Persberichten
Roermond, 23 maart 2005
Openbaar Ministerie vordert twee ontnemingen van 668.872,-
Op woensdag 23 maart heeft het Openbaar Ministerie voor de 58-jarige
verdachte D. uit Weert de betaling aan de Staat van het
wederrechtelijk verkregen voordeel geëist ten bedrage van 668.872,-.
Voor de 33-jarige verdachte P. uit Weert eiste het Openbaar Ministerie
de betaling aan de Staat van het wederrechtelijk verkregen voordeel
van eveneens 668.872,-. Het gaat bij de ontnemingszaken om de winsten
van bedrijfsmatige exploitatie van illegaal verblijfhoudende
prostituees.
In december 2004 had de rechtbank Roermond de 58-jarige verdachte al
veroordeeld voor gedwongen en illegale prostitutie, mensenhandel en
het behulpzaam zijn van illegale vrouwen bij verblijf in Nederland. De
rechtbank legde de verdachte een gevangenisstraf op van 27 maanden,
waarvan 9 voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar. De verdachte
heeft hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank ingesteld.
De 33-jarige verdachte is in december 2004 veroordeeld voor het
behulpzaam zijn van illegale vrouwen bij verblijf in Nederland.
Hiervoor legde de rechtbank een gevangenisstraf op van zes maanden
voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar op. Daarnaast is zij
veroordeeld voor een werkstraf van 240 uur. Zij heeft ook hoger beroep
tegen het vonnis van de rechtbank ingesteld.
De Rechtbank doet in de ontnemingszaken op 31 maart 2005 uitspraak.
Openbaar Ministerie