Netwerk


VANAVOND IN NETWERK

Onderwerp: Portret: Teloorgang van een droom
Uitzenddatum: Do. 24 maart 2005, 20.30u

âEen jonge tijger, de krullenjongenâ, zo omschreef het partijblad van D66 hem in 1998. Thom de Graaf werd altijd gezien als een veelbelovend talent van de partij. Desondanks lijkt hij niet voor het politieke geluk geboren. Een portret.

Droom
Mr. Thomas Carolus (Thom) de Graaf werd geboren op 11 juni 1957. Als jongste uit een katholiek nest van zes kinderen, droomde hij al vroeg van het burgemeesterschap. Een droom die zijn vader reeds had verwezenlijkt. De Graaf senior was burgemeester van Nijmegen en zat vijftien jaar in de Tweede Kamer, als vooraanstaand lid van de KVP.

Ambitieus
Na zijn studie rechten in Nijmegen komt De Graaf als ambtenaar te werken op het Ministerie van Binnenlandse Zaken. Hij schopte het tot plaatsvervangend directeur politiebeleid. Vervuld met ambitie, verruilde hij in 1994 het ministerie voor een plaats in het parlement. Vanaf 1997 was hij fractievoorzitter van D66. De Graaf hield zich onder meer bezig met buitenlandse zaken en binnenlands bestuur.

Kansloze nederlaag
Na een kansloze verkiezingsnederlaag in 2002, trok Thom de Graaf zich terug als lijsttrekker van zijn partij. Hij leek zijn dagen verder te gaan slijten als kamerlid.

Nieuwe impuls
Het liep anders. Een jaar na zijn aftrede kwam het ministerschap voor De Graaf uit de lucht vallen. D66 bleek plotseling een gewilde partner in een coalitie met het CDA en de VVD. Zijn politieke carrière kreeg een nieuwe impuls. Als minister van bestuurlijke Vernieuwingen kon hij zijn âkroonjuweelâ, de gekozen burgemeester, eindelijk aan het kabinet presenteren.

Onomstreden
Zijn positie binnen de partij was de laatste jaren onomstreden. Hij gold als een degelijk, genuanceerd parlementariër en werd geroemd om zijn bijdragen in debatten. De Graaf hield niet van politieke spelletjes.

Berooid
Juist deze spelletjes lijken hem nu fataal te zijn geworden. De Graaf moest toezien hoe de PvdA-senatoren zijn droom aan diggelen schopten. Berooid van zijn kroonjuweel, besloot hij woensdag dat zijn ministerschap verder bestaansrecht ontbeerde. Hij trad af.