Contactpersoon
-
Datum
29 maart 2005
Ons kenmerk
DGG/TW/05/001406
Doorkiesnummer
-
Bijlage(n)
-
Uw kenmerk
2040510210
Onderwerp
Kamervragen
Geachte voorzitter,
Hierbij doe ik u de antwoorden toekomen op de vragen van de leden Roefs,
Verdaas en Waalkens over sluiproutes van vrachtverkeer.
1. Kent u het krantenartikel 'Premie voor vermijders Duitse tol'? (Zie
De Limburger
3 maart 2005.)
1. Ja.
2. Wat is uw oordeel over het feit dat door de tolheffing voor zwaar
vrachtverkeer in Duitsland steeds meer chauffeurs provinciale wegen als
sluiproute gebruiken?
3. Welke gevolgen heeft dit gedrag voor de veiligheid, leefbaarheid en
bereikbaarheid van de grensregio's?
4. Deelt u de stelling dat het hier gaat om meer dan lokale incidenten?
Zo ja, bent u bereid hier iets aan te doen?
2, 3 en 4. Het gebruik van het onderliggend wegennet door
vrachtverkeer uitsluitend ter vermijding van de tol op het hoofdwegennet
is een niet onverwacht effect van het besluit om in Duitsland alleen op
autosnelwegen tol te heffen voor vrachtverkeer.
Bij Nederlandse wegbeheerders in de grensregio zijn er recent signalen
ontvangen over een toename van het vrachtverkeer, maar er zijn nog geen
objectieve metingen over de omvang van dit verschijnsel . Ook is nog niet
te zeggen of sprake is van een tijdelijke of een structurele toename.
Wanneer sprake is van een structurele en significante toename van het
vrachtverkeer, zullen er gevolgen kunnen zijn voor de verkeersveiligheid
op de betreffende wegvakken en voor het leefklimaat in de steden en
dorpen die doorkruist worden. Hoewel dit grotendeels zal plaatsvinden in
de gebieden in Duitsland die direct grenzen aan de betolde autosnelwegen,
mag niet worden uitgesloten dat ook in sommige Nederlandse grensregio's
de gevolgen merkbaar zullen zijn. Het gaat dus om lokale effecten.
Op nationale schaal zijn in Nederland de gevolgen verwaarloosbaar.
Indien men deze effecten op regionaal niveau als ongewenst kwalificeert,
zal dit door regionaal of lokaal uit te voeren maatregelen moeten worden
bestreden, waarbij bijvoorbeeld gedacht kan worden aan afsluiten van
bepaalde routes in de bebouwde kom voor doorgaand vrachtverkeer.
5. Bent u bereid om op basis van deze informatie in overleg te treden
met de betrokken partijen om het gebruik van sluiproutes te verminderen?
5. De toename van het vrachtverkeer als gevolg van de Duitse tol is
inmiddels voor Rijkswaterstaat in een aantal overleggremia met de
regionale en lokale wegbeheerders in de grensregio's agendapunt en
aanleiding tot gezamenlijke monitoring. Afhankelijk van de geconstateerde
effecten zullen in de regionale samenwerking de eventuele maatregelen
worden besproken.
6. Bevestigt deze gang van zaken niet dat Nederland snel moet aansluiten
bij de
Duitse kilometerheffing, om te beginnen met het vrachtverkeer? Zo ja, op
welke termijn zal Nederland zich aansluiten bij de Duitse
kilometerheffing? Als dat niet gebeurt, wat denkt u dan te gaan doen?
6. Ik verwacht op korte termijn het advies van het door mij samen met de
minister van Financiën ingestelde Platform Anders Betalen voor
Mobiliteit, onder voorzitterschap van de heer Nouwen. Mede op basis van
het advies van het Platform en de reacties op de Nota Mobiliteit zal een
kabinetsstandpunt voor de PKB deel 3 van de Nota Mobiliteit worden
bepaald waarin het kabinet zich uitspreekt over haar voornemens rond de
verdere introductie van prijsbeleid in het vervoer.
7. Hebt u dit sluipgedrag niet aan zien komen? Welke maatregelen heeft u
voorbereid om dit te voorkomen?
7. Vooruitlopend op de inwerkingtreding van de Duitse tol is op mijn
verzoek reeds begin 2004 door het NEA een studie uitgevoerd naar de route-
effecten in Nederland als gevolg van de invoering van de Duitse tol op
het vrachtverkeer. Dit rapport heb ik als vervolg op mijn toezegging bij
de beantwoording van de vragen van het Tweede Kamerlid Oplaat (2020310960
van 23 april 2003) per brief van
29 maart 2004 (kenmerk DGG/TW/04/001815) aan uw Kamer aangeboden.
Dit onderzoek gaf aan dat de gevolgen van de Duitse tol op nationaal
niveau gering zullen zijn. Ook de effecten in de grensregio's werden laag
ingeschat vanwege de kostenafweging die transporteurs zullen maken tussen
omrijden en tol betalen.
Hoogachtend,
DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT,
Karla Peijs
Ministerie van Verkeer en Waterstaat