Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer
Postadres der Staten-Generaal
Postbus 20001 Plein 2
2500 EA Den Haag 2511 CR DEN HAAG
Bezoekadres
Binnenhof 20, Den Haag
Datum Kenmerk Onderwerp
26 maart 2005 05M473585
Hierbij doe ik u toekomen een afschrift van de afspraken die de voorzitters van de
fracties van CDA, VVD en D66 in de Tweede Kamer heden in overleg met het
kabinet hebben gemaakt.
Op 23 maart jl. heb ik uw Kamer de aanleiding en achtergrond toegelicht en is in uw
Kamer daarover gedebatteerd; kortheidshalve verwijs ik daarnaar.
Met deze afspraken is onderlijnd hetgeen ik in dit debat heb aangegeven: er is bij de
fracties die dit kabinet dragen steun en inzet om verdere uitvoering te geven aan het
Hoofdlijnenakkoord respectievelijk het beleidsprogramma.
DE MINISTER-PRESIDENT,
Minister van Algemene Zaken,
Mr.dr. J.P. Balkenende
Afspraken 26 maart 2005
1. Brede agenda bestuurlijke vernieuwing. Vanuit de gezamenlijke
erkenning door de fracties van CDA, VVD en D66 in de Tweede
Kamer dat de democratische legitimatie van het bestuur
fundamentele versterking behoeft, zal het kabinet de bestuurlijke (en
staatkundige) vernieuwing, in brede zin, met kracht voortzetten.
Versterking van de relatie tussen kiezer en gekozenen alsmede
versterking van de democratische legitimatie van het bestuur, vergen
als eerste daarom grondig en gericht onderzoek.
De minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties zal
een voorstel doen voor de (waar nodig te differentiëren) wijze waarop
een dergelijk onderzoek kan worden vormgegeven, enerzijds rekening
houdend met de wens om nog in deze kabinetsperiode te komen tot
een beargumenteerd verslag van dit onderzoek waar mogelijk
vergezeld van concrete voorstellen en anderzijds de noodzaak
rekening te houden met een breed draagvlak in de Staten-Generaal
voor meer fundamentele veranderingen.
Naast het al afgesproken onderzoek naar de versterking van de
positie van de minister-president en diens bevoegdheden zijn andere
mogelijke onderwerpen: het kiesstelsel, de betrokkenheid van de
burger bij `de machtsvorming', referendum/burgerinitiatief, EU en de
Nederlandse staatsinstellingen, positie Eerste Kamer en positie Raad
van State (inclusief vraagstuk van constitutionele toetsing), procedure
grondwetsherziening, verantwoording zelfstandige bestuursorganen,
toegang tot informatie, bestuurlijke verhoudingen (bestuurlijke
drukte, aantal bestuurslagen, positie provincies en versterking
gemeentelijk bestuur).
2. Grondwetswijziging direct gekozen burgemeester. Nu een
minderheid in de Eerste Kamer invoering van de rechtstreeks door
de bevolking gekozen burgemeester in 2006 onmogelijk heeft
gemaakt, door de verwerping van de deconstitutionalisering van de
burgemeestersbenoeming, zal het kabinet voorstellen de rechtstreeks
door de bevolking gekozen burgemeester in de Grondwet op te
nemen.
Daartoe wordt een wetsvoorstel ingediend ter verandering van artikel
131 van de Grondwet, strekkende tot het opnemen van de
rechtstreekse verkiezingen van de burgemeester. Dit wetsvoorstel
wordt in deze kabinetsperiode in eerste lezing door beide kamers der
Staten-Generaal in besluitvormende zin afgerond waarna het na de
Pagina
2/7
volgende ontbinding en nieuwe verkiezing van de Tweede Kamer
opnieuw aan beide Kamers wordt voorgelegd.
Pagina
3/7
3. Wetgeving direct gekozen burgemeester. Om te bevorderen dat
de bevolking daadwerkelijk zo snel mogelijk direct de burgemeester
kan kiezen,
a. zal het kabinet het voorstel van de `Wet introductie gekozen
burgemeester' (TK 29864) en van de `Wet verkiezing gekozen
burgemeester' (TK 29865) niet intrekken;
b. zullen de fracties van CDA, VVD en D66 in de Tweede
Kamer bevorderen dat de Tweede Kamer zo snel mogelijk
nadat het kabinet het hiervoor genoemde voorstel tot wijziging
van artikel 131 van de Grondwet bij de Tweede Kamer voor
de eerste lezing heeft ingediend, een nader verslag uitbrengt;
c. zullen deze fracties in het nader verslag tot uitdrukking
brengen de dan door hen bereikte overeenstemming over de
precieze bevoegdheden en positie van de rechtstreeks gekozen
burgemeester;
d. zal het kabinet, nadat het ingediende voorstel tot wijziging van
artikel 131 van de Grondwet door de Tweede Kamer in eerste
lezing is aanvaard, op basis van het nader verslag een nota van
wijziging bij de Tweede Kamer indienen waarin tevens de
wijzigingen worden opgenomen die samenhangen met
voornoemde grondwetswijziging;
e. zal het kabinet vanaf dit moment burgemeesters benoemen
voor een ambtstermijn tot uiterlijk in 2010;
f. zal het kabinet het voorstel van de `wet door de raad gekozen
burgemeester' (TK 29 958) niet bekrachtigen;
In dit perspectief is het passend en gewenst te bevorderen dat de
bestaande mogelijkheid van een raadplegend
burgemeestersreferendum daadwerkelijk wordt benut door
gemeenten.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zal dit
stimuleren door voorlichting te geven, de circulaire en ambtsinstructie
van de Commissaris der Koningin dienovereenkomstig aan te passen,
alsmede gemeenten financieel te compenseren voor kosten die zij
maken bij het houden van zo een referendum.
