rapport Annan
MINBZ: Bot en Van Ardenne verwelkomen rapport Annan
MINBZ: Bot en Van Ardenne verwelkomen rapport Annan
Persbericht
22 maart 2005
Nederland meent dat het rapport van secretaris-generaal Kofi Annan een
goede basis vormt voor besluiten die de VN-lidstaten in september 2005
over de toekomst van de organisatie moeten nemen. Volgens minister Bot
(Buitenlandse Zaken) is een vergrote effectiviteit van de VN hoognodig
om in de toekomst de grote problemen waar de wereld voor staat aan te
pakken. Annan pleit, evenals Nederland, voor een betere naleving van
overeengekomen verplichtingen en voor collectieve actie.
Annan kiest voor een breed begrip van veiligheid; zowel
massavernietingingswapens en terrorisme, als de dreiging van massale
armoede, ziektes en doorgaande milieu-afbraak, horen onder dat
kernbegrip. In dat verband illustreert het uitblijven van krachtdadige
besluiten van de Veiligheidsraad over Soedan de urgentie van
verandering.
Wil het VN-systeem effectief zijn, dan moeten volgens het rapport
internationale verplichtingen krachtiger worden afgedwongen. Een
effectief multilateralisme is zowel voor Nederland als voor de EU
prioriteit nummer 1. Dat betekent o.m. dat de Veiligheidsraad zijn
verantwoordelijkheid moet kunnen nemen. Alleen dan kan terrorisme
krachtiger worden aangepakt en de verspreiding van
massavernietigingswapens alsook kleine wapens worden tegengegaan.
Nederland is tevreden over de visie op institutionele hervormingen in
het rapport: de SG ziet ruimte voor andere voorstellen voor hervorming
van de veiligheidsraad, dan de eerder door het High Level Panel
aangereikte voorstellen. Die eerdere voorstellen beperkten de
mogelijkheden van Nederland om zitting te nemen in de Veiligheidsraad.
Ook is Nederland positief over het idee van een Peacebuilding
Commission. Deze commissie moet de wereldgemeenschap in staat stellen
veel beter om te gaan met post-conflict-situaties.
Het belang van een actieve inzet van burgers en maatschappelijke
organisaties en een dynamisch bedrijfsleven is in het rapport
onderbelicht.
Nederland deelt de stelling van de SG op het gebied van ontwikkeling
dat de regeringsleiders zich de luxe van een mislukking niet kunnen
veroorloven.
Veel van de aanbevelingen in het rapport maken, aldus minister Van
Ardenne, al deel uit van het Nederlandse ontwikkelingsbeleid.
Ontwikkelingslanden dragen zelf de eerste verantwoordelijkheid om de
voorwaarden voor ontwikkeling te scheppen: goed bestuur,
corruptiebestrijding, een gezond ondernemingsklimaat, gelijkheid van
man en vrouw. Ontwikkelingslanden moeten hun eigen strategie voor
armoedebestrijding maken, zodat de hulp van de donorgemeenschap daarop
aan kan sluiten.
Noodzakelijk is ook een spoedige doorbraak in de
wereldhandelsbesprekingen (WTO-Doha). Minister van Ardenne blijft
aandringenop afschaffing van alle handelsbelemmerende subsidies Zodat
ontwikkelingslanden eerlijke kansen krijgen op de wereldmarkt.
Als de Millenniumdoelen (de internationale ontwikkelingsdoelen, o.a.
gericht op armoedevermindering) buiten bereik blijven, zullen de
kosten enorm zijn. Niet alleen in de vorm van miljoenen mensenlevens,
maar ook doordat de wereld dan instabieler en gevaarlijker zal worden.
Een wereld ook, waarin gewelddadige conflicten, de angst voor
terrorisme en massavernietigingswapens, schendingen van de
mensenrechten en het miskennen van de rechtsorde even zovele
hinderpalen zullen zijn voor de ontwikkeling van de allerarmsten.
De aanbevelingen van de SG tenslotte om te komen tot een ingrijpende
hergroepering van de VN-instellingen op het gebied van milieu,
humanitaire aangelegenheden en ontwikkeling passen bij wat Nederland
al lange tijd heeft bepleit.
Ministerie van Buitenlandse Zaken