Gemeenteraad Maassluis uit ongenoegen over uitzetting aan
De gemeenteraad van Maassluis heeft vanochtend middels een brief aan
de Tweede Kamer en een brief aan de Minister van Vreemdelingenzaken en
Integratie hun ongenoegen geuit over de uitzetting van een echtpaar
uit Maassluis in het kader van het Project Terugkeer. Het echtpaar was
tot 14 januari jl. woonachtig in Maassluis en is op 1 maart 2005
vertrokken naar hun land van herkomst (het voormalige Joegoslavië).
De gemeenteraad van Maassluis is van mening dat de uitzetting van het
echtpaar niet naar behoren is verlopen en niet voldoet aan de eisen
van een zorgvuldig en waardig uitzettingsproces. Het echtpaar had
volgens de gemeenteraad in Nederland moeten blijven en doet een beroep
op minister Verdonk om dit alsnog te bewerkstelligen. ovendien doet
het gemeentebestuur een beroep op de minister om dergelijke situaties
in de toekomst te voorkomen.
De gemeenteraad van Maassluis meent dat bij deze uitzetting niet kan
worden gesproken van het door de minister beoogde zorgvuldige en
waardige proces van uitzetting. Ook de informatievoorziening richting
gemeente liet te wensen over.
Schijnbare vrijwilligheid
Het terugkeerproces verloopt altijd in fasen. Op verschillende
tijdstippen vindt er overleg plaats met de asielzoekers, en dat is ook
gebeurd met deze familie. Zoals de procedure voorschrijft is het
echtpaar voor de keuze gesteld of zij vrijwillig willen vertrekken of
niet. Indien zij vrijwillig vertrekken ligt een extra financiële
vergoeding en verscheping van huisraad in het verschiet. Weigeren zij
dit, dan vervallen deze extra's.
Het is duidelijk dat in deze situatie niet gesproken kan worden van
een keuzemogelijkheid. De druk op de toch vaak al hevig geëmotioneerde
personen is uitermate groot. Dit geldt temeer nu uit het relaas van
het echtpaar is gebleken dat het alternatief, niet meewerken dus, door
de betrokken instanties wordt uitgelegd als een keuze voor de
illegaliteit c.q. criminaliteit. Zeker in het geval van dit echtpaar
was deze druk zodanig dat zij hiervoor zijn gezwicht en in feite zijn
gedwongen om akkoord te gaan met een zogenaamd vrijwillig vertrek.
Het gemeentebestuur laat de Tweede Kamer weten, te hopen dat de
geschetste gang van zaken bij het echtpaar niet kenmerkend is voor
andere gevallen waarin wordt "gekozen" voor vrijwillig vertrek. De
mededelingen van de minister over het succes van het Project Terugkeer
zou dan namelijk op zijn minst misplaatst zijn.
Rol van de gemeente
Pas op 10 januari 2005 ontving de burgemeester van Maassluis een
mededeling van de Vreemdelingenpolitie over de overplaatsing van het
echtpaar naar het uitzetcentrum Vlagtwedde per 14 januari 2005 (later
blijkt dit overigens Ter Apel te zijn). Deze mededeling werd gedaan
uit het oogpunt van openbare orde. Verder werd geen enkele informatie
verstrekt over bijvoorbeeld de gezinssamenstelling, achtergronden van
de familie etc. De gemeente heeft in de dagen na 10 januari 2005 zelf
met veel moeite enige informatie boven tafel kunnen krijgen bij het
COA en de IND. Enige begeleiding van het echtpaar door de
gemeentelijke overheid of een instantie zoals Vluchtelingenwerk
Maassluis was daarom niet mogelijk.
De gemeente is dan ook zeer teleurgesteld over deze handelwijze en
vindt dit niet in overeenstemming met het uitgangspunt van de minister
dat gemeenten gedurende het uitzettingsproces op de noodzakelijke
punten tijdig en juist worden geïnformeerd.
Begeleiding uitgeprocedeerde asielzoekers
Een ander punt van aandacht betreft de begeleiding en advisering van
de uitgeprocedeerde asielzoekers. Behalve de rol die de verschillende
overheidsorganen hierin spelen, hebben de asielzoekers die voor
uitzetting in aanmerking komen behoefte aan enige objectieve en
humanitaire begeleiding. Deze rol wordt in veel gevallen vervuld door
(lokale) organisaties zoals Vluchtelingenwerk. Bij de uitzetting van
het echtpaar vanuit het centrum in Ter Apel kon deze vorm van hulp
simpelweg vanwege tijdgebrek bij Vluchtelingenwerk Ter Apel niet
voldoende worden verleend.
Het is spijtig dat het bij een dergelijke ingrijpende gebeurtenis
ontbreekt aan deze bijstand en de raad van Maassluis verzoekt de
Tweede Kamer aandacht te schenken aan deze problematiek.
Schrijnende situatie
De minister heeft zich ten doel gesteld om gedurende het gehele
vertrekproces aandacht te besteden aan de zogenoemde schrijnende
situaties. Maassluis staat op het standpunt dat het echtpaar uit
Maassluis op humanitaire gronden de mogelijkheid had moeten krijgen om
in Nederland te blijven wonen. Op 25 januari 2005 heeft de
gemeenteraad middels een brief aan de minister laten weten in welke
situatie het gezin verkeerde en op welke humanitaire gronden het
echtpaar in Nederland had kunnen blijven.
Op de dag van uitzetting op 1 maart had de gemeenteraad nog geen
reactie mogen ontvangen van de minister op haar brief van 25 januari.
Ook VluchtelingenWerk Maasluis had nog geen reactie ontvangen op de op
11 februari 2005 aangeboden handtekeningen en brief aan Minister
Verdonk. Nadat VluchtelingenWerk op 1 maart hierover opheldering heeft
gevraagd aan de IND en ook namens de gemeenteraad is aangedrongen op
een spoedige beantwoording van haar brief, volgde op 3 maart een
reactie van de IND aan de gemeenteraad. De IND liet weten dat er geen
aanleiding is om op het eerder genomen besluit terug te komen. Op geen
enkele wijze wordt in deze brief ingegaan op de door de gemeenteraad
aangevoerde argumenten. VluchtelingenWerk Maassluis ontving pas op 16
maart een ontvangstbevestiging van de aangeboden handtekeningen en
brief.
De gemeenteraad blijft bij haar standpunt dat het echtpaar op
humanitaire gronden in Nederland had moeten blijven.
Gemeente Maassluis