Overzicht | veb@dienst.vu.nl
---
Oratie over mensenrechten in conflict
Terrorismebestrijding of privacy wat gaat voor?
Martin Kuijer, hoogleraar Rechten van de mens, verdedigt in zijn
oratie dat terrorismebestrijding een mensenrechtelijke status behoort
te hebben. Staten zijn verplicht hun ingezetenen actief te beschermen
tegen levensbedreigende situaties. Maar maatregelen die de staat
daartoe neemt, kunnen in strijd zijn met andere grondrechten, zoals
privacybescherming. Wat moet een staat dan doen? Kuijer gaat hierop in
als hij woensdag 23 maart zijn oratie houdt, getiteld Van Lawless naar
een rechtmatige bestrijding van terrorisme.
Terrorisme stamt van ver voor 11 september 2001, maar met de
gebeurtenissen op "9/11" veranderde ook in Nederland de toon van het
debat drastisch. De publieke opinie lijkt in de ban te zijn van de
dreiging van het terrorisme en de maatregelen om het terrorisme te
bestrijden stapelen zich snel op. Soms zijn die maatregelen in strijd
met de mensenrechten.
Volgens Kuijer moet men in elk specifiek geval waarin
terrorismebestrijding (oftewel het recht op bescherming) als het ware
in conflict komt met mensenrechten zoals privacy, bekijken welk recht
moet wijken. Bij absolute mensenrechten, zoals het folterverbod, mag
je ervan uitgaan dat deze afweging ten nadele van de
terrorismebestrijding uitvalt. Maar bij andere mensenrechten, zoals
privacybescherming, godsdienstvrijheid, vrijheid van vergadering en
vrijheid van meningsuiting, kan zo"n afweging heel goed betekenen dat
het andere grondrecht moet wijken voor het belang van een effectieve
terrorismebestrijding.
Maatregelen die overheden in het belang van terrorismebestrijding
introduceren, moeten volgens Kuijer aan een aantal eisen voldoen,
zeker als ze ten koste gaan van andere mensenrechten. Ze moeten
voorzien zijn van een deugdelijke wettelijke basis, de noodzaak van de
maatregel moet goed zijn gemotiveerd en rechterlijk toezicht moet
procedurele rechtsbescherming bieden. Dat laatste acht Kuijer
essentieel bij de legitimatie van terrorismemaatregelen, want het is
volgens hem principieel onjuist om terrorismeverdachten buiten de
rechtsorde te plaatsen.
Martin Kuijer (1972) is sinds november 2004 bijzonder hoogleraar
Rechten van de Mens aan de Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de VU.
Daarnaast is hij wetgevingsjurist op het ministerie van Justitie, waar
hij zich bezighoudt met onder meer de behandeling van klachten op het
terrein van Justitie tegen Nederland bij het Europees Hof voor de
Rechten van de Mens. Hij is verbonden aan het Nederlands Juristenblad
en het NJCM-Bulletin. Ook is hij gastdocent aan de SSR, de Academie
voor Wetgeving, de Universiteit Leiden, en verzorgt hij verscheidene
cursussen voor leden van de rechterlijke macht in Oost-Europa. Kuijer
neemt aan de VU de plaats in van prof. mr. Egbert Myjer, die werd
benoemd tot rechter in het Europees Hof voor de Rechten van de Mens.
Vrije Universiteit Amsterdam