Het beste idee van Nederland
29 Maart 2005
Luc Knaapen (26) en Jean-Paul Niellissen (27), beiden student aan de
TU Delft, deden mee aan het tv-programma Het beste idee van Nederland
en wonnen de daaraan verbonden wedstrijd. Hun uitvinding betrof de
zogenaamde Roller Controller, een product om de computer via
grofmotorische bewegingen te bedienen.
In de laatste maanden van 2004 zond Veronica tien weken achter elkaar
een programmaserie uit met als titel Het beste idee van Nederland. Het
Nederlandsch Octrooibureau, een van de sponsors, behandelde de
octrooiaanvragen van de zeventien halve finalisten. Winnaar Jean-Paul
Niellissen vertelt over zijn uitvinding.
Ontwerpshow
De wedstrijd waaraan Luc Knaapen en ik hebben deelgenomen, was bedoeld
voor studenten aan een ontwerpopleiding. Dat moet je heel breed zien,
want de deelnemers liepen uiteen van iemand van de kunstacademie tot
industrieel ontwerpers. Niellissen studeert aan de faculteit
Industrieel Ontwerpen van de TU Delft en rondt zijn studie dit jaar af
in de richting Productontwerpen. Het tv-programma was om de
ontwerpwedstrijd heen gebouwd en bracht elke ronde de tussenresultaten
in beeld voor de kijkers. Dat maakte het wel bijzonder, volgens
Niellissen: Normaal heb je bij een ontwerpwedstrijd niet zo snel
terugkoppeling, terwijl je ook niet met je hoofd op tv komt. Daardoor
zijn de presentaties bij deze wedstrijd belangrijker dan bij andere:
daar lever je gewoon je werk in bij een vakjury. Hier was overigens
ook een deskundige jury voor aangetrokken. Die bestond uit de
uitvinder van de vacuümafsluiter voor een fles wijn, de Vacuvin, een
hoogleraar Duurzame Productontwikkeling van de TU Delft, een
medewerker van een ontwerpbureau en een studente van de Design
Academy. Deze jury selecteerde de voorronden en de halve en hele
finalisten. Niellissen: Maar de kijkers beslisten uiteindelijk via sms
en telefoon wie de winnaar werd. Het kwam er dus ook op aan dat je je
goed presenteerde en goed overkwam op tv, al denken we natuurlijk dat
we ook een heel goed product hebben bedacht.
Nintendo-duimpjes
Dat product doopten ze tot de Roller Controller, een soort enorme
trackbal bedoeld voor kinderen van vier tot tien jaar. De bal heeft de
omvang van een skippybal, waarop de gebruiker kan gaan zitten.
Niellissen: We hebben dit ontworpen naar aanleiding van allerlei
onderzoeken naar RSI bij kinderen. Het idee was om van fijnmotorische
naar grofmotorische bewegingen te gaan. Het gaat dus niet om een
vervanger van de computermuis, maar van de controller van een
spelcomputer. Daarbij heb je te maken met spelletjes die aangestuurd
worden met een controller die bestaat uit een handvat dat je met beide
handen vast kunt pakken, met daarop een stuk of twaalf knoppen voor de
duimen. De knoppen en de joystick bedien je met de beide duimen: twee
cursorknoppen, voor/achter, links/rechts, en verschillende
schietknoppen. Zodoende heb je alleen maar te maken met
fijnmotorische, snel repeterende duimbewegingen. Voor spellen is die
eenzijdige fijne motoriek niet per se nodig. Het nadeel van deze
huidige controllers is dat ze RSI in de hand werken bij kinderen. In
onderzoekssferen hebben ze er al een term voor bedacht:
Nintendo-duimpjes. Behalve dat ze te maken hebben met de eenzijdige,
snelle duimbeweging, zitten zij ook nog eens gespannen achter een
computerspel, dagen achter elkaar in dezelfde, verkeerde houding, wat
natuurlijk niet goed is voor het lichaam. Een ander punt is
overgewicht en dat komt uiteraard doordat kinderen lang achter de
computer zitten en niet buiten spelen. Dit alles was voor ons
aanleiding om er eens naar te kijken. De computer is niet echt de
boosdoener, want kinderen kunnen hun reactievermogen trainen,
3D-inzicht creëren, maar wat niet deugt, is de bedieningswijze.
