Algemene Rekenkamer

Algemene Rekenkamer

- 24 maart 2005-

Handhaving van wetten en regels steeds professioneler

Handhaving: duidelijke keuzes van bestuurders nodig

De handhaving van wetten en regels is de afgelopen jaren verbeterd. Maar bestuurders en handhavende instanties maken nog onvoldoende duidelijk welk niveau van naleving zij minimaal beogen, welke onderdelen van de wet- en regelgeving zij minder intensief of bewust niet handhaven en wat zij onder welke condities gedogen. Hierdoor is niet altijd bekend hoe groot de risico s zijn waaraan burgers blootstaan. Ook is niet duidelijk of, hoe en tegen welke prijs die risico s teruggedrongen kunnen en moeten worden. Dit blijkt uit het onderzoek Handhaven en Gedogen, dat de Algemene Rekenkamer vandaag samen het haar Verslag 2004, Werkprogramma 2005 en de Terugblik 2005 publiceert.

Niet duidelijk of handhaving daadwerkelijk bijdraagt aan betere naleving De handhavingspraktijk is de afgelopen jaren geprofessionaliseerd. Zo schatten handhavende instanties (inspecties en politie) tegenwoordig van tevoren in hoe groot de risico s zijn wanneer bepaalde regels of wetten niet worden nageleefd; op basis daarvan stellen zij hun prioriteiten. Ook weten handhavers steeds beter hoeveel mensen feitelijk de regels naleven.

Zeven beleidsterreinen onderzocht
Wetten en regels hebben als doel de leefbaarheid van ons land te vergroten. Als regels worden nageleefd, worden maatschappelijke risico s zoals de kans op slecht onderwijs, het te jong gebruiken van alcohol en tabak, ongelukken op het werk of milieuschade kleiner. Handhaving van wet- en regelgeving is nodig om de naleving te bevorderen. De Algemene Rekenkamer heeft de handhaving onderzocht op zeven beleidsterreinen: leeftijdsgrenzen voor verkopen alcohol en tabak, arbeidsomstandigheden, softdrugs, olie- en gaswinning, vervoer van gevaarlijke stoffen, visquota en de kwaliteit van het voortgezet onderwijs.

Toch kan er nog het nodige verbeterd worden. Handhavers weten bijvoorbeeld doorgaans niet wat het effect is van hun inspanningen op de naleving van regels en wetten en hoe dat bijdraagt aan de oplossing van de achterliggende problemen.

Daarnaast maken de bestuurders nog lang niet altijd duidelijk welk niveau van naleving zij minimaal voor ogen hebben en wat ze bewust niet handhaven en gedogen.

Ook zouden bestuurders nog meer aandacht moeten hebben voor de handhaafbaarheid van nieuwe en bestaande wetten en regels en voor normen die niet wettelijk zijn vastgelegd.

Capaciteitsgebrek, tegenstrijdig beleid en vage normen De Algemene Rekenkamer vond op drie van de zeven onderzochte beleidsterreinen aanwijzingen voor tekortschietende handhaving. Het gaat om de terreinen: leeftijdsgrenzen bij de verstrekking van alcohol en tabak , softdrugs en externe veiligheid bij vervoer van gevaarlijke stoffen . Uit het onderzoek blijkt dat er drie soorten oorzaken zijn voor het ontstaan van handhavingstekorten:


1. de capaciteit om te handhaven sluit niet aan op de taken;
2. er zijn inconsistenties in de te handhaven regelgeving;
3. de status van de te handhaven normen is onduidelijk.

Zo zijn er te weinig handhavers die zich bezighouden met de leeftijdsgrenzen bij de verstrekking van alcohol en tabak. Daarnaast staat het verbod van hennepteelt op gespannen voet met het gedoogbeleid voor de verkoop van sofdrugs. En hoewel er gedetailleerde landelijke normen bestaan voor het vervoer van gevaarlijke stoffen, mogen gemeenten hiervan beargumenteerd afwijken. Aan welke eisen die argumentatie moet voldoen is niet duidelijk omschreven. Dat verklaart waarom er nog steeds huizen gebouwd worden langs wegen en spoorlijnen waarover gevaarlijke stoffen worden vervoerd.

Bij het opstellen van beleid is het belangrijk om over de bovengenoemde drie punten goed na te denken. Bestuurders moeten al in een vroeg stadium de handhavers betrekken bij de beoordeling van de handhaafbaarheid. Ook moet duidelijk worden omschreven welke taken kunnen worden uitgevoerd met de gegeven capaciteit.

Ministers zullen zich expliciet uitspreken over nalevingsniveau Uit de reacties van de ministers op het onderzoek blijkt dat veel van de conclusies en aanbevelingen breed worden ondersteund. De Algemene Rekenkamer is met name blij met de toezegging dat verschillende ministers zich expliciet zullen uitspreken over welk nalevingsniveau ze voor ogen hebben. Daarnaast stemt het de Algemene Rekenkamer tevreden dat verschillende ministers meer inzicht willen gaan verschaffen in de samenhang tussen handhaving, naleving en risicoreductie.