Leefbaar Rotterdam

7e Belevingsmonitor, februari 2005

In het collegeprogramma 2002-2006 `Het nieuwe elan van Rotterdam ... en zo gaan we dat doen' staat het voornemen voor regelmatig opinieonderzoek. Het college wil dat de resultaten van de aanpak, gepresenteerd in het collegeprogramma, voor iedereen zichtbaar zijn. Verder is het voor het gemeentebestuur van groot belang dat Rotterdammers aan kunnen geven wat zij van de aanpak vinden en of zij van mening zijn dat het gemeentebestuur op de goede weg is.

Het doel van het opinieonderzoek is informatie verzamelen over de voortgang van het collegebeleid, de waardering voor het collegebeleid en de herkenbaarheid van het college in de beleving van Rotterdammers. Het onderzoek richt zich niet op het meten van beleidseffecten. Het Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) voert sinds februari 2003 elke vier maanden een representatief en kwantitatief onderzoek uit; de belevingsmonitor. In deze feitenkaart worden de belangrijkste resultaten van de zevende belevingsmonitor behandeld. Een totaaloverzicht met resultaten is terug te vinden in een aparte bijlage.

Bekendheid van de acties van het gemeentebestuur afgelopen 2 jaar toegenomen De bekendheid van de acties van het gemeentebestuur is, na een kleine terugval in oktober 2004, terug op het niveau van de maanden ervoor. Zo'n 70 procent van de Rotterdammers merkt iets van de acties van het gemeentebestuur om de stad te verbeteren, dat is 10 procent meer dan in februari 2003. Vooral via kranten en huis-aan-huisbladen nemen Rotterdammers vaker kennis van de acties dan twee jaar geleden. Bovendien zijn er in vergelijking met februari 2003 iets meer Rotterdammers die de acties van het gemeentebestuur om zich heen zien gebeuren. Het internet en buren, kennissen en familie leveren nauwelijks een bijdrage aan het verkrijgen van informatie.

Merkt u iets van de acties van het gemeentebestuur om de stad te verbeteren?

60% 100%

26% 25% 80% 27% 34% 34% 30% 30% 40% 60%

40% 20% 72% 72% 61% 62% 66% 69% 63% 20%

0% Ja, gelezen in de Ja, ik zie het om me Ja, gezien en 0% krant, huis-aan- heen gebeuren gehoord op televisie feb jun okt feb jun okt feb huisblad enz. en radio 2003 2003 2003 2004 2004 2004 2005

feb 2003 feb 2004 feb 2005 ja nee, weinig tot niets geen antwoord

Twee op de vijf Rotterdammers vinden dat de stad vooruit is gegaan in het afgelopen jaar Twee op de vijf Rotterdammers (39 procent) vinden dat de stad in het afgelopen jaar vooruit is gegaan. Een jaar geleden was 33 procent deze mening toegedaan. Het percentage Rotterdammers dat vindt dat het achteruit is gegaan, daalde van 30 procent in februari 2004 naar 20 procent in februari 2005. Opvallend is wel dat sinds juni 2004 geen grote wijzigingen zijn opgetreden in de resultaten.

De helft van de Rotterdammers noemt een positieve verandering Het percentage Rotterdammers dat een positieve verandering noemt, is sinds afgelopen zomer (2004) stabiel. Ongeveer de helft heeft een positieve ontwikkeling ingevuld. Bijna één op de drie Rotterdammers noteerde een negatieve verandering.


---

Vindt u dat Rotterdam in het afgelopen jaar vooruit Hoe ervaart u een belangrijke verandering in het of achteruit is gegaan? afgelopen jaar?

13% 10% 9% 17% 12% 23% 18% 21% 20% 25% 20% 21% 27% 27% 29% 29% 29% 33% 25% 30% 30% 31% 38% 33% 31% 34% 22% 30% 20% 29% 19% 26% 46% 46% 50% 50% 41% 39% 44% 39% 45% 33% 36% 29% 25%

jun 2003 okt 2004 feb 2004 jun 2004 okt 2004 feb 2005 feb 2003 jun 2003 okt 2003 feb 2004 jun 2004 okt 2004 feb 2005 vooruit achteruit gelijk gebleven weet niet/geen antwoord positief negatief geen antwoord