Daarvan hebben we ons afgevraagd hoe dat komt en toen kregen we het
idee van grofmotorische bewegingen met het hele lichaam in plaats van
fijnmotorische met alleen de duimen. Bijkomend voordeel is een betere
bloeddoorstroming van het gehele lichaam.
Veiligheidszitje
De Roller Controller heeft twee uitsteeksels waaraan je je kunt
vasthouden. Op een normale controller zitten vaak twee duimjoysticks
of een cursorknop met vier richtingen, voor links/rechts en
voor/achter. Deze zijn vervangen door de bal waarop je zit. Aan de
voorkant daarvan zitten drie knoppen die je kunt bedienen met je
hielen en met je hand: links en rechts twee halve cirkels en vooraan
een hele. Dat zijn de vervangers van de schietknoppen. Aan eventuele
toekomstige uitvoeringen kunnen meer knoppen zitten, met dus meer
functies. Vooral voor heel jonge kinderen, zegt Niellissen, zal het
voornamelijk aankomen op oefenen, ook al omdat zij nog weinig
motorische vaardigheden bezitten: de mentale koppeling tussen wat ze
zien en wat ze doen. Die zullen dan ook waarschijnlijk geassisteerd
worden door hun ouders. De Roller Controller heeft aan de achterkant
een uitstulping om kinderen die te ver achterover kantelen er niet
vanaf te laten vallen. Een soort veiligheidszitje. Bij de heel jonge
kinderen kan een van de ouders plaatsnemen op dat zitje met het kind
voor zich. Het geheel staat stil op de grond. De bal waarop je zit, is
gelagerd in en draait ten opzichte van de behuizing. De bal is van een
soort rubber, dus als je daar op gaat zitten, deukt hij in, zodat de
zijkanten uitzetten en dan zou hij zichzelf tegen de behuizing aan
drukken. Om dat te voorkomen hebben we de behuizing wat breder
gemaakt. Aan de onderkant van de bal zit een harde schaal ter grootte
van een derde van de bol. Die schaal moet de vervormingen opvangen van
de bal aan de onderkant en is gelagerd ten opzichte van een onderste
bak die uiteindelijk op de grond staat. In deze bak zitten de lagers
en de sensoren verwerkt. De sensoren meten de verplaatsingen van de
bal.
Stichting
Voor het programma werd een stichting opgericht. Die is eigenaar
geworden van alle rechten. Hoewel Niellissen daardoor de zeggenschap
over zijn uitvinding kwijt is, ziet hij ook de voordelen: Er wordt een
show uitgezonden, die geeft naamsbekendheid en dat is gratis reclame
voor een beginnend ontwe rper.Verderdelenallezeventienhalve
finalisten mee in een commanditaire vennootschap. Die zeventien ideeën
zal de stichting ontwikkelen tot producten die op de markt gebracht
kunnen worden. De winst wordt verdeeld via een sleutel: 30% gaat naar
de zeventien vennoten. Ik krijg dus een zeventiende deel van 30% van
de winst van mijn product, maar ook een zeventiende deel van 30% van
de winst van de producten van de andere zestien halve finalisten. Ik
kan nu niets meer doen, het geheel is uit mijn handen. Het
Nederlandsch Octrooibureau diende aanvragen in voor Nederland, terwijl
er inmiddels al onderhandelingen gaande zijn met twee internationale
soft- en hardwaregiganten. Afhankelijk van de uitslag daarvan kan het
octrooi uitgebreid worden naar Japan en de VS. Bovendien, zegt
Niellissen, heb ik er veel van geleerd, bijvoorbeeld hoe tv werkt. Het
technisch gedeelte hadden we wel uitgewerkt - misschien ook een reden
waarom de jury er vertrouwen in toonde -, maar dat heeft de tv niet
gehaald: niet interessant voor de kijker. Daaruit bleek me dat je je
presentatie goed moet afstemmen op de doelgroep, en als je dat doet,
denk ik dat je mensen beter kunt overtuigen. Ik vond het een boeiende
wedstrijd.