 3 miljard aan garantieproducten
met volledige hoofdsomgarantie is uitgegeven. Dit bedrag neemt toe tot
EUR 4,3 miljard als producten met bijna 100% (meer dan 98,5%) garantie
worden inbegrepen.
Traditioneel zetten huishoudens in Nederland hun overtollige middelen
om in een of andere vorm van spaargelden. Aan het eind van de jaren
1990 trad een verandering op. Bij sterk stijgende beurskoersen nam het
beleggen in aandelen wijdverbreide vormen aan. Er werd via de banken
in aandelen op de beurs gehandeld of er werd in beleggingsfondsen
belegd. Met het inzakken van de financiële markten eind 2000 is deze
belangstelling behoorlijk bekoeld. Na geleden koersverliezen is weer
de zekerheid van spaargelden gezocht. De spaarrentes zijn echter laag.
Kansen op hogere rendementen worden gezocht. Financiële instellingen
spelen daar op in.
Spaargeld huishoudens ruim 200 miljard euro
Het spaargeld van Nederlandse huishoudens is in de loop van 2004 de
200 miljard euro gepasseerd. In de herfst van vorig jaar is de omvang
van het spaargeld niet meer toegenomen en in de laatste twee maanden
van 2004 is er meer spaargeld opgenomen dan er is ingelegd. Mede
vanwege de uitbetaalde rente is in januari 2005 de omvang van het
spaargeld weer aanzienlijk toegenomen. Per einde van die maand houden
Nederlandse huishoudens EUR 209,5 miljard aan bij banken in Nederland.
Amerikaanse aandelen en Europese obligaties populair bij
institutionele beleggers
Met name pensioenfondsen waren actief en kochten in het vierde
kwartaal voor EUR 6,8 miljard aan buitenlandse aandelen. Dit is
aanzienlijk hoger dan de aankopen in voorgaande kwartalen: in heel
2004 werd door pensioenfondsen voor EUR 10,6 miljard aan buitenlandse
aandelen gekocht. Het merendeel van deze aandelen was afkomstig uit de
Verenigde Staten. Hiernaast waren Luxemburgse en Japanse stukken in
trek. Aandelen van andere Europese landen werden door pensioenfondsen
afgestoten. De posities in Britse aandelen werden sterk afgebouwd: in
2004 als geheel werd voor EUR 5,5 miljard verkocht. Ook bij de
verzekeringsinstellingen is een soortgelijk patroon zichtbaar, doch
hier zijn de bedragen aanzienlijk lager.
Pensioenfondsen en verzekeringsinstellingen kochten in het vierde
kwartaal van 2004 voor ruim EUR 9,5 miljard buitenlandse obligaties
aan. Dit was voor een groot deel substitutie voor de verkopen van
Europese aandelen: er werden vooral Europese obligaties gekocht.
Institutionele beleggers hebben eind 2004 dus duidelijk gekozen voor
Amerikaanse aandelen en Europese obligaties.
Voor nadere informatie kunt u contact opnemen met Tobias Oudejans,
020-524 3100 en
06-524 96 961, of Herman Lutke Schipholt, 020-524 2712 en 06-524 96
900.
Een fysiek exemplaar van het Statistisch Bulletin is te bestellen
via info@dnb.nl.
Vanaf woensdag 30 maart 2005 om 13.00 uur is het Statistisch Bulletin
ook te downloaden vanaf de website van de Nederlandsche Bank.