Belangrijke positieve ervaringen van Rotterdammers ten aanzien van veiligheid en schoon en heel De Rotterdammers ervaren voornamelijk positieve veranderingen op het gebied van veiligheid en schoon en heel. In een open vraag is Rotterdammers gevraagd aan te geven wat de belangrijkste verandering in Rotterdam is in het afgelopen jaar. Velen hebben een positieve verandering genoemd over de veiligheidsmaatregelen die het gemeentebestuur heeft getroffen. Veel genoemd zijn antwoorden zoals meer politie en meer toezicht op straat en in het openbaar vervoer. Preventief fouilleren wordt door een enkeling als verandering opgemerkt. Ook zijn veel opmerkingen gemaakt over schoon en heel. Veel Rotterdammers zien dat hun straat of andere plekken in Rotterdam schoner worden. Over leefbaarheid en bereikbaarheid zijn relatief veel negatieve reacties opgeschreven. Als het gaat om het thema leefbaarheid, ervaart een groep Rotterdammers overlast van jongeren en verslaafden. Bovendien vinden enkele Rotterdammers dat de stad verpaupert. Het thema bereikbaarheid scoort vooral negatief, omdat er negatieve ervaringen zijn met wijzigingen in het openbaar vervoer.

Wat is voor u een belangrijke verandering in Rotterdam in het afgelopen jaar? (ingedeeld in thema's en positief en negatief, aantal respondenten)

veiligheid

schoon en heel

leefbaarheid

huisvesting

bereikbaarheid

bestuursstijl

parkeerbeleid

-125 -75 -25 25 75 125

aantal respondenten

negatief positief

Bereidheid om te komen praten met het gemeentebestuur onveranderd De bereidheid om met het gemeentebestuur te komen praten over de problemen in Rotterdam en mogelijke oplossingen is onveranderd ten opzichte van alle voorgaande metingen. Zo'n 30 procent van de Rotterdammers acht de kans groot tot zeer groot dat zij ingaat op een uitnodiging van het gemeentebestuur. De groep die de kans klein tot zeer klein acht is groter (50 procent). Eén op de zes Rotterdammers is niet van plan in te gaan op een uitnodiging van het gemeentebestuur.


---

Prioriteiten van de Rotterdammers

Schoon en heel blijft topprioriteit "Schoon en heel" is volgens Rotterdammers het belangrijkste onderwerp waar het gemeentebestuur aan moet werken om de stad te verbeteren. Sinds de eerste meting in 2002 is schoon en heel onder de Rotterdammers een topprioriteit geweest, maar in vergelijking met een jaar geleden is het in belang toegenomen. Een sterke toename in belang zien we ook bij het "terugdringen van overlast door jongeren". Het "terugdringen van overlast door verslaafden" is in vergelijking met voorgaande jaren licht in prioriteit gedaald. Ook aan werken aan "veiliger openbaar vervoer" en aan "veiligheid rondom het Centraal Station" wordt ten opzichte van 2003 minder prioriteit gegeven, maar de daling zette in 2004 al in.

Wat zijn de belangrijkste onderwerpen waaraan het gemeentebestuur moet werken om de stad te verbeteren? (Percentage Rotterdammers in februari 2003, februari 2004 en februari 2005) onderwerp feb-05 feb-04 feb-03 schoon en heel op straat 65% 57% 59% terugdringen van overlast door jongeren 56% 51% 47%

terugdringen van illegale en onveilige woonsituaties 48% 49% 38%

terugdringen van overlast door verslaafden 44% 51% 51%

veiliger openbaar vervoer 44% 44% 54% meer werkgelegenheid 34% 38% 24% onderwijs voor kinderen en ouders met taalproblemen 30% 33% 29% gevarieerd woningaanbod 28% 33% 26% veiligheid rondom Centraal Station 23% 19% 35% bestrijden van achterstand immigranten 23% 23% 20%

Waardering voor aanpak schoon en heel In vergelijking met de metingen van februari 2003 en februari 2004 heeft het gemeentebestuur volgens de Rotterdammers vooruitgang geboekt in de aanpak van "schoon en heel". De aanpak om het openbaar vervoer veiliger te krijgen, wordt beter gewaardeerd dan in 2003, maar er treedt ten opzichte van 2004 een stabilisatie op. De waardering voor de aanpak van de "veiligheid rondom het Centraal Station" loopt iets terug ten opzichte van februari 2004. De inspanningen van het gemeentebestuur om de "overlast door verslaafden" en de "overlast door jongeren" terug te dringen, wordt door een kleine groep Rotterdammers positief gewaardeerd. Ook over het terugdringen van illegale en onveilige woonsituaties is slechts een kleine groep te spreken. Door de jaren heen treedt er ten aanzien van deze onderwerpen nauwelijks verandering op in waardering.

