Ministerie van Justitie
Vreemdelingenzaken en Integratie
Persbericht ministerraad
24 maart 2005
KABINET STEMT IN MET NIEUWE INBURGERINGSWET
Er komt een algemene inburgeringsplicht voor alle personen van 16 tot 65
jaar die duurzaam in Nederland willen en mogen verblijven. De wettelijke
verplichting geldt voor nieuw- en oudkomers. Degenen die niet gedurende
acht jaar van de leerplichtige leeftijd in Nederland hebben gewoond en niet
over bepaalde Nederlandse, Antilliaanse of Arubaanse diploma's,
certificaten of bewijsstukken van een bepaalde opleiding beschikken, vallen
onder de inburgeringsplicht. Dit staat in het wetsvoorstel van minister
Verdonk voor Vreemdelingenzaken en Integratie waarmee het kabinet heeft
ingestemd.
Aan de inburgeringsverplichting is voldaan als het inburgeringsexamen is
behaald. Het kabinet staat met dit wetsvoorstel de invoering van een meer
verplichtend en resultaatgericht inburgeringsstelsel voor. De eigen
verantwoordelijkheid van de inburgeringsplichtige staat hierbij voorop. De
nieuwe inburgeringsplicht moet de bestaande taalachterstanden overbruggen
en nieuwe achterstanden voorkomen. Het wetsvoorstel vloeit voort uit het
Hoofdlijnenakkoord én uit de aanbevelingen van de commissie-Blok. De
commissie pleitte voor een 'bindend en verbindend' integratiebeleid om
daarmee de vrijblijvendheid in het integratiebeleid - waarvan het
inburgeringsbeleid deel uitmaakt - te doorbreken.
In navolging van de commissie-Franssen, die onafhankelijk advies uitbracht
over vorm en inhoud van de inburgeringsexamens in binnen-en buitenland,
worden de eisen aan de mondelinge en schriftelijke taalvaardigheid van de
inburgeringsplichtige gesteld op het niveau A2 van het Europese Raamwerk
voor Moderne Vreemde Talen. Voor oudkomers wordt de lees- en
schrijfvaardigheid op A1 gesteld, aangezien het veelal oudere personen
betreffen die vaak weinig of geen opleiding hebben gehad.
Inburgeringsplichtigen kunnen zelf een cursus inkopen op de markt van
cursusaanbieders. De overheid faciliteert naleving van de
inburgeringsplicht met een kredietfaciliteit en een (genormeerde)
vergoeding voor gemaakte kosten, indien het examen binnen drie jaar is
behaald. Voor enkele bijzondere groepen inburgeringsplichtigen, onder wie
bepaalde uitkeringsgerechtigden en vrouwen in achterstandsposities, bestaat
voorts de mogelijkheid van een gemeentelijk aanbod voor een - met
reïntegratie gecombineerd - inburgeringstraject.
Gemeenten hebben in belangrijke mate een handhavingsplicht. De voornaamste
sanctie in het wetsvoorstel is dat een gemeente een bestuurlijke boete kan
opleggen bij het niet behalen van het examen binnen de voorgeschreven
termijn (3 ½ jaar voor degenen die reeds in het land van herkomst het
inburgeringsexamen buitenland hebben behaald of 5 jaar voor de overigen).
De ministerraad heeft ermee ingestemd dat het wetsvoorstel voor advies aan
de Raad van State zal worden gezonden. De tekst van het wetsvoorstel en van
het advies van de Raad van State worden pas openbaar bij indiening bij de
Tweede Kamer.
RVD, 24.03.2005
Ministerie van Algemene Zaken