LTO-Nederland

LTO NEDERLAND

EU milieubeleid, LTO verwijt Kabinet gebrek aan betrokkenheid

LTO Nederland wil dat politiek Den Haag zich veel meer gaat bemoeien met de voorbereiding en ontwikkeling van Europees milieubeleid. Er wordt te lichtvaardig ingestemd met nieuwe EU-richtlijnen, waarvan jaren later bij de uitvoering pas blijkt dat bedrijven daar onmogelijk aan kunnen voldoen. LTO verwijt het kabinet een gebrek aan betrokkenheid en vindt ook dat de Tweede Kamer en Nederlandse leden van het Europees Parlement zich intensiever, en beter op elkaar afgestemd, moeten bezighouden met het Europees milieubeleid en met name de gevolgen ervan. De Rekenkamer heeft zich medio vorig jaar ook kritisch in deze zin uitgelaten.

In het verleden stemde Nederland eerst in met nieuwe Europese milieuregels om daarna pas goed te kijken naar de sociaal-economische gevolgen ervan. Het moet andersom, stelt LTO dat samen met VNO NCW en de zuivelindustrie plannen uitwerkt om de lobby in zowel Den Haag als in Brussel te versterken. LTO steekt de hand overigens ook in eigen boezem. De landbouworganisatie vindt dat nog meer geïnvesteerd moet worden in het Europese lobbynetwerk. Daarbij zal ook meer samenwerking gezocht moeten worden met landbouworganisaties in andere lidstaten en in EU-verband.

Het dagelijks bestuur LTO besprak vandaag een nota over het Europees milieubeleid en wat er in de afgelopen decennia mis is gegaan. Een voorbeeld is de Nitraatrichlijn, waarover al in 1979 is besloten. Niet het doel stond centraal maar het middel, namelijk een maximale gift aan dierlijke mest van 170 kg stikstof/ha. Algemeen bekend is dat de opname van stikstof per grondsoort en klimaat in Europa heel verschillend is. Na een procedure voor het Europese Hof en jarenlang politiek touwtrekken is er een tussenoplossing uit de bus gekomen en voor Nederland op onderdelen - net als overigens voor enkele andere lidstaten - een uitzonderingspositie bedongen.

Met de Kaderrichtlijn Water, waarover in 2000 is besloten, dreigt nu iets dergelijks te gebeuren. Ambtenaren en politici richten zich vooral op de implementatie van deze richtlijn in de Nederlandse milieuwetgeving en amper op de gevolgen ervan. Juist daarom hebben de LTO-organisaties een team van medewerkers gevormd; regionaal wordt samengewerkt met overheden per stroomgebied van waterlopen en landelijk richten zij zich op de implementatie van de richtlijn. In het bijzonder gaat het dan om de doelen en maatregelen die de komende vier jaar definitief worden vastgesteld.

Volgens LTO-voorzitter Gerard Doornbos is er in politiek Den Haag een cultuuromslag nodig om te voorkomen dat het ook in de toekomst misgaat. Nu de Kaderrichtlijn Water wordt uitgewerkt en met nieuwe richtlijnen op komst voor grondwater en wellicht ook voor bodembeheer, is het hoogste tijd om scherp te krijgen wat er op Brussels milieugebied allemaal speelt en de goede politieke inzet te kiezen. 'We moeten gezamenlijk zien te voorkomen dat agrarische bedrijven straks worden geconfronteerd met milieuregels, waarvan je nu op je klompen kunt aanvoelen dat veel ondernemingen voor een onmogelijke situatie komen te staan. Ons motto luidt: 'Eerst gevolgen van nieuw milieubeleid bekijken, dan pas goedkeuren'. Nederland moet in Brussel krachtiger opkomen voor onze eigen belangen', aldus Doornbos.

22 mrt 05 17:30