Wat vindt u van de inspanning van het gemeentebestuur als het gaat om..........

100%

80%

60%

40%

20%

0% ir ir ir ir ir ir ir ir ir ir ir ir ir ir ir ir ir ir a 3 a 4 a 5 a 3 a 4 a 5 a 3 a 4 a 5 a 3 a 4 a 5 a 3 a 4 a 5 a 3 a 4 a 5 ur 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 ur 0 ur 0 ur 0 ur 0 ur 0 ur 0 ur 0 ur 0 ur 0 ur 0 ur 0 ur 0 ur 0 ur 0 ur 0 ur 0 ur 0 b b b b b b b b b b b b b b b b b b ef 2 ef 2 ef 2 ef 2 ef 2 ef 2 ef 2 ef 2 ef 2 ef 2 ef 2 ef 2 ef 2 ef 2 ef 2 ef 2 ef 2 ef 2 schoon en heel veiliger openbaar terugdringen van terugdr.van veiligheid rondom terugdringen van op straat vervoer overlast door illegale en Centraal Station overlast door verslaafden onveilige woonsit. jongeren

goed voldoende matig slecht geen antwoord
---

Actuele stellingen

Gemeente mag persoonlijke gegevens inzien Driekwart van de Rotterdammers vindt dat de gemeente persoonlijke gegevens van de Belastingdienst en uitkeringsinstanties mag inzien bij vermoeden van fraude. Bovendien is een ruime meerderheid van mening dat de gemeente bij overlast persoonlijke gegevens van politie en justitie van betrokkene mag inzien.

Meiden van de Keileweg moeten onder begeleiding gaan wonen Een meerderheid van de Rotterdammers is het eens met de stelling dat de meiden van de Keileweg onder begeleiding moeten gaan wonen om een normaler leven te leiden. Overigens is in deze stelling niet opgenomen waar de meiden van de Keileweg moeten gaan wonen.

De helft vindt dat winkelgebieden verpauperen omdat er nauwelijks vestigingsregels zijn De helft van de Rotterdammers is het eens met de stelling dat verouderde winkelgebieden verpauperen, omdat er nauwelijks vestigingsregels voor ondernemers zijn. Slechts 12 procent is het oneens met de stelling. Verder heeft een grote groep de middencategorie (niet eens, niet oneens) gekozen (35 procent).

De helft vindt dat de regering te weinig begrip toont voor de Rotterdamse problemen De Nederlandse regering toont volgens de helft van de Rotterdammers te weinig begrip voor de problemen in Rotterdam. Dat is minder dan februari vorig jaar, toen een ruime meerderheid (63 procent) het met de stelling eens was.

Meningen verdeeld over voorrang van `witte' kinderen op `te zwarte' scholen Zo'n twee op de vijf Rotterdammers is het eens met de stelling dat `witte' kinderen voorrang moeten krijgen als een school `te zwart' wordt. Een even grote groep is het echter oneens met deze stelling. Verdeeldheid zien we ook als het gaat om selectie van mensen met een inkomen hoger dan 120 procent van het minimum in sommige wijken. Twee op de vijf vinden het goed dat in sommige wijken alleen mensen mogen komen wonen met een inkomen hoger dan 120 procent van het minimum. Eveneens tweevijfde is het oneens met de stelling. Tot slot bestaat er verdeeldheid over de aanwezigheid van zwerfvuil in de wijk. Bijna 40 procent is van mening dat er nauwelijks zwerfvuil in zijn of haar woonbuurt is. Bijna de helft is het echter oneens met de stelling.

In hoeverre bent u het (on)eens met de volgende uitspraken over Rotterdam?

