Persbericht, 16 maart 2005
Het textiellab is open!
het proces van ontwerp tot product centraal
Het hart van het Textielmuseum, de grote fabriekshal (shed) met de machines waar de permanente tentoonstelling Textielindustrie en Nederland stond, heeft een ware metamorfose ondergaan. Vanaf 25 maart aanstaande is de ruimte weer open voor het publiek en fungeert als experimentele werkplaats. Een plek waar vakmensen samen met ontwerpers, kunstenaars en studenten in een creatief proces aan de slag zijn. Ze vertalen ontwerpen naar textieltechnieken en experimenteren met garens en materialen. Zo ontstaan de nieuwste, meest spannende en bijzondere textielproducten die Nederland rijk is. De bezoeker is niet langer stille getuige, maar kan een veel actievere rol vervullen. 'Stiklijnen' op een stalen vloer leiden hen door het laboratorium. Het verhaal begint in het cluster ontwikkelen, daarna volgen voorbereiden, borduren, weven, verven, printen en tuften. In ieder cluster kijken ze mee over de schouders van de vakmensen. Ook voelen mag in het TextielLab. De stoffen en proefstalen mogen worden aangeraakt en er kunnen volop vragen worden gesteld aan de vakmensen en de ontwerpers.
De ontwerptekeningen, de met de computer vertaalde en gemaakte patronen en de proefstoffen zijn op verschillende plekken in het TextielLab te zien. Bezoekers worden doorlopend geïnformeerd over de bijzondere opdrachten die in het museum worden uitgevoerd. Er zijn computers geplaatst waarop informatie over de producten, de ontwerpers, de technieken en de machines is te vinden. Een vast onderdeel in de computer is de digitale productenbank, deze bevat reeds vervaardigde ontwerpen en producten en de bijbehorende verhalen. Het museum verstrekt al vanaf de jaren '80 opdrachten aan kunstenaars en ontwerpers, deze worden nu uitgebreid gepresenteerd. Begeleidende films volgen een aantal ontwerpers in hun proces van ontwerp tot product. Het TextielLab is boven alles een permanent veranderende opstelling waar bezoekers steeds andere leerzame ervaringen kunnen opdoen.
Kortom, het TextielLab, waar vakmanschap en creativiteit elkaar ontmoeten; de moeite van het beleven waard!
De metamorfose
De ruimte is de afgelopen maanden flink aangepakt: van een historisch getinte machinehal naar een zeer hedendaagse, vrolijk vormgegeven laboratorium in het authentieke historische pand. Waar voorheen aan de hand van een veelvoud aan machines het verhaal van de textieltechnieken werd verteld, is nu het creatieve proces uitgangspunt. Er zijn felgroene, open werkplekken in de ruimte gecreëerd waar museummedewerkers met vormgevers overleggen, de ontwerpen en proefstalen bekijken en vergaderen. Daarnaast krijgen materialen een veel prominentere plek in de shed. De informatieoverdracht via de publiekscomputers is nieuw en eigentijds. Uiteraard verdwijnt de 'oude, vertrouwde' (en unieke) mondelinge overdracht door de vakmensen die de machines bedienen niet.
Het TextielLab beter bekeken
In de nieuwe opstelling worden de diverse textieltechnieken thematisch in clusters gepresenteerd. De vernieuwde heldere en overzichtelijke indeling, leidt de bezoeker langs het verhaal. Dit verhaal start in het cluster voorbereiden. Om een product te maken is garen nodig. Daarvoor staan diverse spinmachines volop te draaien en demonstrateurs geven uitleg. Een ander cluster heeft de naam ontwikkelen gekregen. Dit is het zenuwcentrum. De ontwerpen die de ontwerpers, kunstenaars en studenten vaak in hun ateliers hebben gemaakt worden met behulp van de geavanceerde CAD CAM (ontwerp) computers vertaald naar een van de textieltechnieken: breien, weven, borduren en printen. De ontwerpcomputers zijn rechtstreeks verbonden met de computergestuurde textielmachines. De vertaalde ontwerpen worden vanaf deze computers naar de desbetreffende machine 'gestuurd' en al wevend, breiend of bordurend wordt een proefstaal geproduceerd. De ontwerper en productontwikkelaar bekijken het resultaat en bepalen of de juiste kleur, garen en structuur is verkregen.
In aangrenzende ruimten zijn nog twee andere afdelingen ingericht: in de tufterij worden handmatig bijzondere wand- en vloerkleden geproduceerd en in de andere ruimte is de ververij gesitueerd. In dit laboratorium kunnen garens in elke gewenste kleur worden geverfd. Ook staat hier de ontwerpcomputer met printer om bijzondere afbeeldingen op stoffen te printen.
De tentoonstelling werd mede mogelijk gemaakt door bijdragen van de Provincie Noord-Brabant, het ministerie van VROM/IPSV en NedGraphics. Merkx + Girod te Amsterdam is verantwoordelijk voor het ruimtelijk ontwerp. Het grafisch ontwerp is van Atelier René Knip.
---
Noot voor de pers (
Gemeente Tilburg