Raad voor de Rechtspraak


Rechtbanken zullen aanhoudingsverzoeken Dexia niet eenzijdig honoreren

Op 18 februari 2005 heeft Dexia Bank Nederland een brief geschreven aan de presidenten en sectorvoorzitters civiel en kanton van de rechtbanken in Nederland. Daarin is verzocht om aanhouding van alle procedures waarin Dexia partij is in afwachting van de bemiddelingspoging van de heer Duisenberg in deze zaken. Op 9 maart 2005 hebben de advocaten van 4000 wederpartijen van Dexia in een brief aan de sectorvoorzitters civiel en kanton van de rechtbanken aangegeven het niet eens te zijn met het verzoek van Dexia. De sectorvoorzitters hebben inzake het aanhoudingsverzoek van Dexia het volgende afgesproken.

Algemeen beleid
Uit de brief van 18 februari 2005 blijkt dat Dexia in elke zaak afzonderlijk een aanhoudingsverzoek zal doen. De rechtbanken zullen de wederpartijen vervolgens op de hoogte brengen van het aanhoudingsverzoek en de gevolgen van het al dan niet aanhouden van de zaak uitleggen. De wederpartij zal een termijn worden gegeven om te reageren. Als de wederpartij bezwaar maakt tegen aanhouding dan wordt op de gebruikelijke wijze doorgeprocedeerd. Als de rechtbank binnen die periode geen bericht heeft ontvangen, zal worden aangenomen dat de wederpartij geen bezwaar tegen aanhouding heeft. Is er geen bezwaar gemaakt tegen aanhouden, dan zal de zaak worden aangehouden in afwachting van het resultaat van de bemiddelingspoging van de heer Duisenberg. Overigens kan op een later tijdstip altijd nog worden verzocht om voortzetting van de procedure.

Het beleid inzake het aanhoudingsverzoek van Dexia draagt bij aan het bevorderen van de uniforme rechtstoepassing maar is niet bindend. Het streven is dat de sectoren kanton en civiel van alle rechtbanken het beleid volgen. Het kan echter voorkomen dat lokaal van de afspraken wordt afgeweken, zoals in dit geval door de rechtbank Amsterdam, sector kanton.

Afwijkend Amsterdams beleid
De sector kanton van de rechtbank Amsterdam zal alle thans aanhangige Dexia-zaken ambtshalve aanhouden tot een rolzitting in december 2005. Daartoe wordt overwogen dat de schikkingsonderhandelingen een reële kans verdienen en dat de ontwikkelingen in de hogere jurisprudentie kunnen worden afgewacht, waarmee een algemeen belang wordt gediend. Er is volgens Amsterdam reden om te verwachten dat de Hoge Raad voorrang zal geven aan de beantwoording van belangrijke rechtsvragen op dit terrein. Voorts worden volgens Amsterdam de belangen van partijen gediend om onnodige proceshandelingen, processuele complicaties en eventuele beroepsprocedures te voorkomen. Indien een partij van oordeel is dat de procedure op grond van zijn concrete belangen moet worden voortgezet, kan hij de zaak vervroegd op de rol doen plaatsen teneinde een gemotiveerd verzoek tot voortzetting te doen, over welk verzoek de andere partij zich zal kunnen uitlaten. De Amsterdamse kantonrechter zal daarna over de voortzetting van de procedure een beslissing nemen.

Bron: Raad voor de rechtspraak
Datum actualiteit: 24 maart 2005 Naar boven