Bij vermoeden van fraude mag de gemeente mijn persoonlijke gegevens 75% 11% 14% bij bijvoorbeeld de Belastingdienst en uitkeringsinstanties inzien. Bij vermoeden van overlast mag de gemeente mijn persoonlijke 63% 15% 19% gegevens bij bijvoorbeeld de politie en justitie inzien. Om de meiden van de Keileweg een normaler leven te laten leiden, 60% 22% 16% moeten ze onder begeleiding gaan wonen. Verouderde winkelgebieden verpauperen, omdat er nauwelijks 50% 35% 12% vestigingsregels voor ondernemers zijn. De Nederlandse regering toont te weinig begrip voor de problemen in 48% 32% 18% Rotterdam. Het is goed dat in sommige wijken alleen nog mensen mogen komen 42% 17% 37% wonen die meer dan 120% van het minimum inkomen verdienen.

Als een school te zwart wordt, moeten witte kinderen voorrang krijgen. 41% 19% 37%

In mijn woonbuurt is nauwelijks zwerfvuil. 39% 13% 45% 0% 20% 40% 60% 80% 100%

(zeer) eens niet eens/niet oneens (zeer) oneens geen antwoord


---

Bekendheid van bijeenkomsten

Bekendheid van wijkbezoek door het college of collegeleden neemt af De bekendheid van het wijkbezoek door het college of collegeleden is in de afgelopen metingen afgenomen. Zo'n één op de drie Rotterdammers heeft er wel eens iets over gehoord of gelezen. Verder valt op dat de bekendheid van `eten bij de burgemeester' terugloopt. Contact met het gemeentebestuur via internet is in de afgelopen jaren bekender geworden. Ook de Dag van de dialoog is in vergelijking met een jaar geleden bij iets meer Rotterdammers bekend.

Over welke bijeenkomsten met gemeentebestuurders heeft u wel eens gehoord of gelezen?

40%

30%

20%

10%

0% feb 03 feb 04feb 05 jun 03 feb 04feb 05 feb 03feb 04 feb 05feb 03 feb 04 feb 05feb 03 feb 04feb 05 feb 03feb 04 feb 05feb 03 feb 04 feb 05feb 03 feb 04feb 05 feb 03feb 04 feb 05 feb 03feb 04 feb 05 Wijkbezoek van een Met Wie? Met Ivo! Spreekuur van een Inspraak- Referendum Eten bij de Chatten met een Stadsdebat op Dag van de dialoogVerantwoordingsdag wethouder/college wethouder bijeenkomsten burgemeester wethouder internet

Wethouders en media-aandacht

Rotterdammers horen het meest van Van Sluis en Pastors Over de wethouders Van Sluis en Pastors hebben de Rotterdammers het meest gehoord of gelezen. De bekendheid houdt echter niet over, want zo'n 7 procent heeft iets van één van deze wethouders gehoord. De overige wethouders zijn minder vaak genoemd.

Over welke Rotterdamse wethouder of wethouders hoort of leest u het meest?

7% van Sluis

6% Pastors 3% vd Anker 3% Geluk

2% Hulman 2% Janssens 1% Bolsius

van der Tak 5% 5% Opstelten 5% Sörensen

0% 5% 10% 15% 20% 25% 30%

feb-05 okt-04 jun-04


---

Imago gemeentebestuur

Imago ten opzichte van twee jaar geleden duidelijker, maar stabilisatie treedt de laatste kwartalen op In vergelijking met de eerste meting van februari 2003 heeft het gemeentebestuur vooruitgang geboekt als het gaat om haar imago. In vergelijking met de metingen van juni en oktober 2004 treedt echter ten aanzien veel aspecten een stabilisatie op. Het best scoort het gemeentebestuur op de aspecten `goed uitleggen wat ze aanpakken', `staan voor waarden en normen', `verbeteren van de gemeentelijke dienstverlening' en `burgers aanspreken op hun verantwoordelijkheden'. De grootste verschillen met 2003 zijn terug te vinden op de items `uitleggen wat ze aanpakken en waarom', `burgers aanspreken op hun verantwoordelijkheden', `weinig overtredingen van de regels gedogen', `samenwerken met burgers' en `grote problemen snel aanpakken'. Het gemeentebestuur wordt het minst geassocieerd met de imagoaspecten `doen wat burgers willen' en `burgers niet laten opdraaien voor extra kosten'.

Hoe kijkt u tegen het gemeentebestuur aan? Ze....

