Federale regering Belgie
Vervoer
(2005-03-25)
Persbericht van de Ministerraad
Op voorstel van de heer Renaat Landuyt, Minister van Mobiliteit,
keurde de Ministerraad een voorontwerp van wet goed houdende diverse
maatregelen inzake vervoer.
Het voorontwerp regelt de sanctiemechanismen in het maritiem vervoer,
de luchtvaart, het spoorvervoer en de technische controle van
bedrijfsvoertuigen langs de weg.
Maritiem vervoer
Het voorontwerp voert in de wet op de veiligheid der schepen (*)
strafmaatregelen in voor overtredingen van de Europese verordening
(**) die vergelijkbaar zijn met de strafmaatregelen die gelden voor
andere inbreuken die te maken hebben met de veiligheid in de havens.
Luchtvaart
Het voorontwerp voert een nieuwe inbreuk in voor luchtvaartvliegtuigen
die de vliegroutes die hen zijn toegewezen niet respecteren. De
maatregel is van belang voor de naleving van maatregelen om de
geluidsoverlast in de omtrek van luchthavens te verminderen. Andere
bepalingen hebben betrekking op de luchtvaartbeveiliging, het
opstellen van beveiligingsprogramma's en het verplicht dragen van
luchtidentificatiebadges door het personeel.
Er komt ook een regeling betreffende ongedisciplineerde en
ordeverstorende passagiers.
Het bedrag van de geldboetes wordt aangepast aan de ernst van de
inbreuken.
Spoorwegvervoer
Sommige beslissingen over de veiligheid van het spoorwegverkeer die
belangrijke gevolgen kunnen hebben voor de spoorwegbedrijven, moeten
door de Minister van Mobiliteit worden bevestigd. De nieuwe bepaling
verlengt de termijn waarin de Minister de beslissing van de beheerder
van de spoorweginfrastructuur moet bekrachtigen tot 10 werkdagen.
Technische eisen van voertuigen
De Europese Richtlijn (***) betreffende de technische controle langs
de weg van bedrijfsvoertuigen wordt in Belgisch Recht omgezet. De
lidstaten moeten een sanctieregeling opstellen die toepasbaar is in
geval de bestuurder of ondernemer niet voldoet aan de technische eisen
die worden gecontroleerd.
Het voorontwerp wordt na raadpleging van de Gewesten binnen de dertig
dagen aan de Raad van State voorgelegd.
(*) van 5 juni 1972.
(**) EG nr. 725/2004.
(***) Richtlijn 2000/30/EG van 6 juni 2000.