Ministerie van Algemene Zaken

Verklaring minister-president Balkenende in de Tweede Kamer der Staten- Generaal n.a.v. aftreden van de minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties

Minister Balkenende:

Voorzitter. Zojuist heeft de heer De Graaf aan Hare Majesteit de Koningin verzocht, hem ontslag te verlenen als minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties. Ik neem hier met groot respect voor de heer De Graaf kennis van en betreur de aanleiding. Ik heb veel respect voor de heer De Graaf omdat hij zich als minister en als vice-premier met veel kundigheid en inzet voor het beleidsprogramma van dit kabinet in het algemeen en de bestuurlijke vernieuwing in het bijzonder heeft ingespannen. Ik betreur echter de aanleiding. Immers, het voorstel om de benoemingswijze van de burgemeester uit de Grondwet te halen heeft in eerste lezing een ruime, tweederde meerderheid gehaald in beide Kamers van het parlement. In tweede lezing is die meerderheid in deze Kamer opnieuw gebleken. In de Eerste Kamer hebben de fracties van de PvdA, Groenlinks en de SP anders gestemd dan hun geestverwante fracties in deze Kamer en anders dan in eerste lezing in beide Kamers. Minister De Graaf heeft geen eerlijke kans gekregen.
Ik respecteer het dat de heer De Graaf, hoewel er geen enkel conflict is binnen het kabinet en binnen de coalitie, hier zwaar aan tilt. Ik heb vastgesteld dat er bij de dragende fracties van deze coalitie voldoende steun en inzet is om verder uitvoering te geven aan het beleidsprogramma van dit kabinet. Er is al wel enige tijd sprake van overleg tussen de coalitiefracties over de invoering van een nieuw kiesstelsel. De heer De Graaf heeft ook dat aspect meegewogen in zijn beslissing. Het kabinet ziet de resultaten van het overleg van de coalitiefracties met vertrouwen tegemoet. Nadat Hare Majesteit de Koningin bewilligd heeft in het verzoek van de heer De Graaf om hem ontslag te verlenen, zal de fractievoorzitter van D66 aan mij een voorstel doen voor de vervulling van het ministerschap voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties. Ook dat zie ik met vertrouwen tegemoet.
Het vertrek van een minister betekent voor een team zoals het kabinet altijd een lastig moment, zeker omdat in grote collegialiteit moeilijke beslissingen zijn genomen. Deze motivatie maakt het het echter waard om met volle inzet verder te werken voor dit land.

23 maart 2005, 21.00 uur