4. Kiesstelsel. Om bij de verkiezingen van de Tweede Kamer in 2007
de relatie kiezer gekozene te versterken, zal het kabinet tijdig een
wetsvoorstel indienen dat ertoe strekt een groter gewicht te geven aan
voorkeurstemmen.
Pagina
4/7
Het voorstel van Wet tot wijziging van de Kieswet houdende
invoering van een gemengd stelsel voor de verkiezing van de leden
van de Tweede Kamer der Staten-Generaal wordt daartoe door het
kabinet ingetrokken. Dit voorstel, wordt, evenals andere varianten
van districtenstelsels, onderdeel van het onder (1) bedoelde
onderzoek.
Pagina
5/7
5. Mediabestel. Kader voor de te maken afspraken:
1. Alle afspraken zijn gericht op een toekomst bestendigheid van de
publieke omroep in het medialandschap (o.a. digitalisering), waarbij
interne en externe pluriformiteit wordt veiliggesteld. Functies zijn
onafhankelijk van technologische distributieplatforms; dit betekent
dat ook de publieke omroep actief is op radio, televisie, internet en
vooral ook toekomstige combinaties daarvan.
2. De publieke omroep gaat zich in de toekomst (2008 e.v.) richten op
drie functies.
a. Nieuws. Hierbij moet interne pluriformiteit worden
gewaarborgd.
b. Opinievorming en maatschappelijk debat. De externe
pluriformiteit wordt toegespitst op deze functie.
c. Specifieke informatie en educatie/kunst/cultuur.
Amusement is geen doel op zich, maar wel toegestaan als vorm.
3. De onder (a) genoemde functie wordt verzorgd door de NOS die
daarvoor de benodigde middelen krijgt, (b) door ideële
omroepverenigingen1 (te noemen licentiehouders) die daarvoor een
vast budget krijgen en voor (c) zal nog nadere besluitvorming
plaatsvinden over de precieze vormgeving.
4. In de wet zullen algemene waarborgen worden opgenomen, die
verder worden uitgewerkt in bijvoorbeeld amvb's, ten aanzien van
externe en interne pluriformiteit, en de gelijkwaardige toewijzing
(omvang en plaatsing van programma's) door de Raad van Bestuur.
De ideële omroepverenigingen zijn volledig autonoom ten aanzien
van de inhoud van de programma's.
5. De onafhankelijke Raad van Bestuur wordt gecontroleerd door een
onafhankelijke Raad van Toezicht en geadviseerd door een College
van Licentiehouders.
6. Onderwijs, kennis en innovatie. In het Hoofdlijnenakkoord wordt
verwoord dat onderwijs en onderzoek (`innovatie') een essentiële
basis van de samenleving en de economie zijn. Duurzame
economische groei wordt daar in toenemende mate door bepaald. De
extra middelen die het kabinet voor deze prioriteit in het beleid heeft
uitgetrokken in het Hoofdlijnenakkoord wordt versterkt met een
impuls.
1 Naast de verenigingsvorm worden ook andere rechtsvormen verkend.
Pagina
6/7
De begroting van onderwijs zal met ¼ miljard structureel worden
opgehoogd in verband met hogere deelname in het onderwijs. Deze
voortgaande en versnellende onderwijsexpansie brengt Nederland
dichter bij de Lissabon ambities.
Bij de bestemming van de aardgasbatenmeevaller in het FES wordt
circa ½ miljard bestemd voor kennis, innovatie en onderwijs. Ook
bij toekomstige meevallers zal het aandeel van onderwijs, kennis en
innovatie in het FES worden uitgebreid.
· Daarmee wordt het mogelijk een stimulans te geven aan het
VMBO om knelpunten in de huisvesting en de inrichting
(lokalen voor praktijkgericht onderwijs) op te lossen. Zo wordt
de praktijkgerichtheid van het beroepsonderwijs verbeterd.
· Daarnaast wordt een impuls gegeven aan toponderzoek zoals
nanotechnologie, biotechnologie/pharma en innovatieve ICT
toepassingen.
· Tot slot wordt een bedrag gereserveerd voor een innovatie-
impuls waarmee concrete initiatieven van het
Innovatieplatform kunnen worden ondersteund. Het
innovatieplatform heeft bijvoorbeeld plannen op het terrein
van dynamisering van focus en massa in het wetenschappelijk
onderzoek, de beroepskolom, grootschalige
onderzoeksinfrastructuur en sleutelgebieden.
Hiermee rukt Nederland op naar de Europese voorhoede op het
gebied van innovatie.
- o -
26-03-2005
Pagina
7/7
Ministerie van Algemene Zaken