Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Koenders over samenwerking van ministeries en de gemeente Den Haag met de in Den Haag gevestigde internationale organisaties.
Deze vragen werden ingezonden op 25 februari 2005, met kenmerk 2040509420 .
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Dr. B.R. Bot
Antwoord van de heer Bot, minister van
Buitenlandse Zaken op vragen van het lid Koenders over samenwerking van ministeries en de gemeente Den Haag met de in Den Haag gevestigde internationale organisaties, 2040509420.
Vraag 1
Deelt u de mening dat, als Nederland de positie van Den Haag als 'internationale juridische hoofdstad' wil waarmaken en de hier gevestigde internationale tribunalen en gerechtshoven daadwerkelijk effectief wil laten zijn, een goede en vlotte samenwerking op het gebied van praktische zaken een voorwaarde is? 1)
Antwoord
Ja.
Vraag 2
Bent u bereid om hierover met uw collega-ministers op korte termijn overleg te voeren en concrete oplossingen aan te dragen en daar de Kamer zo spoedig mogelijk over te informeren?
Antwoord
Zie de antwoorden op de vragen 6 en 7 over hetzelfde onderwerp van de leden Karimi en Vos (2040509280)
1) NRC Handelsblad, 22 februari jl.,'Den Haag dreigt positie kwijt te raken als 'juridische hoofdstad', de Volkskrant, 23 februari jl., 'Houding kabinet slecht voor positie Den Haag'
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van de leden Karimi en Vos (beiden GroenLinks), ingezonden 24 februari 2005, (vraagnummer 2040509280).
---- --
Ministerie van Buitenlandse Zaken