Leggen goed uit wat ze aanpakken en waarom

Staan voor de waarden en normen

Verbeteren de gemeentelijke dienstverlening Spreken de burgers aan op hun verantwoordelijkheden

Nemen burgers serieus

Stellen duidelijke grenzen

Tonen daadkracht

Gedogen weinig overtredingen van de regels Werken samen met burgers

Weten wat er leeft in de stad

Pakken grote problemen snel aan

Zorgen voor begrip en respect tussen burgers

Doen wat ze zeggen

Schaffen overbodige gemeentelijke regels af

Laten burgers niet opdraaien voor extra kosten Doen wat burgers willen

0% 20% 40% 60% 80% 100%

februari 2005 (zeer) eens februari 2004 (zeer) eens februari 2003 (zeer) eens


---

Methode en respons

Om te komen tot een representatief en kwantitatief inzicht in de mening van de Rotterdamse bevolking van 16 jaar en ouder is gekozen voor een schriftelijke enquête. De enquête is in januari met een begeleidende brief van burgemeester Opstelten toegezonden aan een bruto steekproef van 1250 personen uit het personenbestand (GBA). De respondenten hebben de mogelijkheid gekregen de enquête op internet in te vullen. Bij slecht responderende bevolkingsgroepen zijn enquêtes door enquêteurs uit de eigen bevolkingsgroep opgehaald en indien gewenst is hulp geboden bij het invullen.

De vragenlijst is opgesteld in samenwerking met de werkgroep communicatie collegeprioriteiten. Daarin zijn communicatiemedewerkers van de gemeentelijke diensten vertegenwoordigd, die het meest betrokken zijn bij de collegeprioriteiten (Programmabureau Veilig, dS+V, DSO, OBR, SoZaWe).

In totaal werkten aan de zevende meting 524 Rotterdammers mee van 16 jaar en ouder. De respons bedraagt 42 procent voor de totale steekproef van 1250 personen. In de vorige metingen lag het responspercentage ongeveer even hoog. Veruit de meeste respondenten hebben de schriftelijke vragenlijst ingevuld (473). De enquêteurs hebben 39 enquêtes afgenomen en 12 respondenten hebben de enquête op internet ingevuld.

Jongeren zijn in de steekproef ondervertegenwoordigd. Om uitspraken te kunnen doen die representatief zijn voor de gehele Rotterdamse bevolking van 16 jaar en ouder is derhalve herwogen naar leeftijd. De overige achtergrondvariabelen (etniciteit, geslacht en geografische spreiding) komen goed overeen met de Rotterdamse percentages.


---

Burgerbarometer (februari 2005)

Toelichting: De blauwe bollen met de cijfers verwijzen naar de onderwerpen die onder de figuur staan. Op de verticale as staat welk percentage Rotterdammers vindt dat het een belangrijk onderwerp is waar het gemeentebestuur aan moet werken om de stad te verbeteren. Een pijl naar boven of naar beneden geeft aan dat meer respectievelijk minder Rotterdammers het onderwerp prioriteit geven. Op de horizontale as staat de gemiddelde waardering van Rotterdammers voor de inspanning van het gemeentebestuur. Een pijl naar rechts geeft aan dat de gemiddelde waardering voor de inzet van het gemeentebestuur is toegenomen; een pijl naar links geeft aan dat de waardering is afgenomen.

Leesvoorbeeld: In de rangorde van onderwerpen waar het gemeentebestuur aan moet werken staat `schoon en heel op straat' in de peiling van februari 2005 op een 1e plaats. 65 procent van de Rotterdammers noemt het als prioriteit. De gemiddelde waardering voor de inzet van het gemeentebestuur is op dit onderwerp groter dan bij de meting van een jaar geleden (pijl naar rechts). 70% 7 0 %
---
P 60% 6 0 % r 2 i 50% 5 0 % o 3 r 4 5 40% 4 0 %
---
t 6 3 0 % e 30% 8 7 i 10 11 9
---
t 20% 2 0 % 12 13 14 10% 1 0 % 15 16 0 % 1 ,
---

---
5 2 2 ,
---

---
5 3 3 ,5 >>>slecht matig voldoende goed
Centrum voor Onderzoek en Statistiek, maart 2005 Auteurs: Robin Tromp en René van Duin. Met medewerking van : Annemarie Reijnen, Paul van Kekem, Piet Schuller, Najib Adraoui, Grad Koster, Cora Donker.