Voorzitter van de Tweede Kamer der
Staten-GeneraalPostbus 20018
2500 EA 'S-GRAVENHAGE
Datum Uw brief Ons kenmerk
(Kenmerk)
CAD 2005-65 M
Onderwerp
Beantwoording resterende vraag algemeen overleg
3 maart 2005
Op 3 maart 2005 voerden de Commissie voor de
Rijksuitgaven en de vaste commissie voor
Europese Zaken een algemeen overleg met de
minister van Financiën over het jaarverslag over
het begrotingsjaar 2003 van de Europese
Rekenkamer en het EU-trendrapport 2005 van de
Algemene Rekenkamer (AR). Tijdens dit overleg
heb ik toegezegd een resterende vraag van de
heer Van Dijk (CDA) schriftelijk te zullen
beantwoorden.
Ik heb de Kamer toegezegd om na te gaan hoe het
ministerie van EZ de controle op de besteding
van Interreg-gelden kan verbeteren. Mede namens
de staatssecretaris van EZ informeer ik u
hierbij over het toezicht- en controlesysteem
voor Interreg IIIa.
Introductie
Nederland neemt in de periode 2000-2006 onder
andere deel aan het communautaire initiatief
Interreg. Communautaire initiatieven zijn
kleinere programma's waartoe de Europese
Commissie het initiatief neemt. Het
communautaire initiatief Interreg is bijzonder
van aard vanwege zijn grensoverschrijdende
karakter.
Interreg IIIa beoogt regio's aan de
binnengrenzen van de EU (zogenaamde Euregio's)
verder te ontwikkelen en grensoverschrijdende
samenwerking te bevorderen. Interreg IIIa valt
onder de eindverantwoordelijkheid van één van de
betrokken lidstaten. Nederland neemt deel in
zeven Euregio's. Per Euregio is een
programmasecretariaat aangewezen. Het ministerie
van EZ is eerstverantwoordelijk voor de
financiële afwikkeling van het programma voor de
Euregio Maas-Rijn. Voor de andere zes
Euregio-programma's zijn Duitsland of België
eerstverantwoordelijk.
Bevindingen Algemene Rekenkamer
De AR constateerde in haar rapport 'Euregio's:
grensoverschrijdend financieel beheer'
(Kamerstuk 2001-2002, 28 280, nr. 1 en 2) van 28
maart 2002 onder meer dat het financieel beheer
van de Euregio-projecten nog kon verbeteren en
dat de departementale auditdienst (AD) van EZ
meer invulling moest geven aan haar reviewtaak,
ook in Euregio's waar Nederland niet
eerstverantwoordelijk is voor de financiële
afwikkeling van programma's. Daarnaast beval de
AR aan om de accountantscontrole sluitend te
maken door in alle Euregio's accountants van
weerszijden van de grens gezamenlijk te laten
controleren.
Naar aanleiding van het onderzoek in het kader
van het EU-trendrapport 2005 (Kamerstuk
2004-2005, 29 995, nr. 1 en 2) wordt door de AR
geconcludeerd dat deze bevindingen nog steeds
actueel zijn en dat de aanbeveling niet is
opgevolgd. EZ zou naar het oordeel van de AR
beter invulling kunnen geven aan zijn
toezichthoudende taak bij de projecten in de
Euregio Maas-Rijn.
Reactie EZ op de bevindingen van de Algemene
Rekenkamer
Naar aanleiding van het AR-rapport "Euregio's:
grensoverschrijdend financieel beheer" heeft de
AD van EZ het toezicht op de controle van de
Interreg-programma's uitgebreid.
De AD van EZ verricht jaarlijks een review van
de controle van het Interreg-programma Euregio
Maas-Rijn door de externe accountant.
In 2004 heeft de AD van EZ drie projecten ter
plaatse gecontroleerd van het Intereg-programma
Euregio Maas-Rijn.
In 2003 heeft de AD van EZ overleg gevoerd
(review) over de controle met de Duitse en
Belgische controleurs van de
Interreg-programma's, waar Nederland aan
deelneemt, maar niet de eerstverantwoordelijke
lidstaat is.
In 2003 en 2004 heeft de AD van EZ diverse
gesprekken gevoerd met de beheersautoriteiten en
stukken beoordeeld van de Interreg-programma's,
waar Nederland aan deelneemt, maar niet de
eerstverantwoordelijke lidstaat is. Hierbij zijn
bijvoorbeeld afspraken gemaakt met het
Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap over de
wijze waarop de AD van EZ betrokken wordt bij de
uitvoering van de 5%- controles door het
Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap bij de
projecten in Nederland.
Naar de mening van EZ heeft de AD hiermede in
voldoende mate invulling gegeven aan de
aanbevelingen van de AR.
Het is juist dat er nog overleg is over het
gebruik maken van verklaringen bij de Belgische
en Duitse projecten. Dit betreft het overleg
tussen Euregio Maas-Rijn met haar accountant
over de meest doelmatige wijze waarop in 2009 de
einddeclaratie van het Interreg-programma
Euregio Maas-Rijn 2000-2006 kan worden
gecontroleerd.
Ik hoop u hiermee voldoende te hebben
geïnformeerd.
DE MINISTER VAN FINANCIËN,
G. Zalm
Ministerie van Financiën